november 9, 2025
Foto Credit: https://depositphotos.com/nl
Je hebt je hele
leven geloofd in een verhaal over ziekte dat simpelweg niet waar is. Elke keer
dat je antibiotica hebt gebruikt, elke keer dat je je zorgen hebt gemaakt over
het ‘oplopen’ van iets, elke keer dat je je gezondheid hebt toevertrouwd aan
medische autoriteiten, heb je gehandeld vanuit een fundamentele misvatting die
de westerse geneeskunde al meer dan een eeuw lang heeft gevormd. De kiemtheorie
van Louis Pasteur – het idee dat we steriele wezens zijn die voortdurend worden
aangevallen door externe microben – is niet zomaar per ongeluk een medisch
dogma geworden. Het heeft gezegevierd door een combinatie van politieke
connecties, zelfpromotie en wat we nu uit Pasteurs eigen verborgen
notitieboekjes weten: wetenschappelijke fraude. De theorie beloofde eenvoudige
oplossingen: identificeer de ziektekiem, ontwikkel het medicijn, overwin de
ziekte. Maar het probleem met eenvoudige verhalen is dat ze meestal onjuist
zijn. En dit specifieke verhaal is geworden wat Nancy Appleton een vloek noemt,
een vloek die ons zieker, afhankelijker en verder dan ooit verwijderd heeft
gemaakt van het begrip van echte gezondheid.
Het echte verhaal
van ziekte is veel interessanter en krachtiger dan het warfare narratief
dat ons is verkocht. Terwijl Pasteur zijn kiemtheorie promootte met de steun
van de autoritaire regering van Napoleon III, ontdekten andere wetenschappers
iets opmerkelijks: de micro-organismen die met ziekte worden geassocieerd, zijn
helemaal geen indringers. Het zijn vormveranderaars, die voortkomen uit deeltjes
die in elke levende cel voorkomen en die zich transformeren op basis van de
toestand van hun omgeving. Antoine Béchamp noemde ze microzyma’s. Gaston
Naessens noemde ze somatiden. Wilhelm Reich noemde ze bions. Deze onderzoekers,
die onafhankelijk van elkaar in verschillende eeuwen met verschillende
technologieën werkten, bleven hetzelfde fenomeen ontdekken: kleine,
onverwoestbare deeltjes die konden evolueren tot bacteriën wanneer het interne
milieu van het lichaam giftig, zuur of uitgeput raakte. Het is geen invasie,
het is een transformatie van binnenuit. Je lichaam is niet steriel, het wemelt
van microscopisch klein leven dat je gezondheid ondersteunt of, wanneer de
omstandigheden verslechteren, bijdraagt aan ziekte, schrijft Unbekoming.
Dit is niet alleen
een academische discussie tussen overleden wetenschappers. Op dit moment
handhaaft je lichaam duizenden delicate balansen – pH, bloedsuiker,
mineralenverhoudingen, temperatuur – door middel van feedbackloops van
verbluffende complexiteit. Walter Cannon noemde deze toestand homeostase,
voortbouwend op de openbaring van Claude Bernard dat we niet echt in de externe
wereld leven, maar in onze eigen interne vloeistofomgeving. Wanneer deze
interne omgeving in balans blijft, heb je energie, helderheid en weerstand
tegen ziekten. Maar het moderne leven tast deze balans onophoudelijk aan: 150
pond suiker per jaar die de bloedglucose verstoort, chronische stress die je systeem
overspoelt met hormonen die bedoeld zijn voor korte noodsituaties, duizenden
chemicaliën die je lever nooit heeft kunnen verwerken, bewerkte
voedingsmiddelen die niet goed kunnen worden verteerd. Je
spijsverteringsenzymen falen, gedeeltelijk verteerd voedsel lekt in je
bloedbaan, je immuunsysteem put zichzelf uit door voedseldeeltjes te bestrijden
in plaats van bedreigingen, en die nuttige micro-organismen in je lichaam
beginnen te veranderen in vormen die verband houden met ziekte. De symptomen die
je ontwikkelt – artritis, diabetes, chronische vermoeidheid, kanker – zijn geen
willekeurige aanvallen van ziektekiemen. Ze zijn het voorspelbare resultaat van
het ineenstorten van je interne omgeving.
En hier wordt de
vloek duidelijk: door ons ervan te overtuigen dat ziekte van buitenaf komt, dat
onze gezondheid buiten onze controle ligt, dat alleen medische experts met hun
medicijnen ons kunnen redden, heeft de kiemtheorie ons onze kracht ontnomen. We
zijn een samenleving geworden die jaarlijks meer dan een biljoen dollar aan
gezondheidszorg uitgeeft, terwijl we op het gebied van gezondheidsresultaten op
de laatste plaats staan van de ontwikkelde landen. We staan op de eerste plaats
wat betreft kindersterfte, kankerpercentages, chronische ziekten en farmaceutisch
verbruik. Het medische systeem blinkt uit in crisisinterventie, maar heeft
volledig gefaald op het gebied van preventie, omdat het al meer dan een eeuw in
de verkeerde richting kijkt. De oplossing is niet meer geavanceerde medicijnen
of vaccins, maar het besef dat je lichaam over opmerkelijke zelfgenezende
vermogens beschikt als je de interne omgeving in balans houdt. Stop met wat de
homeostase verstoort, ondersteun het natuurlijke evenwicht van je lichaam door
middel van echt voedsel, stressmanagement en het vermijden van gifstoffen, en
die ziekteverwekkende micro-organismen zullen weer veranderen in hun nuttige
vorm. Ziekte is niet iets dat je overkomt. Het is iets dat zich ontwikkelt
wanneer je interne omgeving zijn evenwicht niet langer kan handhaven. En dat
betekent dat genezing niet gaat over het vinden van de juiste pil, maar over
het terugnemen van de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse keuzes die
bepalen of je lichaam bruist van gezondheid of piept van ziekte.
Met dank aan Nancy
Appleton.
De vloek van Louis Pasteur: Ph.D
Nancy Appleton
Analogie
Stel je je lichaam
voor als een prachtige tuin met een eigen intelligent ecosysteem. In deze tuin
leven talloze micro-organismen in de bodem, die essentieel zijn voor het
afbreken van voedingsstoffen en het handhaven van het evenwicht. Wanneer de
tuin de juiste pH-waarde, voldoende water, rijke voedingsstoffen en een goede
afwatering heeft, blijven deze micro-organismen gunstig en helpen ze de planten
te bloeien. De tuinman hoeft geen oorlog te voeren tegen insecten en bacteriën
– ze maken juist deel uit van de gezondheid van de tuin.
Maar wanneer de bodem
van de tuin verslechtert – bijvoorbeeld doordat de grond te zuur wordt door
zure regen, de voedingsstoffen uitgeput raken door overbeplanting of giftige
chemicaliën zich ophopen door pesticiden – kunnen diezelfde nuttige organismen
veranderen in schadelijke vormen. Onkruid verspreidt zich, planten worden ziek
en ongedierte vermenigvuldigt zich. De conventionele aanpak zou zijn om meer
pesticiden te sproeien, kunstmest toe te voegen en elk probleem afzonderlijk
aan te pakken. Maar de verstandige tuinier weet dat de echte oplossing ligt in
het herstellen van de gezondheid van de bodem: compost toevoegen, de pH in
evenwicht brengen, zorgen voor een goede afwatering en giftige stoffen
verwijderen. Zodra de bodem weer gezond is, komt de natuurlijke intelligentie
van de tuin weer tot uiting, keren nuttige organismen terug naar hun nuttige
vorm en verdwijnen ziekten zonder dat ze direct bestreden hoeven te worden. Je
lichaam werkt op dezelfde manier: als je de juiste interne omgeving in stand
houdt, kunnen ziekten geen vat op je krijgen.
De uitleg in één
minuut
Je hebt je hele
leven te horen gekregen dat ziektekiemen ziekten veroorzaken en dat je
medicijnen nodig hebt om ze te bestrijden, maar wat ze je niet hebben verteld,
is dat je lichaam als een zelfreinigende oven is met opmerkelijke ingebouwde
genezingssystemen. Ziekte ontstaat niet doordat ziektekiemen aanvallen, maar
doordat je interne balans wordt verstoord door het moderne leven. Zie bacteriën
als tieners: in een gezonde thuisomgeving zijn ze behulpzaam en meewerkend,
maar in een disfunctionele omgeving kunnen ze destructief worden.
De echte oorzaak
van ziekte? Dat is de opeenstapeling van levensstijlfactoren: de 150 pond
suiker die Amerikanen jaarlijks eten, de chronische stress die nooit verdwijnt,
de duizenden chemicaliën in ons voedsel en onze omgeving, het gebrek aan
beweging en echte voeding. Deze factoren verstoren de chemie van uw lichaam,
alsof u een Ferrari op vuile brandstof probeert te laten rijden. Wanneer uw
interne omgeving giftig en zuur wordt, veranderen uw eigen nuttige bacteriën
letterlijk in schadelijke vormen – het is geen invasie, het is een
transformatie van binnenuit.
De medische wereld
blijft zoeken naar wondermiddelen om ziektekiemen te doden, maar dat is als het
voortdurend vervangen van doorgebrande gloeilampen zonder te vragen waarom ze
steeds doorbranden. De oplossing is niet meer medicijnen, maar het stoppen van
wat de onbalans veroorzaakt. Reinig je interne omgeving door middel van
onbewerkte voeding, stressmanagement, lichaamsbeweging en het vermijden van
giftige stoffen, en de ongelooflijke zelfgenezende mechanismen van je lichaam
nemen het over. Je hoeft niet door medicijnen te worden gered – je moet stoppen
met wat je ziek maakt. [Lift piept]
Wil je je verder
verdiepen? Kijk dan eens naar homeostase en hoe je lichaam het evenwicht
bewaart, doe onderzoek naar pleomorfisme en hoe bacteriën van vorm veranderen,
en onderzoek hoe traditionele culturen zonder moderne geneeskunde gezond
bleven.
12-punts
samenvatting
1. De misleiding
van de kiemtheorie
De kiemtheorie van
Louis Pasteur, die beweert dat externe kiemen ziekten veroorzaken en dat het
lichaam van nature steriel is, is een vloek geworden voor de moderne
geneeskunde. Deze theorie heeft de gezondheidszorg meer dan een eeuw lang op
het verkeerde spoor gezet en een farmaceutische industrie van vele biljoenen
dollars gecreëerd die zich richt op het doden van kiemen in plaats van op de
vraag waarom mensen ziek worden. De theorie kreeg niet door wetenschappelijke
verdiensten, maar door Pasteurs zelfpromotie, politieke connecties met Napoleon
III en onderdrukking van concurrerende theorieën een dominante positie. Recente
analyse van Pasteurs privé-notitieboeken onthult wetenschappelijk wangedrag,
waaronder leugens over de ontwikkeling van vaccins en het uitvoeren van
onethische experimenten op mensen. Ondanks haar dominante positie kan de
kiemtheorie niet verklaren waarom sommige mensen resistent zijn tegen
infecties, waarom chronische ziekten toenemen ondanks medische vooruitgang, of
waarom verbeterde levensomstandigheden de meeste infectieziekten hebben
uitgeroeid voordat er vaccins bestonden.
