juli 8, 2025 15
Foto Credit: https://depositphotos.com/nl
In 2019 kondigde
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, de Europese “Green
Deal” aan. Ze omschreef het klimaatplan als een “moment waarop de mens op de
maan landde,” een revolutionaire transformatie van de Europese economie die zou
leiden tot een netto nul-uitstoot van broeikasgassen in 2050 en veranderingen
in bijna alle sectoren van de economie.
Maar vijf jaar
later valt de Green Deal uit elkaar. In plaats van een weg te banen naar
klimaatleiderschap, heeft de Green Deal de diepe structurele zwakheden van de
Europese Unie blootgelegd en haar onvermogen om milieuambities te verzoenen met
economische, democratische en geopolitieke realiteiten, schrijft Thomas Fazi.
De afgelopen twee
jaar is het verzet tegen de Green Deal explosief gegroeid – van boeren,
industriële groeperingen en gewone burgers tot populistische politieke partijen
en zelfs de Europese Volkspartij (EVP), de eigen politieke fractie van Von der
Leyen. Bij de Europese Parlementsverkiezingen van 2024 was er een sterke
opkomst van rechts-populistische partijen, die eensgezind waren in hun kritiek
op de groene agenda. Als gevolg daarvan is de Commissie stilletjes maar
vastberaden begonnen met het terugdraaien van veel van de belangrijkste
bepalingen van de Green Deal.
Recente
terugdraaiingen zijn onder meer het afzwakken van de regelgeving inzake bodem-
en chemische veiligheid, het herbestemmen van klimaatfondsen voor militaire
uitgaven, het afzwakken van de bescherming van de biodiversiteit en het
censureren van de term “Green Deal” in verslagen van het Parlement. Zelfs de
emissiereductiedoelstelling voor 2040, die vorige week na lang uitstel werd
bekendgemaakt, bevat grote mazen en uitzonderingen, zoals de mogelijkheid voor
EU-landen om hun toekomstige emissiedoelstellingen te halen door
koolstofcredits van andere landen te kopen. Het signaal is duidelijk: de
zogenaamde “groene revolutie” van Europa is op zijn retour.
Hoewel in het mainstream
discours “extreemrechtse klimaatontkenners” en lobbyisten van het bedrijfsleven
de schuld krijgen van het ontsporen van de Green Deal, is deze verklaring
simplistisch en ontwijkend. De diepere realiteit is dat de Green Deal op zijn
eigen voorwaarden heeft gefaald – economisch, ecologisch en politiek.
Ondanks enorme
uitgaven – 680 miljard dollar toegewezen tussen
2021 en 2027, of meer dan een derde van de totale begroting van de Europese
Unie – heeft de Green Deal verwaarloosbare klimaatresultaten opgeleverd. De
uitstoot van de EU is gestegen in het
laatste kwartaal van 2024 ten opzichte van 2023, en de langetermijnreducties
van de afgelopen 15 jaar zijn grotendeels het gevolg van economische stagnatie,
pandemische lockdowns en de economische schok van de oorlog in Oekraïne – niet
van het groene beleid.
Tegelijkertijd zijn
de sociale en economische gevolgen ernstig. Huishoudens, boeren en bedrijven
hebben het zwaarst te lijden gehad onder hogere energieprijzen, inflatie,
nieuwe belastingen en regelgeving. Dit beleid was misschien geschikt voor de
technocraten in Brussel en milieu-ngo’s, maar het heeft de bevolking vervreemd
en de legitimiteit van de Unie aangetast.
De oorzaak van het
probleem ligt in de aanpak van de EU. Terwijl de Verenigde Staten en China een
groen industriebeleid voeren met enorme subsidies, overheidsinvesteringen en
gericht onderzoek en ontwikkeling in strategische sectoren zoals elektrische
voertuigen, zonnepanelen en batterijen, is het model van de Europese Unie
gebaseerd op strafheffingen en buitensporige regelgeving.
Deze strategie was
gedoemd te mislukken. De fiscale architectuur van de EU – gebaseerd op
bezuinigingen, strenge begrotingsregels en een tandeloze gemeenschappelijke
begroting – staat ambitieuze investeringen in een echte groene transitie in de
weg. In tegenstelling tot de Amerikaanse Inflation Reduction Act of het door de
staat gestuurde ontwikkelingsmodel van China ontbreekt het de Europese Unie aan
zowel de instrumenten als de ideologische flexibiliteit om een proactief
industriebeleid te voeren.
De strenge regels
van de Europese Unie inzake staatssteun, de vooringenomenheid tegen publiek
eigendom en de obsessie met mededingingsrecht belemmeren systematisch
grootschalige groene herindustrialisering. Het resultaat is een paradoxale mix
van hyperregulering en fiscale verstikking, die noch innovatie stimuleert, noch
de kosten voor de bevolking verlicht. Versnipperde bestuursstructuren,
bureaucratische traagheid en de dominantie van niet-gekozen technocraten zorgen
ervoor dat zelfs wanneer er middelen beschikbaar zijn, de uitvoering traag,
onsamenhangend en foutgevoelig is.
