Vorige week uitte de Britse comedy-schat Ricky Gervais op sociale media zijn woede over de afwijzing van zijn voorgestelde billboards voor Dutch Barn Vodka. Op elke banner stond een duistere maar hilarische slogan die ongetwijfeld applaus zou hebben gekregen van de gedesillusioneerde Britse massa, schrijft Lee Taylor.
De afgewezen teksten zijn onder andere:
- “Dutch Barn, zulke goede drugs zijn meestal illegaal.”
- “Dutch Barn, het favoriete ochtenddrankje van elke metrobestuurder.”
- “Dutch Barn, op een dag zul je voorgoed onder de grond zitten.”
Ironisch genoeg was de slogan die het meest tot hilariteit leidde onder volgers op sociale media de volgende:
- “Welkom in Londen, vergeet je steekvest niet.”
Britten waardeerden deze versie bijzonder, omdat het een moedige, duistere en ironische knipoog vormde naar de Britse messencriminaliteitsepidemie. Maar voor de regelgevers was het gewoon weer een aanstootgevend idee dat werd verboden omdat het te ‘ongepast’ was.
Slechts een dag nadat Gervais zijn tirade had gehouden, nam de realiteit een angstaanjagende wending. In een trein van Doncaster naar Londen ontstak een man in bloeddorstige woede en stak tien onschuldige mensen neer. Het echte leven werd al snel duisterder dan de grap, en zelfs de meest intuïtieve schrijvers hadden het niet kunnen bedenken.
Gervais, die er zijn beroep van heeft gemaakt om te zeggen wat anderen niet durven te zeggen, hield simpelweg een spiegel voor. De reactie bevestigde zijn punt: in Groot-Brittannië kun je tegenwoordig tijdens je woon-werkverkeer neergestoken worden, maar je kunt het niet zomaar op een poster aankaarten. En als je één ding over de Britse psyche moet weten, dan is het wel dat we ermee omgaan door de ellende van het leven te bespotten – dát is de Britse geest.
Transport for London ontkende de censuur snel en hield vol dat de campagne nooit formeel was afgewezen. Wie weet, misschien was het allemaal een publiciteitsstunt – maar dat onderstreept alleen maar het punt. In het huidige klimaat zou Gervais’ humor geen schijn van kans maken op officiële goedkeuring.
Reclame was vroeger een marktplaats voor ideeën, brutaal, creatief, soms smakeloos, maar vrij. Nu is het een gecontroleerde ruimte, bewaakt door mensen die denken dat het hun taak is ons tegen onszelf te beschermen. De toezichthouders buigen zich over de tekst als priesters die de Bijbel ontleden en bepalen wat het publiek wel en niet mag zien. ‘Misleidend’, ‘aanstootgevend’, ‘schadelijk’. De lijst met verboden woorden groeit wekelijks.
Maar dit gaat niet alleen over preutsheid of merkveiligheid. Het gaat over ideologie. De moderne reclamewereld is een verlengstuk geworden van de bredere cultuuroorlog: een klasse van bureaucraten en levenslang gestraften uit de creatieve industrie die politieke orthodoxie afdwingt onder het mom van ‘normen’. Ze zijn doodsbang voor een klacht over X en verlamd door het idee dat iemand, ergens, zich erdoor beledigd zou kunnen voelen.
In de metro is censuur praktisch burgerlijk beleid. Hetzelfde netwerk dat eindeloze overheidspropaganda over ‘klimaatactie’ en ‘diversiteit’ host, verliest plotseling zijn zin in satire, religie of, God verhoede, kritiek op Londen zelf. Herinner je je de poster “Are you beach body ready?” nog die werd
verboden omdat hij gevoelens kwetste? Die met een vrouw in een gele bikini? Sadiq Khan kon niet snel genoeg bij een microfoon komen om Londen tot een ‘body-positive’ zone te verklaren. Maar zoals Gervais zegt: “Dat je beledigd bent, betekent niet dat je gelijk hebt.”Sindsdien heeft Khans kantoor alles gevetood, van vleesreclames tot oliecampagnes, altijd in naam van de publieke deugd. Hij regeert de hoofdstad als een schoolhoofd dat tijdschriften in beslag neemt en bepaalt wat volwassenen tussen stations mogen bekijken. Het is geen openbaar vervoer meer; het is een voortdurende preek.
Daarom is Gervais’ interventie belangrijk. Hij is geen marginale provocateur. Hij is een van de meest bekeken komieken van Groot-Brittannië, geliefd over klassen- en politieke grenzen heen. Als hij hypocrisie aanvalt, of het nu gaat om moraliserende uitspraken van beroemdheden of politieke correctheid, luisteren mensen. Hij heeft een instinct voor waar de ware grens van fatsoen ligt, en die ligt ver van waar onze culturele poortwachters die hebben getrokken.
Het feit dat zelfs hij geen grap langs de bureaucraten krijgt, laat zien hoe ver we zijn afgedwaald. Als Gervais geen satire kan promoten, welke hoop is er dan nog voor iedereen die de consensustheorie probeert te doorbreken? Als de koning de nar begint te vermoorden, weet je dat het koninkrijk in de problemen zit.
Reclame zou beoordeeld moeten worden op slechts één maatstaf: overtuigt het? Als het dom, smakeloos of ongepast is, zal de markt het om zeep helpen. Kijkers zullen spottend reageren, consumenten zullen het niet kopen en merken zullen ervan leren. Dat is verantwoording, niet een panel van politieke benoemingen dat de toon en de onderliggende boodschap bewaakt.
Het is tijd om moralisme uit marketing te halen. Ontmantel de knusse club van toezichthouders, raden en commissies die volwassenen als kinderen behandelen. Laat de mensen, de veronderstelde doelwitten van al deze boodschappen, zelf bepalen wat hen aanstootgevend is en wat niet. Want wanneer je censuur overdraagt aan de staat of haar culturele vertegenwoordigers, stopt het nooit bij reclame. Het verspreidt zich. De ene dag kun je de Londense misdaad niet meer bespotten, de andere dag kun je er niet meer over praten.
Bron: https://dissident.one/het-verbod-op-het-billboard-van-ricky-gervais-met-de-tekst-welkom-in-londen-vergeet-je-steekvest-niet-laat-zien-dat-we-niet-langer-vrij-zijn
Zonder uw gewaardeerde steun kan Dissident niet bestaan. U kunt HIER doneren om mij in staat te stellen elke dag nieuwe artikelen op deze site te plaatsen.