2. De verborgen
waarheid van pleomorfisme
Antoine Béchamp
ontdekte dat microzyma’s, kleine onverwoestbare deeltjes die kleiner zijn dan
cellen, in alle levende materie voorkomen en in bacteriën kunnen veranderen
wanneer de interne omgeving ongezond wordt. Dit pleomorfe vermogen betekent dat
bacteriën gedurende hun levenscyclus van vorm kunnen veranderen – van deeltjes
ter grootte van een virus tot bacteriële en schimmelvormen – afhankelijk van omgevingsfactoren
zoals pH, voeding en toxiciteit. De moderne bacteriologie bevestigt steeds meer
dat er zelfs in gecontroleerde laboratoriumomstandigheden geen vaste
bacteriesoorten bestaan. Dit verklaart waarom antibiotica vaak niet werken (ze
richten zich slechts op één vorm van een veelvormig organisme), waarom ziekten
ondanks behandeling terugkeren en waarom sommige mensen die worden blootgesteld
aan ‘besmettelijke’ ziekten niet ziek worden. De medische wereld verzet zich
tegen pleomorfisme omdat het accepteren ervan een eeuw van medisch onderwijs en
de hele farmaceutische benadering van ziekte ongeldig zou maken.
3. Homeostase: de
sleutel tot gezondheid
Homeostase
vertegenwoordigt het opmerkelijke vermogen van het lichaam om stabiele interne
omstandigheden te handhaven door middel van complexe feedbackmechanismen,
waardoor temperatuur, pH, bloedsuiker, mineralen en duizenden andere parameters
binnen nauwe marges worden gehouden die essentieel zijn voor het leven. Wanneer
homeostatische mechanismen goed functioneren, ‘zoemt’ het lichaam – gekenmerkt
door een goede nachtrust, overvloedige energie, afwezigheid van symptomen en
weerstand tegen ziekten. Wanneer de homeostase verstoord is, ‘toetert’ het
lichaam met symptomen als vermoeidheid, hoofdpijn, spijsverteringsproblemen en
vatbaarheid voor infecties. Het lichaam kan zich tijdelijk aanpassen aan
uitdagingen, maar chronische verstoring put deze mechanismen uit, wat leidt tot
degeneratieve ziekten. Gezondheid is niet de afwezigheid van ziektekiemen, maar
het handhaven van de homeostase door middel van goede voeding,
stressbeheersing, lichaamsbeweging en het vermijden van giftige stoffen.
4. Het terrein is
alles
Claude Bernards
concept van het milieu intérieur (interne omgeving) onthulde dat organismen
niet in de externe wereld leven, maar in hun eigen interne vloeistofomgeving,
die opmerkelijk stabiele omstandigheden handhaaft, ongeacht externe
veranderingen. Ziekte is niet het gevolg van een invasie van ziektekiemen, maar
van verstoringen in dit interne terrein. Net zoals zaden de juiste
bodemomstandigheden nodig hebben om te groeien, kunnen potentieel schadelijke
bacteriën zich alleen vermenigvuldigen in een ongezonde omgeving die wordt
gekenmerkt door zuurgraad, toxiciteit en uitputting van voedingsstoffen.
Bernards woorden op zijn sterfbed, “De ziektekiem is niets, de omgeving is
alles”, waren in tegenspraak met de theorie van Pasteur. Wanneer de omgeving gezond
is, met een juiste pH-waarde, voldoende voedingsstoffen en een efficiënte
afvoer, blijven dezelfde organismen die ziekte kunnen veroorzaken onschadelijk
of zelfs heilzaam.
5. De suikerramp
Amerikanen
consumeren jaarlijks meer dan 150 pond suiker, wat een cascade van
homeostatische verstoringen veroorzaakt die ten grondslag liggen aan de meeste
chronische ziekten. Suiker dwingt de alvleesklier om voortdurend insuline te
produceren, wat leidt tot uitputting en diabetes. Een hoge insulinespiegel zet
suiker om in vet en creëert triglyceriden en cholesterol, wat hartziekten
bevordert. Suiker put mineralen uit die essentieel zijn voor de werking van
enzymen, creëert zuurheid waardoor het lichaam calcium uit de botten moet
halen, voedt ziekteverwekkende organismen en onderdrukt de immuunfunctie
gedurende uren na consumptie, en werkt als een antinutriënt die voedingsstoffen
wegneemt zonder iets heilzaams te bieden. Onderzoek toont aan dat een optimale
gezondheid wordt bereikt bij een nuchtere bloedglucosespiegel tussen 75-85 mg%,
maar de meeste Amerikanen overschrijden dit bereik ruimschoots.
6. De vier aspecten
van gezondheid
Gezondheid hangt af
van het evenwicht in vier onderling verbonden aspecten die bepalen of het
lichaam zijn homeostase behoudt of verliest. Aspect I omvat psychologische
factoren: hoe we ervaringen interpreteren, met stress omgaan en emoties
verwerken, heeft net zo’n grote invloed op de lichaamschemie als onze
voedingskeuzes. Aspect II omvat alles wat we in onze mond stoppen: voedsel,
water, medicijnen en andere stoffen die het evenwicht ondersteunen of
verstoren. Gebied III heeft betrekking op omgevingsfactoren, van chemicaliën en
elektromagnetische straling tot lichaamsbeweging en slaappatronen. Gebied IV
heeft betrekking op structurele afstemming, waarbij wordt erkend dat de fysieke
structuur de biochemie beïnvloedt, net zoals chemie de integriteit van weefsels
beïnvloedt. Problemen in een bepaald gebied hebben invloed op de andere
gebieden, waardoor het essentieel is om aandacht te besteden aan alle vier de
gebieden voor een goede gezondheid.
7. Het verband
tussen enzymen, spijsvertering en immuniteit
Wanneer de
homeostase wordt verstoord, kunnen spijsverteringsenzymen niet optimaal
functioneren, waardoor voedsel onvolledig wordt verteerd. Deze gedeeltelijke
eiwitmoleculen en gefermenteerde koolhydraten komen via een aangetaste
darmbarrière in de bloedbaan terecht, waardoor het immuunsysteem reageert omdat
het lichaam voedseldeeltjes als indringers beschouwt. Hierdoor wordt het
immuunsysteem voortdurend geactiveerd, waardoor het zijn vermogen om echte
bedreigingen aan te pakken uitput. Het overbelaste immuunsysteem veroorzaakt
chronische ontstekingen, auto-immuunziekten waarbij het lichaam zichzelf
aanvalt, en vatbaarheid voor zowel infectieziekten als degeneratieve ziekten.
Deze vicieuze cirkel kan alleen worden doorbroken door de homeostase te
herstellen, zodat enzymen goed functioneren en de darmbarrière intact blijft.
8. Moderne
bevestiging van oude wijsheid
Meerdere
wetenschappers die onafhankelijk van elkaar in verschillende eeuwen hebben
gewerkt, hebben vergelijkbare verschijnselen ontdekt die in tegenspraak zijn
met de kiemtheorie. Gaston Naessens vond somatiden, Wilhelm Reich ontdekte
bions, Guenther Enderlein documenteerde endobionten – allemaal beschrijvingen
van kleine, onverwoestbare deeltjes die zich onder bepaalde omstandigheden tot
bacteriën kunnen ontwikkelen. Deze parallelle ontdekkingen met behulp van
verschillende methoden en technologieën suggereren een fundamentele waarheid over
leven en ziekte. Oude geneeswijzen, van Hippocrates tot de Chinese geneeskunde,
legden de nadruk op evenwicht in plaats van op het bestrijden van ziekte,
vanuit het besef dat gezondheid afhankelijk is van het behoud van innerlijke
harmonie. Modern onderzoek op het gebied van psychoneuroimmunologie en
epigenetica bevestigt deze concepten in toenemende mate en toont aan dat
emotionele toestanden, overtuigingen en omgevingsfactoren een krachtige invloed
hebben op genetische expressie en de ontwikkeling van ziekten.
9. Het falen van
vaccins en antibiotica
Historische
gegevens tonen aan dat 90% van de infectieziekten vóór de komst van vaccins
werd uitgeroeid door verbeterde hygiëne, voeding en levensomstandigheden, maar
toch krijgen vaccins de eer voor overwinningen die te danken zijn aan zeep en
riolering. Studies tonen aan dat vaccins vaak falen: meer dan 80% van de
gevallen van kinkhoest komt voor bij volledig gevaccineerde kinderen, en het
orale poliovaccin werd de enige oorzaak van polio in Amerika. Antibiotica
creëren resistente superbacteriën en vernietigen tegelijkertijd nuttige
bacteriën die essentieel zijn voor de spijsvertering, immuniteit en
vitamineproductie. Beide interventies richten zich op afzonderlijke vormen van
pleomorfe organismen die kunnen veranderen in resistente vormen, onderdrukken
symptomen zonder de oorzaken aan te pakken en beschadigen het eigen
afweersysteem van het lichaam. De overtuiging dat we de natuur kunnen
overwinnen door middel van farmaceutische oorlogsvoering heeft meer problemen
gecreëerd dan opgelost.
10. De economische
gevangenis van ziekte
Het paradigma van
de kiemtheorie heeft een medisch-farmaceutisch complex van biljoenen dollars
gecreëerd dat profiteert van ziekte in plaats van gezondheid. De
gezondheidszorg verbruikt 12% van het bbp en de kosten stijgen jaarlijks met
12,5%, maar Amerikanen zijn zieker dan ooit en staan op de eerste plaats van de
geïndustrialiseerde landen wat betreft kindersterfte, kankerincidentie en
chronische ziekten. Het systeem beloont dure behandelingen boven preventie,
waarbij 24 cent van elke dollar voor gezondheidszorg naar administratie gaat in
plaats van naar zorg. Farmaceutische bedrijven richten hun onderzoek op
winstgevende, octrooieerbare geneesmiddelen, terwijl interventies op het gebied
van voeding en levensstijl minimale financiering krijgen, ondanks hun bewezen
effectiviteit. Deze economische structuur maakt zieke mensen tot winstgevende
klanten, waardoor er perverse prikkels ontstaan die preventie en genezing in de
weg staan.
11. De noodzaak van
een paradigmaverschuiving
Het paradigma van
de kiemtheorie maakt een crisis door die voorafgaat aan een wetenschappelijke
revolutie: er stapelen zich anomalieën op die het niet kan verklaren, beloften
om ziekten te overwinnen worden niet waargemaakt en miljoenen mensen zoeken
naar alternatieven nadat de conventionele geneeskunde hen in de steek heeft
gelaten. Het alternatieve paradigma bestaat al: gezondheid hangt af van het
handhaven van homeostase door middel van levensstijlkeuzes in plaats van het
bestrijden van ziektekiemen. Deze verschuiving vereist het overwinnen van
weerstand van gevestigde belangen in het medisch-farmaceutische complex,
medische onderwijssystemen en culturele opvattingen over ziekte. Zoals Thomas
Kuhn opmerkte, worden paradigmaverschuivingen onvermijdelijk wanneer het falen
van het oude model onmiskenbaar wordt en een nieuwe generatie opkomt die niet
gebukt gaat onder investeringen in het falende systeem.