Duitsland, de
vermeende leider van de groene transitie in Europa, is een waarschuwend
voorbeeld. Het “Energiewende”-beleid van het land – een omschakeling naar wind-
en zonne-energie en de geleidelijke afschaffing van kernenergie – heeft
honderden miljarden dollars gekost. Het resultaat is echter teleurstellend.
Tussen 2002 en 2022 heeft Duitsland ongeveer 800 miljard dollar geïnvesteerd in
zijn energietransitie. Maar de meeste voordelen van hernieuwbare energie werden
tenietgedaan door de sluiting van emissievrije kerncentrales. Volgens een studie uit 2024 had Duitsland, als het
zijn nucleaire capaciteit had behouden en uitgebreid, een emissiereductie van
73 procent kunnen realiseren – in plaats van de bescheiden 25 procent die nu is
bereikt – tegen de helft van de kosten.
Een van de
duidelijkste voorbeelden van het contraproductieve karakter van de Green Deal
is te vinden in de landbouw. Boeren kregen te horen dat ze hun veestapel
moesten inkrimpen, hun uitstoot moesten verminderen en hun land moesten
omvormen tot koolstofputten. De logica is even eenvoudig
als verbijsterend: met de huidige technologieën kan de uitstoot in de
landbouwsector maar tot op zekere hoogte worden teruggedrongen. Daarom hebben
beleidsmakers, in plaats van duurzame innovatie te stimuleren of kleine
producenten te ondersteunen, zich gericht op het verminderen van de
landbouwproductie als geheel.
Dit heeft, zoals te
verwachten was, tot massale protesten geleid. Kleine boerderijen, die ecologisch duurzamer zijn dan industriële
landbouwbedrijven, worden verdreven door regels die de landconsolidatie
versnellen. Het resultaat is niet alleen economische verwoesting voor
plattelandsgemeenschappen, maar ook ecologische achteruitgang, aangezien
kleinere boerderijen worden vervangen door grotere, intensievere bedrijven.
Het feit dat een
dergelijk beleid werd gepromoot onder het mom van milieubescherming, onthult de
technocratische en ideologische blindheid van het EU-apparaat – een systeem dat
zich groen voordoet, maar uiteindelijk de agribusiness in de kaart speelt en
degenen die daadwerkelijk het land bewerken, straft.
Dezelfde logica
geldt voor de bredere industriële basis van Europa. In naam van duurzaamheid
heeft Brussel Europese producenten nieuwe kosten opgelegd, waardoor zij
wereldwijd minder concurrerend zijn geworden en de invoer van goedkopere,
vervuilender goederen uit het buitenland wordt gestimuleerd. Thyssenkrupp, een
van de grootste staalfabrikanten van Europa, heeft al gewaarschuwd voor
toenemende concurrentie uit Azië, wat zal leiden tot productieverlagingen. Dit
is niet alleen een economisch probleem, maar ook een klimaatprobleem: Europa
besteedt in feite zijn uitstoot uit door thuis te deïndustrialiseren en
koolstofintensieve goederen uit andere landen te importeren.
Misschien wel het
meest onthullende voorbeeld in dit verhaal is het energiebeleid van de Europese
Unie na de Russische invasie in Oekraïne. Europa koos ervoor om zich los te
koppelen van goedkoop Russisch gas als onderdeel van zijn steun aan de
proxyoorlog van de NAVO in Oekraïne, en schakelde over op vloeibaar aardgas
(LNG) uit de Verenigde Staten en Qatar – een brandstof die niet alleen duurder
is, maar ook aanzienlijk vervuilender vanwege de transportemissies. Zo heeft de
Europese Unie in één klap haar eigen industrie ondermijnd, de kosten voor de
consument verhoogd en de wereldwijde CO2-uitstoot vergroot. Het is een perfect
voorbeeld van hoe ideologie en geopolitiek kunnen samengaan en rampzalige
gevolgen kunnen hebben.
De fundamentele
tekortkoming van de Europese Unie is niet dat zij geen klimaatambities heeft –
althans op papier – maar dat zij niet over de economische en politieke
instrumenten beschikt om die ambities op een coherente, democratische en
sociaal rechtvaardige manier te verwezenlijken. Meer centralisatie, zoals
Brussel voorstelt, is niet de oplossing – het is juist dit model van top-down, uniforme
beleidsvorming dat tot de huidige terugslag heeft geleid. Er is dringend
behoefte aan een meer democratische, gedecentraliseerde en pragmatische
benadering van duurzaamheid. Maar de grootste hindernis daarvoor is de Europese
Unie zelf.
Copyright ©
2025 vertaling door Frontnieuws.
https://www.frontnieuws.com/de-europese-green-deal-is-mislukt/
De
groene, globalistische klimaatwaanzin van politici in Brussel zal de Europese
woningmarkt nog verder onder druk zetten. De reden hiervoor is de
klimaat-aflaatverkoop door middel van CO2-heffingen. Kunt u zich tien euro per
vierkante meter per maand aan extra kosten veroorloven? Voor miljoenen
huiseigenaren in Europa wordt 2027 een duur jaar. Vanaf dan treedt het … Meer lezen overBrussel’s nieuwe CO2-heffing: huiseigenaren en
huurders worden vanaf 2027 geconfronteerd met enorme extra kosten