12.
Verantwoordelijkheid terugwinnen
De grootste vloek
van Pasteurs kiemtheorie is dat deze individuen hun verantwoordelijkheid voor
hun eigen gezondheid ontnam en hen afhankelijk maakte van medische
autoriteiten. Mensen leggen niet langer een verband tussen hun dagelijkse
keuzes op het gebied van voeding, stress en omgeving en hun gezondheid, maar
geloven in plaats daarvan dat ziekte willekeurig toeslaat en dat alleen artsen
redding kunnen bieden. Om gezondheid terug te winnen, moet je begrijpen dat je
lichaam over opmerkelijke zelfgenezende vermogens beschikt wanneer het op de
juiste manier wordt ondersteund, dat ziekte het gevolg is van opgebouwde
levensstijlfactoren in plaats van willekeurige aanvallen van ziektekiemen, en
dat eenvoudige veranderingen in voeding, stressmanagement en het vermijden van
giftige stoffen symptomen kunnen verhelpen die door de geneeskunde als
ongeneeslijk worden beschouwd. De oplossing is niet het vinden van de juiste
pil, maar het stoppen van wat de onbalans veroorzaakt, waardoor de
verantwoordelijkheid en macht terugkeren naar individuen die als enigen de
dagelijkse keuzes kunnen maken die bepalend zijn voor hun gezondheid.
De gouden tip
Het meest
diepgaande en minst bekende idee in het boek is dat de bacteriën die met ziekte
worden geassocieerd, in feite voortkomen uit de transformatie van de eigen
fundamentele levensdeeltjes van het lichaam en niet uit een externe invasie. De
microzyma’s van Béchamp, die in alle levende materie voorkomen en zelfs na de
dood blijven bestaan, kunnen letterlijk van vorm veranderen van gunstige naar
pathologische vormen, uitsluitend op basis van de gezondheid van hun omgeving.
Dit betekent dat de streptokokkenbacteriën die in keelontsteking worden
aangetroffen, de tuberculosebacillen bij tbc-patiënten of de kankercellen in
tumoren geen vreemde indringers zijn die op de een of andere manier de afweer
van het lichaam hebben doorbroken, maar dat het lichaamseigen cellulaire
componenten zijn die zijn getransformeerd als reactie op toxische, zure of
voedingsarme omstandigheden. Deze transformatie is omkeerbaar: wanneer de
interne omgeving weer gezond wordt door een juiste pH-waarde, voeding en
ontgifting, kunnen dezezelfde pathologische vormen weer terugkeren naar hun
heilzame staat. Dit ene concept zet ons begrip van de oorzaak van ziekten
volledig op zijn kop en verklaart waarom identieke blootstelling aan
“ziektekiemen” bij sommigen ziekte veroorzaakt en bij anderen niet. Het gaat
niet om de aanwezigheid van bacteriën, maar om de toestand van het terrein dat
bepaalt of onze eigen cellulaire componenten hun gezonde vorm behouden of
veranderen in ziekteverwekkende organismen.
30 vragen en
antwoorden
Vraag 1: Wat is de
‘vloek’ die Nancy Appleton aan Louis Pasteur toeschrijft, en waarom beschouwt
zij zijn kiemtheorie als een vloek in plaats van een zegen?
Antwoord: De vloek van
Louis Pasteur verwijst naar de manier waarop zijn kiemtheorie het dominante
medische paradigma werd en de gezondheidszorg meer dan een eeuw lang
fundamenteel op het verkeerde spoor heeft gezet. Deze theorie stelt dat het
lichaam steriel is en dat externe kiemen uit de lucht ziekten veroorzaken, wat
mensen heeft aangemoedigd om de verantwoordelijkheid voor hun gezondheid uit
handen te geven aan de medische wereld. In plaats van mensen in staat te
stellen te begrijpen hoe hun levensstijlkeuzes hun gezondheid beïnvloeden,
heeft de kiemtheorie een systeem gecreëerd waarin mensen passief wachten op de
juiste pil of drank om ziekteverwekkende kiemen te vernietigen.
Dit paradigma is
een vloek geworden omdat het ervoor heeft gezorgd dat andere logische theorieën
over de oorzaak van ziekten in dovemansoren zijn gevallen, met name die welke
de nadruk leggen op de interne omgeving van het lichaam en persoonlijke
verantwoordelijkheid. Ondanks de steeds hogere uitgaven voor farmaceutisch
onderzoek en medische zorg, blijven degeneratieve ziekten toenemen, terwijl de
medische wereld zich blijft richten op het vinden van geneesmiddelen in plaats
van het aanpakken van de oorzaken. Deze vloek heeft een farmaceutische
industrie van miljarden dollars gecreëerd, terwijl mensen zieker zijn dan ooit,
leven met symptomen en sterven aan ziekten die ze nooit hadden mogen krijgen.
Vraag 2: Waarin
verschilt de kiemtheorie van ziekte van de pleomorfe theorie van Antoine
Béchamp, en wat zijn de praktische implicaties van elke benadering?
Antwoord: De
kiemtheorie stelt dat bacteriën monomorf zijn (vast van vorm), dat normaal
gezond weefsel steriel is en dat specifieke externe kiemen specifieke ziekten
veroorzaken. Dit leidt tot een medische benadering die gericht is op het
identificeren en doden van bepaalde kiemen met antibiotica, vaccins en andere
medicijnen. Elke ziekte wordt gezien als een ziekte met één enkele veroorzaker
die moet worden vernietigd.
De pleomorfe
theorie van Béchamp biedt een radicaal andere visie: microzyma’s (kleine
moleculaire korrels) komen voor in alle levende materie en kunnen zich
ontwikkelen tot ziekteverwekkende bacteriën wanneer de interne omgeving
ongezond wordt. Bacteriën kunnen gedurende hun levenscyclus van vorm
veranderen, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Dit betekent dat ziekte
van binnenuit ontstaat wanneer het lichaam giftig of uit balans raakt, en niet
door een externe invasie. De praktische implicatie is ingrijpend: in plaats van
te proberen ziektekiemen te doden, moeten we ons richten op het handhaven van
een gezonde interne omgeving door middel van goede voeding, stressmanagement en
levensstijlkeuzes. De behandeling zou zich richten op de onderliggende onbalans
in plaats van op de symptomen.
Vraag 3: Wat is
homeostase en waarom wordt het beschouwd als de sleutel tot een optimale
gezondheid?
Antwoord: Homeostase is
de dynamische balans in het lichaam waarin alle systemen optimaal en in
harmonie functioneren. Het vertegenwoordigt het opmerkelijke vermogen van het
lichaam om stabiele interne omstandigheden te handhaven ondanks voortdurende
externe uitdagingen. Wanneer er homeostase heerst, scheiden de endocriene
klieren de juiste hoeveelheden hormonen af, verwerkt het spijsverteringsstelsel
voedsel volledig, stroomt het bloed vrij met voldoende zuurstof en
voedingsstoffen en verwijdert het immuunsysteem op efficiënte wijze ongewenste
deeltjes.
Homeostase is
essentieel voor de gezondheid omdat het bepalend is voor het vermogen van het
lichaam om ziekten te weerstaan en vitaal te blijven. Wanneer de homeostatische
mechanismen goed werken, ‘zoemt’ het lichaam – wat zich uit in een goede
nachtrust, een fris gevoel bij het ontwaken, geen vermoeidheid behalve na het sporten
en minimale symptomen. Wanneer de homeostase echter verstoord is, ‘toetert’ het
lichaam met symptomen als allergieën, hoofdpijn, spijsverteringsproblemen en
chronische vermoeidheid. Het lichaam kan zich maar een bepaalde tijd aanpassen
aan aanvallen; wanneer het het evenwicht niet langer kan handhaven, treedt
degeneratie op. Gezondheid is in wezen de toestand die wordt bereikt wanneer
een individu zich aanpast en het lichaam in zijn oorspronkelijke integriteit
herstelt.
Vraag 4: Wat zijn
microzymen volgens Béchamp en hoe verhouden ze zich tot de ontwikkeling van
ziekten?
Antwoord: Microzymen
zijn kleine moleculaire korrels die Béchamp identificeerde als de fundamentele
eenheden van het leven, nog kleiner dan cellen. Hij ontdekte dat deze ‘kleine
fermenten’ in alle levende materie aanwezig zijn – in cellen, bloed en weefsels
– en vrijwel onverwoestbaar zijn. Ze overleven na de dood van het organisme en
zijn de bouwers van cellen, die onder bepaalde omstandigheden kunnen evolueren
tot bacteriën. Béchamp toonde aan dat microzymen pleomorf zijn, wat betekent
dat ze van vorm kunnen veranderen op basis van de gezondheid van hun omgeving.
In gezond weefsel
met een goede pH-waarde en voedingsbalans behouden microzymen hun normale
functies en ondersteunen ze het leven. Wanneer de interne omgeving echter
giftig, zuur of voedingsarm wordt, kunnen dezezelfde microzymen evolueren tot
pathologische bacteriën die bijdragen aan ziekte. Dit proces verklaart waarom
ziekte zich van binnenuit ontwikkelt in plaats van door externe invasie. De
microzymen veroorzaken zelf geen ziekte, maar veranderen in schadelijke vormen
wanneer het lichaam ongezond wordt door slechte voeding, stress, toxines of
andere levensstijlfactoren. Dit inzicht verschuift de focus van het doden van
ziektekiemen naar het handhaven van een gezonde interne omgeving waarin
microzymen in hun gunstige staat blijven.
Vraag 5: Hoe daagde
Claude Bernards concept van het ‘milieu intérieur’ (interne omgeving) het
heersende medische denken van zijn tijd uit?
Antwoord: Bernards
concept van de interne omgeving zorgde voor een revolutie in het medisch denken
door te stellen dat de stabiliteit van de interne omgeving de voorwaarde is
voor een vrij en onafhankelijk leven. Hij stelde dat organismen niet echt in de
externe omgeving leven, maar in hun eigen vloeibare interne omgeving: het bloed
en de vloeistoffen waarin de cellen baden. Deze interne zee houdt de
temperatuur, druk en chemische samenstelling opmerkelijk constant, ongeacht
externe veranderingen.
Dit daagde de
heersende medische denkwijze op verschillende manieren uit. Ten eerste
suggereerde het dat ziekte het gevolg is van verstoringen in dit interne
evenwicht en niet van externe aanvallen. Ten tweede benadrukte het dat het
lichaam over geavanceerde mechanismen beschikt om de stabiliteit te handhaven,
waardoor het een actieve deelnemer is aan de gezondheid en geen passief
slachtoffer van ziektekiemen. Bernards beroemde uitspraak op zijn sterfbed, “De
ziektekiem is niets, het terrein is alles”, was in directe tegenspraak met de
kiemtheorie van Pasteur. Zijn werk impliceerde dat het handhaven van de
gezondheid van de interne omgeving door middel van goede voeding en levensstijl
belangrijker was dan het bestrijden van ziektekiemen, een concept dat een
bedreiging vormde voor de opkomende farmaceutische benadering van de
geneeskunde.
Vraag 6: Welk bewijs
vond Gerald Geison in de privé-notitieboeken van Pasteur dat vragen opriep over
zijn wetenschappelijke integriteit?
Antwoord: Geisons
onderzoek van Pasteurs 10.000 pagina’s tellende
privé-laboratoriumnotitieboeken, die 80 jaar lang geheim waren gehouden, bracht
meerdere gevallen van wetenschappelijk wangedrag aan het licht. Tijdens de
beroemde demonstratie van het antraxvaccin in Pouilly-le-Fort beweerde Pasteur in
het openbaar dat hij een door hem ontwikkeld, met zuurstof verzwakt vaccin had
gebruikt, maar uit zijn notitieboeken blijkt dat hij in werkelijkheid een
chemisch behandeld vaccin had gebruikt dat was ontwikkeld door zijn concurrent
Jean-Joseph Henri Toussaint. Pasteur heeft zowel het publiek als de
wetenschappelijke gemeenschap opzettelijk misleid over de ware aard van het
vaccin, wat Geison “een duidelijk geval van wetenschappelijk wangedrag” noemt.
Even verontrustend
was Pasteurs eerste proef met het rabiësvaccin op mensen, op Joseph Meister.
Hoewel Pasteur publiceerde dat hij het vaccin zonder problemen op vijftig
honden had getest voordat hij de jongen behandelde, blijkt uit zijn
notitieboeken dat hij een heel andere aanpak op dieren had getest – eigenlijk
het tegenovergestelde van wat hij bij Meister gebruikte. Hij diende de jongen
achtereenvolgens sterkere doses rabiësvirus toe zonder dat er sluitend bewijs
was dat de techniek werkte. Zijn collega Emile Roux weigerde mee te werken en
noemde het “een onethische vorm van experimenteren op mensen”. Deze
onthullingen suggereren dat Pasteur meer waarde hechtte aan roem en het
bewijzen van zijn theorieën dan aan wetenschappelijke integriteit en ethisch
gedrag.
Vraag 7: Wat is
pleomorfisme en waarom is de medische wereld terughoudend om dit concept te
accepteren?
Antwoord: Pleomorfisme
is het fenomeen waarbij micro-organismen tijdens hun levenscyclus van vorm
kunnen veranderen en op basis van omgevingsfactoren van het ene type in het
andere kunnen transformeren. Volgens deze theorie kan een eenvoudige bacterie
verschillende stadia doorlopen – van virusachtige deeltjes tot bacteriën tot
schimmelvormen – afhankelijk van factoren als pH, voeding en toxiciteit van hun
omgeving. Dit betekent dat hetzelfde organisme op verschillende momenten als
verschillende “soorten” kan voorkomen en dat bacteriën die in ziekten worden
aangetroffen, mogelijk afkomstig zijn van de eigen cellen van het lichaam in
plaats van van een externe invasie.
De medische wereld
verzet zich tegen pleomorfisme omdat het accepteren ervan de hele basis van de
moderne geneeskunde, die is gebaseerd op de kiemtheorie van Pasteur, zou
ondermijnen. Het zou betekenen dat de postulaten van Koch (één ziektekiem, één
ziekte) ongeldig zijn, dat de meeste antibiotica en vaccins slechts op één vorm
van een veelvormig organisme zijn gericht en dat de farmaceutische industrie,
die biljoenen dollars waard is, zich op het verkeerde spoor bevindt. Bovendien
is pleomorfisme complexer om te begrijpen en te diagnosticeren dan het
eenvoudige model van ‘één ziektekiem, één remedie’. Het accepteren ervan zou
betekenen dat een eeuw van medisch onderwijs en praktijk fundamenteel gebrekkig
is geweest, en zou de verantwoordelijkheid voor de gezondheid verschuiven van
het vinden van het juiste medicijn naar het handhaven van een goed
lichaamsterrein.
Vraag 8: Hoe geeft de
lichaamschemie, met name de calcium-fosforverhouding, de algehele
gezondheidstoestand aan?
Antwoord: De
calcium-fosforverhouding dient als een cruciale indicator voor de algehele
chemische balans en homeostase van het lichaam. Wanneer deze verhouding goed in
balans is, zijn alle andere mineralen in het lichaam doorgaans ook in balans,
waardoor vitamines en enzymen optimaal kunnen functioneren. De ideale verhouding
zorgt voor een goede werking van enzymen, een volledige vertering van voedsel
en een efficiënte celstofwisseling. Door het calciumgehalte in de urine te
testen, kan worden vastgesteld of het lichaam te veel, te weinig of een normale
hoeveelheid calcium afscheidt, wat een indicatie is van de mineralenbalans in
het hele systeem.
Wanneer de
calcium-fosforverhouding uit balans raakt, duidt dit op een bredere disfunctie.
Te veel fosfor in verhouding tot calcium betekent dat calcium niet in de urine
terechtkomt en mogelijk uit botten en tanden wordt onttrokken. Te weinig fosfor
veroorzaakt overmatige calciumuitscheiding. Beide onevenwichtigheden
beïnvloeden de werking van alle andere mineralen, waardoor enzymsystemen en
metabolische processen worden aangetast. Deze verstoring kan zich uiten in
symptomen zoals vermoeidheid, slechte spijsvertering, stemmingswisselingen en
uiteindelijk degeneratieve ziekten. De verhouding raakt verstoord door factoren
zoals overmatige suikerconsumptie, stress, bewerkte voedingsmiddelen en
milieutoxines. Door deze verhouding te controleren met eenvoudige thuistests,
kunt u op een toegankelijke manier bijhouden of uw levensstijlkeuzes de
homeostase in stand houden of verstoren.
Vraag 9: Welke rol
speelt de pH-balans bij het behoud van de gezondheid en wat gebeurt er als het
lichaam te zuur of te basisch wordt?
Antwoord: De pH-balans
is cruciaal voor het behoud van de gezondheid, omdat alle biochemische
processen in het lichaam binnen zeer smalle pH-bereiken functioneren. Het bloed
moet een licht alkalische pH tussen 7,35 en 7,45 behouden, en zelfs kleine
variaties kunnen de werking ervan verstoren. Wanneer de balans goed is, werken
enzymen efficiënt, wordt zuurstof goed getransporteerd, worden voedingsstoffen
opgenomen en verloopt het celmetabolisme normaal. Het lichaam heeft
geavanceerde buffersystemen die mineralen zoals natriumbicarbonaat en
kaliumbicarbonaat gebruiken om deze cruciale balans te handhaven.
Wanneer het lichaam
te zuur wordt, wat in het moderne leven veel vaker voorkomt, moet het mineralen
uit botten, tanden en weefsels onttrekken om het zuur te bufferen, wat leidt
tot osteoporose en weefselafbraak. Zuurgraad creëert een omgeving waarin
ongezonde bacteriën en kankercellen gedijen, terwijl nuttige bacteriën
afsterven. De werking van enzymen wordt verstoord, wat leidt tot onvolledige
spijsvertering en ophoping van giftige stoffen. Het lichaam kan symptomen
ontwikkelen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn en een verhoogde
vatbaarheid voor infecties. Chronische verzuring dwingt het lichaam om zuren op
te slaan in vetcellen ter bescherming, wat bijdraagt aan gewichtstoename en
cellulitis. Omgekeerd kan overmatige alkaliteit, hoewel minder vaak voorkomend,
zijn eigen problemen veroorzaken, waaronder spiertrekkingen, verwarring en
misselijkheid. Om een goede pH-waarde te behouden, moet men zuurvormende
voedingsmiddelen zoals suiker en bewerkte producten vermijden en de nadruk
leggen op alkaliserende groenten en stressvermindering.
Vraag 10: Hoe bouwde
Walter B. Cannon voort op het eerdere werk van Claude Bernard en moderniseerde
hij dit met zijn concept van homeostase?
Antwoord: Cannon
synthetiseerde Bernards concept van het milieu intérieur in de jaren twintig
van de vorige eeuw tot het meer omvattende en praktische kader van homeostase.
Terwijl Bernard zich concentreerde op de constantheid van de interne omgeving,
breidde Cannon dit uit om de specifieke mechanismen te beschrijven waarmee het
lichaam zijn stabiliteit handhaaft. Hij verving Bernards ietwat abstracte notie
door het concept van een ‘vloeibare matrix’ die wordt beïnvloed door zowel
interne als externe omgevingen, waardoor het beter toepasbaar werd voor het
begrijpen van ziekten. Cannon stelde vast dat het suiker-, calcium- en andere
stofgehalte in het bloed binnen zeer nauwe marges moet blijven, waardoor
meetbare parameters voor de gezondheid werden verschaft.
Het belangrijkste
was dat Cannon zes principes van homeostase formuleerde die verklaarden hoe het
lichaam zichzelf reguleert via feedbacksystemen. Hij beschreef hoe
tegengestelde krachten automatisch elke neiging tot verandering tegengaan, hoe
verschillende homeostatische middelen naar behoefte samenwerken of
antagonistisch werken, en hoe het lichaam middelen verschuift om kritieke
functies in stand te houden. Zijn werk over de vecht-of-vluchtreactie toonde
aan hoe emotionele toestanden de lichamelijke gezondheid beïnvloeden, waardoor
een brug werd geslagen tussen psychologie en fysiologie. Door de inzichten van
Bernard te systematiseren en praktische toepassingen toe te voegen, maakte
Cannon het concept toegankelijk voor verschillende medische disciplines en
legde hij de basis voor het begrip van psychosomatische geneeskunde. Zijn kader
was in tegenspraak met de kiemtheorie van Pasteur, omdat hij ziekte beschouwde
als een storing in de zelfregulering in plaats van een externe invasie.
Vraag 11: Wat zijn de
vier gezondheidsgebieden die bepalen of de elektrochemie van het lichaam in
balans blijft?
Antwoord: Gebied I
betreft het psychologische domein: de keuzes die we maken en hoe we
interpreteren wat wij en anderen denken, zeggen en doen. Dit gebied erkent de
diepgaande verbinding tussen lichaam en geest, waarbij gedachten en emoties een
directe invloed hebben op de lichamelijke gezondheid. Woede, depressie of
negatieve oordelen kunnen de lichaamschemie net zo goed verstoren als slechte
voedingskeuzes. Hoe we op stress reageren, of we woede internaliseren of onze
gevoelens op een constructieve manier uiten, bepaalt of onze mentale toestand
de homeostase versterkt of verstoort.
Arena II omvat
alles wat we in onze mond stoppen: voedsel, water, alcohol, sigaretten,
medicijnen of recreatieve drugs. Arena III heeft betrekking op onze omgeving,
waaronder bronnen van licht, warmte, elektriciteit, chemicaliën in onze huizen,
kwikvullingen en blootstelling aan aluminium, plus lichaamsgewoonten zoals
lichaamsbeweging, slaappatronen en uitscheiding. Arena IV heeft betrekking op
onze fysieke structuur en lichaamshouding, waarbij wordt erkend dat structurele
problemen de biochemie kunnen beïnvloeden, net zoals een slechte chemie de
integriteit van het weefsel verzwakt. Alle vier de arena’s zijn even belangrijk
en onderling verbonden – problemen in de ene arena hebben invloed op de andere.
Echte gezondheid vereist aandacht voor alle vier de gebieden, want alleen
focussen op voeding en emotionele stress of milieutoxines negeren, leidt niet
tot blijvend welzijn.
Vraag 12: Hoe verstoort
suikerconsumptie specifiek de homeostase en draagt het bij aan ziekte?
Antwoord: Suikerconsumptie
veroorzaakt een cascade van verstoringen van de homeostase die meerdere
lichaamssystemen beïnvloeden. Wanneer we suiker eten, stijgt de bloedglucose
snel, waardoor de alvleesklier insuline moet afscheiden om het evenwicht te
herstellen. Amerikanen consumeren gemiddeld 152 pond suiker per jaar – meer dan
een half kopje per dag – waardoor dit mechanisme continu moet werken. Het
menselijk lichaam beschikt simpelweg niet over de mechanismen om de
bloedsuikerspiegel te reguleren en zulke enorme hoeveelheden suiker te
verteren. Deze constante stress put de alvleesklier uit en kan leiden tot
insulineresistentie en diabetes.
Naast verstoring
van de bloedsuikerspiegel veroorzaakt een teveel aan suiker tal van andere
problemen. Hoge insulinespiegels zetten suiker om in vet, wat gewichtstoename
bevordert, en zetten calorieën om in triglyceriden en cholesterol, waardoor het
risico op hart- en vaatziekten toeneemt. Suiker put de mineralen uit die nodig
zijn voor de stofwisseling, met name calcium en fosfor, waardoor de
mineralenbalans die essentieel is voor de werking van enzymen wordt verstoord.
Het voedt ziekteverwekkende bacteriën en gisten en onderdrukt de immuunfunctie
gedurende uren na consumptie. Suiker zorgt voor verzuring, waardoor het lichaam
mineralen uit botten en tanden moet onttrekken om de pH-balans in stand te
houden. Onderzoek toont aan dat personen met een nuchtere bloedglucose tussen
75-85 mg% minimale ziekte hebben, terwijl personen buiten dit bereik toenemende
gezondheidsproblemen vertonen. Suiker werkt in wezen als een anti-voedingsstof,
die voedingsstoffen onttrekt zonder enige voedingswaarde te bieden, waardoor
het een van de belangrijkste voedingsfactoren is die de homeostase verstoren.
Vraag 13: Wat is het
verband tussen spijsverteringsenzymen, gedeeltelijk verteerd voedsel en
disfunctie van het immuunsysteem?
Antwoord: Wanneer het
lichaam uit balans raakt, kunnen spijsverteringsenzymen niet optimaal
functioneren omdat ze specifieke pH-waarden en minerale cofactoren nodig hebben
om goed te kunnen werken. Deze enzymatische disfunctie betekent dat voedsel
niet volledig kan worden afgebroken, waardoor gedeeltelijk verteerde
eiwitmoleculen, onverteerde vetten en gefermenteerde koolhydraten via een
aangetaste darmbarrière in de bloedbaan terechtkomen. Deze voedseldeeltjes
worden herkend als vreemde indringers, wat een immuunrespons veroorzaakt omdat
het lichaam deze ongewenste bezoekers probeert te verwijderen.
Dit creëert een
vicieuze cirkel van uitputting van het immuunsysteem. De primaire taak van het
immuunsysteem is het afweren van externe bedreigingen zoals bacteriën en
virussen, niet het voortdurend verwerken van voedseldeeltjes uit elke maaltijd.
Wanneer het immuunsysteem gedwongen wordt om dag in dag uit, jaar in jaar uit
te reageren op gedeeltelijk verteerd voedsel, raakt het overweldigd en kan het
niet meer adequaat reageren op echte bedreigingen. Deze chronische
immuunactivatie veroorzaakt ontstekingen in het hele lichaam, draagt bij aan
auto-immuunziekten waarbij het lichaam zijn eigen weefsels aanvalt, en maakt
mensen vatbaar voor zowel infectieziekten als degeneratieve ziekten. Het
uitgeputte immuunsysteem, samen met de gestresste endocriene en
spijsverteringssystemen die in harmonie daarmee werken, creëert een toestand
van chronische ziekte. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken, moet de
homeostase worden hersteld, zodat enzymen goed functioneren en de darmbarrière
intact blijft.
Vraag 14: Hoe verhoudt
de somatid-theorie van Gaston Naessens zich tot het eerdere microzyma-concept
van Béchamp?
Antwoord: Naessens
ontdekte onafhankelijk van Béchamp kleine levende deeltjes die hij ‘somatiden’
noemde en die opmerkelijk veel lijken op de microzyma’s die Béchamp een eeuw
eerder had beschreven. Met behulp van zijn speciaal ontworpen somatoscoopmicroscoop
met een vergroting van 30.000x observeerde Naessens deze subcellulaire deeltjes
in alle biologische vloeistoffen en ontdekte hij dat ze vrijwel onverwoestbaar
zijn en extreme omstandigheden kunnen overleven. Net als de microzyma’s van Béchamp
zijn somatiden pleomorf en doorlopen ze verschillende stadia, afhankelijk van
de gezondheid van hun omgeving. In gezond bloed komen ze voor in drie
eenvoudige vormen, maar in ziektetoestanden ontwikkelen ze zich tot dertien
extra pathologische vormen.
Beide theorieën
stellen dat deze deeltjes fundamentele eenheden van het leven zijn die al vóór
de cellen bestaan en die, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, weefsel
kunnen opbouwen of vernietigen. Naessens concludeerde, net als Béchamp, dat
wanneer het lichaam giftig of uit balans raakt, deze normaal gesproken heilzame
deeltjes veranderen in pathologische vormen die verband houden met ziekte. Zijn
werk leverde een moderne technologische bevestiging van de eerdere observaties
van Béchamp, waarbij hij gebruik maakte van geavanceerde microscopie om de
pleomorfe veranderingen te documenteren die Béchamp slechts gedeeltelijk kon
waarnemen. Beide wetenschappers werden op vergelijkbare wijze afgewezen door de
medische wereld, waarbij Naessens zelfs werd vervolgd voor zijn alternatieve
kankerbehandelingen. Hun parallelle ontdekkingen, die onafhankelijk van elkaar
in de loop van een eeuw werden gedaan, suggereren een fundamentele waarheid
over de aard van het leven en ziekte die in tegenspraak is met het geaccepteerde
paradigma van de kiemtheorie.
Vraag 15: Wat zijn de
economische gevolgen van het paradigma van de kiemtheorie voor de kosten van de
gezondheidszorg en de ontwikkeling van geneesmiddelen?
Antwoord: Het paradigma
van de kiemtheorie heeft geleid tot een medisch-farmaceutisch complex van
biljoenen dollars dat zich richt op de ontwikkeling van dure geneesmiddelen en
behandelingen in plaats van op het voorkomen van ziekten. De uitgaven voor
gezondheidszorg bedragen bijna 12% van het bruto nationaal product, met een
jaarlijkse stijging van 12,5%, maar Amerikanen zijn zieker dan ooit. De
farmaceutische industrie behaalde alleen al in 1990 een winst van 18% op een
omzet van 57 miljard dollar, terwijl de medicijnprijzen in de jaren tachtig met
152% stegen. Van elke dollar die aan gezondheidszorg wordt uitgegeven, gaat 24
cent naar administratie en facturering, tegenover 11 cent in andere landen, wat
de inefficiëntie van dit complexe systeem aantoont.
Dit paradigma
stimuleert onderzoek naar winstgevende farmaceutische oplossingen in plaats van
het aanpakken van de onderliggende oorzaken. Bedrijven richten het meeste
medisch onderzoek op de ontwikkeling van patenteerbare geneesmiddelen, terwijl
interventies op het gebied van voeding en levensstijl weinig financiering
krijgen, ondanks hun bewezen effectiviteit. Het systeem creëert
afhankelijkheid: mensen geven hun verantwoordelijkheid uit handen aan artsen
die medicijnen voorschrijven die de symptomen onderdrukken zonder de oorzaken
aan te pakken. Vaccins, antibiotica en andere geneesmiddelen genereren enorme
winsten, maar creëren tegelijkertijd nieuwe problemen door bijwerkingen,
resistentie en schade aan het immuunsysteem. De economische
stimuleringsstructuur beloont het behandelen van ziekten in plaats van het voorkomen
ervan, waardoor zieke mensen winstgevende klanten worden in plaats van gezonde
burgers. Deze verkeerde toewijzing van middelen betekent dat de VS, ondanks het
feit dat het meer aan gezondheidszorg uitgeeft dan enig ander land, slecht
scoort op het gebied van gezondheidsresultaten en op de eerste plaats staat wat
betreft kindersterfte, kankerincidentie en chronische ziekten onder de
geïndustrialiseerde landen.
Vraag 16: Hoe werken
feedbacksystemen in het lichaam om het evenwicht te bewaren, en wat gebeurt er
als ze overbelast raken?
Antwoord: Feedbacksystemen
zijn continue push-pull-mechanismen die helpen om een optimaal evenwicht te
bewaren door signalen door het lichaam te sturen om afwijkingen van de
homeostase te corrigeren. Wanneer de bloedglucose na het eten stijgt, ontvangt
de alvleesklier signalen om insuline af te scheiden, waardoor cellen de glucose
kunnen opnemen en het niveau weer normaal wordt. Op dezelfde manier compenseren
andere klieren wanneer één endocriene klier de hormoonproductie vermindert,
door hun afscheiding te verhogen. Het lichaam stuurt bewuste signalen zoals
honger, dorst, vermoeidheid of pijn om ons te waarschuwen wanneer de homeostase
in gevaar is. Deze mechanismen werken door middel van tegengestelde krachten:
insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel, terwijl glucagon deze verhoogt. Geen
van beide kan in beide richtingen tegelijk werken.
Wanneer ze
herhaaldelijk worden belast door slechte voeding, chronische stress of toxines,
raken feedbacksystemen overbelast en verliezen ze hun vermogen om het evenwicht
te bewaren. De alvleesklier, uitgeput door het verwerken van overmatige suiker,
kan insulineresistentie ontwikkelen. Bijnieren die voortdurend stresshormonen
afscheiden, raken uitgeput. De overbelaste lever kan niet goed ontgiften,
waardoor gifstoffen zich ophopen. Minerale buffers raken uitgeput door het
voortdurend corrigeren van pH-onevenwichtigheden. Wanneer feedbacksystemen
falen, raakt het lichaam in een ziekelijke toestand waarin meerdere systemen
tegelijkertijd slecht functioneren. Het lichaam kan de bloedhomeostase in stand
houden door mineralen uit botten en tanden te onttrekken, wat osteoporose
veroorzaakt. Hormonale feedbackloops raken verstoord, wat leidt tot
schildklierproblemen, voortplantingsproblemen en metabool syndroom. Als deze
systemen eenmaal overweldigd zijn, is er een ingrijpende verandering van
levensstijl nodig om hun regulerende vermogen te herstellen.
Vraag 17: Welke rol
speelde Napoleon III bij het promoten van Pasteurs mechanistische visie op ziekte?
Antwoord: Napoleon III,
die in 1852 aan de macht kwam als keizer van Frankrijk, werd een cruciale
beschermheer en filosofische bondgenoot van Pasteur. De keizer geloofde in
autoritaire controle en een politiestaatmentaliteit die perfect aansloot bij Pasteurs
mechanistische visie op ziekte. Net zoals Napoleon volledige controle over de
Franse samenleving nastreefde, bood Pasteurs kiemtheorie een manier om ziekten
te bestrijden door specifieke ziektekiemen te identificeren en te vernietigen.
Deze parallel tussen politieke en medische controle was geen toeval: beide
vertegenwoordigden gecentraliseerde autoriteit over voorheen autonome systemen.
De steun van de
keizer ging verder dan filosofie en omvatte ook concrete hulp. In 1867 richtte
Napoleon III speciaal voor Pasteur een laboratorium voor fysiologische chemie
op aan de Sorbonne, waardoor hij werd bevrijd van administratieve taken en zich
volledig op zijn onderzoek kon richten. Deze keizerlijke bescherming gaf
Pasteur middelen en prestige die zijn concurrenten ontbeerden. De kiemtheorie
sloot aan bij Napoleons wereldbeeld omdat ze de verantwoordelijkheid van
individuen naar het medische apparaat van de staat verschoven – burgers werden
passieve ontvangers van medische interventies in plaats van actieve deelnemers
aan hun eigen gezondheid. Deze afstemming van medische theorie op politieke
ideologie hielp de kiemtheorie te vestigen als door de staat gesanctioneerde
waarheid, waarbij de macht van de overheid werd gebruikt om één
wetenschappelijke visie te promoten en alternatieven te onderdrukken. Het
autoritaire model van ziektebestrijding paste perfect bij Napoleons visie van
een gecontroleerde samenleving, waardoor het succes van Pasteur evenzeer
politiek als wetenschappelijk was.
Vraag 18: Waarom stelt
Appleton dat het zoeken naar geneesmiddelen in plaats van naar oorzaken de
geneeskunde op een dwaalspoor heeft gebracht?
Antwoord: De focus op
genezing gaat ervan uit dat ziekte iets is dat ons overkomt in plaats van iets
dat we zelf creëren door onze keuzes en omgeving. Deze op genezing gerichte
benadering heeft geleid tot een medisch systeem dat wacht tot de ziekte zich
manifesteert en vervolgens probeert de symptomen te onderdrukken met medicijnen
of operaties, zonder de oorzaak van de ziekte aan te pakken. Hoewel medicijnen
de symptomen tijdelijk kunnen verlichten, veroorzaken ze vaak nieuwe problemen
door bijwerkingen, terwijl de onderliggende onbalans blijft bestaan. Iemand die
bloeddrukmedicatie gebruikt terwijl hij dezelfde levensstijl voortzet die tot hypertensie
heeft geleid, is een voorbeeld van deze futiliteit: het symptoom behandelen
terwijl de oorzaak wordt genegeerd.
Als we naar de
oorzaken zouden zoeken, zouden we ontdekken dat de meeste ziekten het gevolg
zijn van een opeenstapeling van levensstijlfactoren: bewerkte voedingsmiddelen
die voedingsstoffen uitputten, chronische stress die hormonen verstoort,
milieutoxines die het ontgiftingsvermogen overweldigen en een zittende
levensstijl die het lichaam verzwakt. Deze factoren verstoren na verloop van
tijd de lichaamschemie en homeostase, totdat de ziekte zich manifesteert. Om de
oorzaken aan te pakken, moeten mensen worden gestimuleerd om te begrijpen hoe
hun keuzes hun gezondheid beïnvloeden, waarbij de nadruk ligt op preventie door
middel van voeding, stressmanagement en milieubewustzijn. Deze aanpak vormt een
bedreiging voor het winstgevende medisch-farmaceutische complex dat is
gebaseerd op de behandeling van ziekten. Het paradigma van het zoeken naar
genezing heeft een systeem gecreëerd waarin Amerikanen meer aan gezondheidszorg
uitgeven dan enig ander land, maar toch slecht scoren op het gebied van
gezondheidsresultaten. Echte genezing vereist dat de oorzaak van de onbalans
wordt weggenomen, zodat de opmerkelijke zelfgenezende mechanismen van het
lichaam de gezondheid kunnen herstellen, in plaats van alleen de symptomen te
onderdrukken terwijl de onderliggende disfunctie voortduurt.
Vraag 19: Welk bewijs
suggereert dat verbeterde sanitaire voorzieningen en levensomstandigheden, in
plaats van vaccins, de meeste infectieziekten hebben uitgeroeid?
Antwoord: Historische
gegevens tonen aan dat 90% van alle besmettelijke ziekten was uitgeroeid
voordat vaccins op grote schaal werden gebruikt. Ziekten als kinkhoest,
difterie, tetanus, tuberculose, cholera en tyfus waren al drastisch aan het
afnemen dankzij verbeterde levensomstandigheden. De introductie van
binnenriolering, schonere voedselopslagfaciliteiten, koeling en hygiënischer
transport van voedsel maakte een einde aan de omstandigheden waarin ziekteverwekkende
bacteriën gedijden. Handen wassen voor operaties, vermindering van hongersnood
en algemene verbeteringen in hygiëne en voeding versterkten het immuunsysteem
en verwijderden ziekteverspreiders.
Studies die de
effectiviteit van vaccins in twijfel trekken, ondersteunen deze visie nog
verder. Een studie uit 1994 in het New England Journal of Medicine wees uit dat
meer dan 80% van de kinderen onder de vijf jaar die kinkhoest kregen, volledig
tegen deze ziekte was ingeënt. Het CDC erkende dat het orale poliovaccin van
Sabin de enige bekende oorzaak van polio in de VS was geworden. Het
pertussisvaccin bood ondanks het wijdverbreide gebruik ervan geen volledige
bescherming. Deze bevindingen suggereren dat vaccins pas werden geïntroduceerd
nadat verbeterde levensomstandigheden de meeste infectieziekten al hadden
overwonnen, waardoor ze met de eer gingen strijken voor overwinningen die te
danken waren aan hygiëne en voeding. De correlatie tussen verbeterde
levensstandaarden en een afname van ziekten in verschillende landen en
tijdsperioden, ongeacht vaccinatieprogramma’s, geeft aan dat omgevingsfactoren
en niet medische interventies de eer verdienen voor het overwinnen van
infectieziekten.
Vraag 20: Hoe verhoudt
het aanpassingsvermogen van het lichaam zich tot zijn vermogen om gezond te
blijven of ziek te worden?
Antwoord: Aanpassing is
het mechanisme waarmee het lichaam de gezondheid in stand houdt door zich aan
te passen aan veranderingen en stressfactoren in de omgeving. Wanneer u zich
snijdt, reageert het lichaam met stollingsfactoren, vernauwing van de
bloedvaten en omleiding van de bloedstroom om vitale organen te beschermen
terwijl de wond geneest. De spieren van een arbeider worden groot en sterk als
reactie op fysieke inspanningen. Deze aanpassingen tonen het opmerkelijke
vermogen van het lichaam om zichzelf aan te passen aan uitdagingen en
tegelijkertijd essentiële functies in stand te houden. Het lichaam reageert op
kou door te rillen en warmte vast te houden, op ziekteverwekkers door
immuunreacties op te wekken en op toxines door de ontgifting te verhogen.
Het lichaam kan
zich echter maar gedurende een beperkte tijd aan aanvallen aanpassen, voordat
deze mechanismen uitgeput raken of verkeerd worden ingezet. Chronische stress
dwingt tot voortdurende aanpassing, waardoor de reserves uitgeput raken:
mineralen worden uit de botten gehaald om zuur te bufferen, de alvleesklier
werkt overuren om suiker te verwerken en de lever heeft moeite met de constante
stroom toxines. Wat begint als een succesvolle aanpassing, wordt een disfunctie
wanneer de stress nooit ophoudt. Het vergrote hart van chronische hoge
bloeddruk, aanvankelijk een aanpassing om tegen weerstand in te pompen, faalt
uiteindelijk. Kankercellen zijn een voorbeeld van een mislukte aanpassing: cellen
die zichzelf aanpassen om te overleven in giftige, zuurstofarme omgevingen.
Dubos merkte op dat homeostatische mechanismen het lichaam niet altijd
terugbrengen naar zijn oorspronkelijke staat; ze kunnen verkeerd worden
gestuurd. Ziekte vertegenwoordigt het falen van het aanpassingsvermogen,
wanneer de opgehoopte last van het moderne leven het vermogen van het lichaam
om door aanpassing het evenwicht te bewaren, overweldigt.
Vraag 21: Wat is het
verschil tussen monomorfisme en pleomorfisme in het begrijpen van bacterieel
gedrag?
Antwoord: Monomorfisme,
de basis van Pasteurs kiemtheorie, stelt dat bacteriën in vaste,
onveranderlijke vormen bestaan – een streptokok blijft altijd een streptokok en
verandert nooit in een ander type. Elke bacteriesoort veroorzaakt een
specifieke ziekte, waardoor diagnose en behandeling eenvoudig zijn:
identificeer de ziektekiem, pas het juiste antibioticum toe. Deze visie
beschouwt bacteriën als afzonderlijke entiteiten die kunnen worden
geclassificeerd, gecatalogiseerd en met specifieke behandelingen worden aangepakt.
In dit model is het lichaam inwendig steriel en is ziekte het gevolg van een
invasie door deze vaste externe ziektekiemen.
Pleomorfisme biedt
een revolutionair alternatief: bacteriën kunnen gedurende hun levenscyclus van
vorm veranderen op basis van omgevingsfactoren. Hetzelfde organisme kan
verschijnen als een deeltje ter grootte van een virus, evolueren naar
verschillende bacteriële vormen en zich zelfs ontwikkelen tot schimmelvormen,
allemaal afhankelijk van factoren zoals pH, voeding en toxiciteit. Moderne
bacteriologen geven steeds vaker toe dat er geen echt vaste soorten bestaan –
zelfs in gecontroleerde laboratoriumomstandigheden blijkt het moeilijk om
stabiele bacterieculturen in stand te houden, omdat organismen gemakkelijk van
vorm en functie veranderen. Dit betekent dat de bacteriën die met ziekte worden
geassocieerd, mogelijk afkomstig zijn van de eigen cellen van het lichaam die
door ongezonde omstandigheden zijn getransformeerd, in plaats van door een
externe invasie. Pleomorfisme verklaart waarom antibiotica vaak falen (ze
richten zich slechts op één vorm), waarom ziekten terugkeren (de onderliggende
omgeving blijft ongezond) en waarom sommige mensen resistent zijn tegen
infecties terwijl anderen eraan bezwijken (hun interne omgeving bepaalt het
gedrag van bacteriën). Dit inzicht herdefinieert de behandeling van ziekten
volledig, van het doden van ziektekiemen naar het behouden van een gezonde
omgeving.
Vraag 22: Hoe leidde
Pasteurs behandeling van Joseph Meister met het rabiësvaccin tot ethische
bezwaren tegen experimenten op mensen?
Antwoord: Toen de
negenjarige Joseph Meister in het laboratorium van Pasteur aankwam nadat hij
veertien keer was gebeten door een hond die vermoedelijk rabiës had, nam
Pasteur de controversiële beslissing om zijn experimentele rabiësvaccin op de
jongen te testen zonder voorafgaande tests. Hoewel Pasteur later beweerde dat
hij het vaccin met succes op vijftig honden had getest voordat hij Meister
behandelde, bleek uit zijn privé-notitieboeken dat hij een volledig
tegenovergestelde aanpak op dieren had getest. Bij de dierproeven werd het
virus verzwakt, terwijl Meister steeds sterkere doses rabiësvirus kreeg
toegediend – een ongeteste methode zonder bewijs van werkzaamheid of
veiligheid.
De ethische
schendingen waren volgens elke norm ernstig. Pasteur had geen sluitende
gegevens van dier- of mensproeven waaruit bleek dat zijn techniek werkte of
veilig was. Zijn eigen collega, Emile Roux, weigerde mee te werken en noemde
het “een onethische vorm van menselijke experimenten”. Pasteur gebruikte in
feite een wanhopig kind als proefkonijn voor een onbewezen behandeling die hem
had kunnen doden. Vervolgens gaf hij in zijn gepubliceerde artikelen een
verkeerde voorstelling van de eerdere tests, waardoor hij de wetenschappelijke
gemeenschap misleidde over de ontwikkeling van de behandeling. Het overleven
van de jongen werd aangevoerd als bewijs voor de effectiviteit van het vaccin,
hoewel er geen manier was om te weten of hij zonder behandeling rabiës zou
hebben ontwikkeld of dat het vaccin daadwerkelijk had geholpen. Dit incident
illustreert hoe Pasteurs ambitie om beroemd te worden hem ertoe bracht de
basisprincipes van medische ethiek en wetenschappelijke integriteit te
schenden, waardoor een verontrustend precedent werd geschapen voor menselijke
experimenten die werden gerechtvaardigd door een verondersteld groter goed.
Vraag 23: Welke
gezondheidsstatistieken geven aan dat het Amerikaanse medische systeem, ondanks
de vooruitgang, er niet in slaagt ziekten te voorkomen?
Antwoord: Ondanks dat
Amerika meer aan gezondheidszorg uitgeeft dan enig ander land, scoort het
slecht op het gebied van gezondheidsresultaten onder de geïndustrialiseerde
landen. De VS staat op de eerste plaats wat betreft kindersterfte, het
percentage baby’s met een laag geboortegewicht, het aantal gevallen van kanker
bij mannen, het aantal gevallen van borstkanker en het aantal coronaire
bypassoperaties per hoofd van de bevolking. Een op de zes Amerikanen krijgt
diabetes, een op de drie krijgt kanker, een op de twee krijgt hart- en
vaatziekten en een op de zeven vrouwen krijgt borstkanker. Deze statistieken
laten zien dat de bevolking ondanks de medische “vooruitgang” steeds zieker
wordt.
Infectieziekten,
die ooit als overwonnen werden beschouwd, zijn weer sterk in opkomst. Het
aantal sterfgevallen als gevolg van infectieziekten is tussen 1980 en 1995 met
58% gestegen, waardoor infecties na hartziekten en kanker de derde doodsoorzaak
zijn geworden. Er zijn nieuwe, resistente ziekten opgedoken, zoals aids, herpes,
het Epstein-Barr-virus, Candida albicans, milieuziekten en fibromyalgie.
Jaarlijks sterven meer dan 100.000 mensen aan bijwerkingen van medicijnen in
ziekenhuizen, waardoor voorgeschreven medicijnen een belangrijke doodsoorzaak
zijn geworden. Vijf miljoen senioren gebruiken ongeschikte medicijnen, waardoor
ze het risico lopen op gevaarlijke interacties. Deze statistieken laten zien
dat het medische systeem uitblinkt in dure crisisinterventies, maar faalt in
preventie, waardoor de bevolking afhankelijk is van medicijnen en toch zieker
is dan ooit. Het verband met het feit dat Amerika op de eerste plaats staat wat
betreft de consumptie van snacks en een van de hoogste suiker- en vetinnames
heeft, terwijl het de laagste nutriënteninname heeft, suggereert dat
levensstijlfactoren, en niet een gebrek aan medische zorg, deze
gezondheidscrisis veroorzaken.
Vraag 24: Hoe
beïnvloedt emotionele en psychologische stress de lichaamschemie en draagt deze
bij aan het ontstaan van ziekten?
Antwoord: Emotionele en
psychologische stress veroorzaakt ingrijpende biochemische veranderingen die de
homeostase even ernstig verstoren als slechte voeding of toxines. Bij woede,
angst of chronische zorgen activeert het lichaam de vecht-of-vluchtreactie,
waardoor het systeem wordt overspoeld met stresshormonen zoals adrenaline en
cortisol. Deze hormonen verhogen de bloedsuikerspiegel, verhogen de bloeddruk,
onderdrukken het immuunsysteem en remmen de spijsvertering. Het lichaam kan
geen onderscheid maken tussen een aanval van een tijger en een deadline op het
werk – het reageert met dezelfde chemische cascade die is ontworpen voor acuut
fysiek gevaar, maar moderne stressfactoren zijn chronisch in plaats van acuut.
Chronische
emotionele stress put de reserves van het lichaam uit en verstoort meerdere
systemen tegelijk. Continue cortisolafscheiding breekt spierweefsel af,
verzwakt botten en bevordert de opslag van buikvet. Stresshormonen verstoren de
insulinefunctie en dragen bij aan diabetes. Het onderdrukte immuunsysteem maakt
mensen kwetsbaar voor infecties en kanker. Een verstoorde spijsvertering leidt
tot een slechte opname van voedingsstoffen, waardoor de uitputtingscyclus wordt
gevoed. Onderzoek toont aan dat eten terwijl je boos of gestrest bent, een
goede spijsvertering verhindert en giftige bijproducten creëert, ongeacht de
kwaliteit van het voedsel. Het psychologische aspect blijkt even belangrijk als
voeding: iemand die eenvoudig voedsel eet met rust en dankbaarheid kan gezonder
zijn dan iemand die biologisch voedsel eet met angst en wrok. Dit inzicht laat
zien waarom puur fysieke benaderingen van gezondheid falen zonder aandacht voor
emotionele en mentale factoren die een krachtige invloed hebben op de
lichaamschemie.
Vraag 25: Wat ontdekte
Wilhelm Reich over bions en hoe verhoudt zijn werk zich tot pleomorfe
theorieën?
Antwoord: Reich
ontdekte microscopisch kleine blaasjes die hij ‘bions’ noemde en die spontaan
ontstonden uit uiteenvallende organische en anorganische materie wanneer deze
werd blootgesteld aan verhitting en zwelling. Deze bions verschenen als
blauwachtige, lichtgevende blaasjes die pulseerden, bewogen en zich konden
voortplanten, en vormden een overgangsvorm tussen niet-levende en levende
materie. Reich observeerde dat bions zich konden ontwikkelen tot protozoa en
bacteriën, en documenteerde daarmee een vorm van spontane generatie die de
conventionele biologie uitdaagde. Zijn werk toonde aan dat levensenergie, die
hij ‘orgone’ noemde, materie organiseerde tot steeds complexere levensvormen.
Reichs ontdekkingen
ondersteunden de pleomorfe theorieën sterk door aan te tonen dat microscopische
levensvormen spontaan konden ontstaan uit niet-levende materie onder bepaalde
energetische omstandigheden. Net als de microzyma’s van Béchamp en de somatiden
van Naessens leken bions fundamentele eenheden te zijn die zich konden
ontwikkelen tot verschillende bacteriële vormen, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden. Reich ontdekte dat gezond weefsel levendige blauwe
bions produceerde, terwijl ziek weefsel kleinere, zwak stralende vormen
produceerde die hij ‘T-bacillen’ (doodsbacteriën) noemde. Dit kwam overeen met
de observatie van Béchamp dat microzyma’s uit ziek weefsel zich anders
gedroegen dan die uit gezond weefsel. Reichs werk bood een energetisch kader
voor het begrijpen van pleomorfisme en suggereerde dat levenskrachtige energie
bepaalt of microscopische deeltjes zich ontwikkelen tot heilzame of
pathologische vormen. Hoewel zijn onderzoek controversieel was en uiteindelijk
werd onderdrukt, leverde het een belangrijke bevestiging van het concept dat
bacteriën ontstaan uit het eigen weefsel van het lichaam en niet door externe
invasie.
Vraag 26: Waarom
gelooft Appleton dat de individuele verantwoordelijkheid voor gezondheid is
overgedragen aan de medische gemeenschap?
Antwoord: De
kiemtheorie heeft de locus of control voor gezondheid fundamenteel verschoven
van intern naar extern. Als ziekte wordt veroorzaakt door onzichtbare kiemen
die van buitenaf aanvallen, worden individuen hulpeloze slachtoffers die
medische hulp nodig hebben. Mensen zien hun gezondheid niet langer als
verbonden met hun dagelijkse keuzes op het gebied van voeding, stress,
lichaamsbeweging en omgeving, maar geloven in plaats daarvan dat ziekte
willekeurig toeslaat en dat alleen artsen met hun arsenaal aan medicijnen
redding kunnen bieden. Dit paradigma vertelt mensen dat hun lichaam zwak en
weerloos is, in plaats van opmerkelijk goed in staat tot zelfgenezing wanneer
het op de juiste manier wordt ondersteund.
Deze overdracht van
verantwoordelijkheid wordt actief aangemoedigd door een medisch systeem dat
profiteert van afhankelijkheid. Artsen bespreken zelden wat patiënten doen om
hun symptomen te veroorzaken, maar schrijven in plaats daarvan medicijnen voor
om ze te onderdrukken. De farmaceutische industrie profiteert enorm van het
feit dat mensen geloven dat ze voor elk ongemak medicijnen nodig hebben.
Medisch onderwijs richt zich op pathologie en behandeling, niet op preventie en
empowerment van patiënten. Mensen zijn geconditioneerd om naar artsen te rennen
voor pillen in plaats van hun levensstijlkeuzes onder de loep te nemen. Het
systeem infantiliseert patiënten door complexe terminologie te gebruiken en
informatie achter te houden die zelfzorg mogelijk zou maken. Deze aangeleerde
hulpeloosheid betekent dat mensen leven met symptomen die ze door eenvoudige
veranderingen zouden kunnen verhelpen, onnodige behandelingen ondergaan en
sterven aan te voorkomen ziekten. Om verantwoordelijkheid terug te winnen, moet
men begrijpen dat gezondheid wordt bepaald door dagelijkse keuzes, niet door
willekeurige aanvallen van ziektekiemen, en dat de aangeboren wijsheid van het
lichaam elke farmaceutische interventie overtreft wanneer het de juiste
ondersteuning krijgt.
Vraag 27: Hoe
suggereert het concept van de terreintheorie dat de interne omgeving, en niet
ziektekiemen, bepaalt of een ziekte zich ontwikkelt?
Antwoord: De
terreintheorie stelt dat de toestand van de interne omgeving van het lichaam
bepaalt of een ziekte zich ontwikkelt, en niet alleen de aanwezigheid van
micro-organismen. Net zoals zaden de juiste bodem, water en omstandigheden
nodig hebben om te groeien, kunnen potentieel schadelijke bacteriën zich alleen
vermenigvuldigen in een ongezonde omgeving die wordt gekenmerkt door
zuurtegraad, toxiciteit, uitputting van voedingsstoffen en energetische
onbalans. In een gezond terrein met een juiste pH-waarde, voldoende
voedingsstoffen en een efficiënte afvoer blijven dezelfde organismen
onschadelijk of zelfs heilzaam. Dit verklaart waarom sommige mensen die worden
blootgesteld aan “besmettelijke” ziekten niet ziek worden: hun terrein
ondersteunt de verspreiding van ziekteverwekkers niet.
Het terreinconcept
erkent dat bacteriën opportunistisch zijn en alleen gedijen wanneer de
omstandigheden hun groei bevorderen. Een giftig, zuur lichaam met uitgeputte
mineralen en een aangetaste immuniteit biedt ideale omstandigheden voor
pathogene organismen, of deze nu afkomstig zijn van externe bronnen of van de
eigen pleomorfe transformaties van het lichaam. Ziekte vertegenwoordigt de
afbraak van de integriteit van het terrein, niet de invasie door ziektekiemen.
Dit inzicht geeft een volledig nieuwe invulling aan de behandeling: in plaats
van te proberen ziektekiemen te doden (die eerder symptomen dan oorzaken kunnen
zijn), moeten we ons richten op het reinigen en versterken van het terrein door
middel van goede voeding, ontgifting, stressvermindering en veranderingen in
levensstijl. Bernards woorden op zijn sterfbed, “De kiem is niets, het terrein
is alles”, vatten deze waarheid samen. Het behouden van een gezond terrein door
bewuste levensstijlkeuzes biedt een veel betere bescherming tegen ziekte dan
welk vaccin of antibioticum dan ook, omdat het de onderliggende oorzaken
aanpakt in plaats van de symptomen te bestrijden.
Vraag 28: Welke
praktische methoden beveelt Appleton aan om thuis de homeostase te testen en te
handhaven?
Antwoord: Appleton
beveelt het gebruik aan van een Body Chemistry Test Kit die het calciumgehalte
in de urine meet om de calcium-fosforverhouding te beoordelen, die een
indicatie geeft van de algehele mineralenbalans en homeostase. Wanneer deze
verhouding in evenwicht is, functioneren alle mineralen optimaal en
ondersteunen ze de enzymactiviteit en metabolische processen. De kit bevat
pH-strips voor het testen van speeksel en urine, aangezien de pH-balans een
andere cruciale indicator is voor homeostase. Urine moet licht zuur zijn
(6,4-6,8), terwijl speeksel licht alkalisch moet zijn (7,0-7,4). Door deze
parameters regelmatig te testen, wordt duidelijk of levensstijlkeuzes de balans
in stand houden of verstoren.
Voor het behoud van
de homeostase biedt Appleton specifieke voedingsschema’s die vier “arena’s”
doorlopen, gebaseerd op individuele behoeften. Ze benadrukt het belang van het
elimineren van suiker, dat meerdere systemen verstoort, en bewerkte
voedingsmiddelen die mineralen uitputten. Stressmanagement is cruciaal – ze
raadt aan om niet te eten als je boos of van streek bent, omdat emotionele
toestanden de spijsvertering beïnvloeden. Regelmatige lichaamsbeweging,
voldoende slaap en een goede stoelgang ondersteunen de homeostase. Er moet
aandacht worden besteed aan omgevingsfactoren, waaronder het verminderen van de
blootstelling aan chemicaliën, elektromagnetische velden en andere toxines. Ze
stelt voor om samen te werken met chiropractors voor structurele uitlijning,
omdat de fysieke structuur de biochemie beïnvloedt. De aanpak is uitgebreid
maar praktisch: individuen kunnen hun eigen chemie monitoren, vaststellen wat
hun evenwicht verstoort en de juiste correcties aanbrengen zonder voortdurende
medische interventie. Dit stelt mensen in staat om verantwoordelijkheid te
nemen voor hun gezondheid door middel van weloverwogen dagelijkse keuzes, in
plaats van zich over te geven aan medische autoriteit.
Vraag 29: Hoe kan het
concept van Thomas Kuhn over wetenschappelijke paradigmaverschuivingen worden
toegepast op het overstijgen van de kiemtheorie?
Antwoord: Kuhns model
legt uit dat wetenschappelijke revoluties plaatsvinden wanneer er zich
anomalieën opstapelen die het huidige paradigma niet kan verklaren, waardoor
uiteindelijk een nieuw kader moet worden aangenomen. Het paradigma van de
kiemtheorie maakt precies deze crisis door: het kan niet verklaren waarom
chronische ziekten toenemen ondanks medische vooruitgang, waarom sommige mensen
resistent zijn tegen infecties terwijl anderen eraan bezwijken, waarom
antibiotica steeds vaker falen, of waarom verbeterde hygiëne ziekten al vóór de
komst van vaccins heeft uitgeroeid. Het falen van het paradigma wordt
onmiskenbaar nu Amerikanen meer uitgeven aan gezondheidszorg maar toch zieker
worden, terwijl de beloften om ziekten te overwinnen met medicijnen steeds
holer klinken.
Kuhn merkt op dat
voor een paradigmaverschuiving de tijd rijp moet zijn en er een levensvatbaar
alternatief moet bestaan. Aan deze voorwaarden is nu voldaan. Miljoenen mensen
zoeken alternatieve geneeskunde omdat conventionele behandelingen voor hen niet
hebben gewerkt. Onderzoek op het gebied van psychoneuroimmunologie, epigenetica
en microbioomwetenschap bevestigt de concepten van de terreintheorie.
Wetenschappers erkennen in toenemende mate bacteriële pleomorfisme, waardoor de
grondslagen van monomorfisme worden ondermijnd. Het alternatieve paradigma –
dat gezondheid afhankelijk is van het handhaven van homeostase door middel van
levensstijlkeuzes in plaats van het bestrijden van ziektekiemen – biedt een
uitgebreid kader dat verklaart wat de ziektekiemtheorie niet kan verklaren.
Deze verschuiving vereist het overwinnen van enorme weerstand van gevestigde
belangen in het biljoen dollar kostende medisch-farmaceutische complex,
medische onderwijssystemen en culturele opvattingen over ziekte. Zoals Kuhn
echter opmerkte, worden paradigmaverschuivingen onvermijdelijk wanneer de
tekortkomingen van het oude model te duidelijk worden om te negeren en een
nieuwe generatie beoefenaars opkomt die niet gebukt gaat onder investeringen in
het falende paradigma.
Vraag 30: Wat is het
verband tussen milieutoxines, factoren van de moderne levensstijl en het
vermogen van het lichaam om homeostase te handhaven?
Antwoord: Het moderne
leven bombardeert het lichaam met ongekende toxische uitdagingen die de
homeostatische mechanismen, die zijn geëvolueerd voor een eenvoudigere wereld,
overweldigen. Milieutoxines zijn onder meer pesticiden, industriële
chemicaliën, elektromagnetische straling, luchtvervuiling, chloorhoudend water,
kwik uit tandvullingen, aluminium uit kookgerei en anti-transpiratiemiddelen,
en duizenden niet-geteste chemische combinaties. Deze toxines hopen zich op in
weefsels, verstoren de celfunctie, beschadigen het DNA en overbelasten het
ontgiftingsvermogen van de lever. Het lichaam moet voortdurend middelen
inzetten om deze gifstoffen te neutraliseren en te verwijderen, waardoor de
reserves die nodig zijn voor normaal onderhoud en herstel uitgeput raken.
Moderne
levensstijlfactoren versterken deze toxische belasting. Bewerkte
voedingsmiddelen bevatten weinig voedingsstoffen, maar wel conserveermiddelen,
kunstmatige kleur- en smaakstoffen die het lichaam moet ontgiften. De
gemiddelde suikerconsumptie bedraagt meer dan 150 pond per jaar, wat de
bloedglucose- en mineralenbalans voortdurend verstoort. Chronische stress door
werk, verkeer en informatie-overload leidt tot een voortdurende afgifte van
stresshormonen. Een zittende levensstijl belemmert de bloedsomloop en
lymfedrainage, waardoor toxines zich kunnen ophopen. Farmaceutische medicijnen
onderdrukken weliswaar de symptomen, maar dragen bij aan de toxische belasting
en beschadigen vaak juist de organen die bedoeld zijn om de homeostase in stand
te houden. Deze aanval op meerdere fronten put het aanpassingsvermogen van het
lichaam uit: minerale buffers raken uitgeput, enzymsystemen falen, de
hormoonproductie raakt verstoord en het immuunsysteem stort in. Het lichaam
verschuift van het handhaven van evenwicht naar louter overleven, wat zich
manifesteert in de epidemie van chronische ziekten. Het handhaven van
homeostase in de moderne tijd vereist een bewuste inspanning om de
blootstelling aan toxines te minimaliseren en tegelijkertijd de eliminatie- en
herstelmechanismen van het lichaam actief te ondersteunen.
Vind je het belangrijk dat er nog onafhankelijke berichtgeving bestaat
die niet wordt gestuurd door grote belangen? Met jouw steun kunnen we blijven
schrijven en onderzoeken. Klik hieronder en draag bij aan het voortbestaan van
Frontnieuws.
Copyright ©
2025 vertaling door Frontnieuws.
https://www.frontnieuws.com/de-vloek-van-louis-pasteur/
Dr. Robert Young en Dr. Andy Kaufman bespreken hun ontdekkingen van
Antoine Bechamps baanbrekende terreintheorie, nadat hij cellen op moleculair
niveau had onderzocht en ontdekte dat ziekte en slechte gezondheid voortkomen
uit ongezonde en zure interne omgevingen, waarbij hij vlekjes korrelig leven
ontdekte buiten de cellulaire, nucleaire en DNA-structuren die hij microzymas
noemde. Veel later … Meer lezen overDe kiemtheorie ontkracht!