rsz ambtenarenAlles en iedereen die ook maar een klein beetje boven het maaiveld uitsteekt wordt een kopje kleiner gemaakt.

Het leven in ons land (Lees: NEDERland) is geworden tot het gehoorzamen van duizend en één regels en doe je dat niet, dan zijn daar de ambtenaren.


Alles wat goed is voor de mens en hen ook nog een beetje plezier verschaft, dat moet keihard worden aangepakt, want zoiets kan gewoonweg niet.

Wij zijn tenslotte op weg naar het communisme en in een dergelijke staat is er geen ruimte voor persoonlijk initiatief, laat staan iets dat ook nog plezier verschaft.

We weten dat alles draait om totale controle en bovenal ook afhankelijkheid van de autoriteiten. Want mensen die afhankelijk zijn, zijn ook mensen die zijn gemakkelijk onder controle te houden zijn.

Het is niet voor niets dat alles wat met voedselvoorziening buiten de autoriteiten om te maken heeft, wordt aangepakt, zoals in het volgende voorbeeld.

Bartele Holtrop runt een biologische melkveehouderij in Rotstergaast, die hij heeft uitgebouwd tot een innovatief en toekomstbestendig bedrijf. Hij was pionierswerk aan het verrichten door als eerste boer in Nederland aandelen uit te geven aan investeerders en obligaties aan te trekken, om zo onafhankelijk te worden van traditionele bankfinanciering. Dit model werd zelfs als voorbeeld gezien door andere overheden en provincies, die zijn aanpak prezen als een manier om duurzame landbouw te financieren.

Sinds enkele jaren heeft Holtrop nevenactiviteiten toegevoegd om zijn boerderij rendabel te houden: een restaurant waar bezoekers kunnen eten met lokale, biologische producten; een winkel met boerderijproducten; en een speeltuin voor families.

Deze elementen maakten het bedrijf tot een populaire bestemming, met een focus op beleving en directe verkoop.

In 2020 kreeg Holtrop een omgevingsvergunning voor deze nevenactiviteiten, met de voorwaarde dat ze ondergeschikt moesten blijven aan de kernactiviteit: de biologische veehouderij. Destijds maakten ze minder dan tien procent van de bedrijfsomzet uit en waren ze beperkt tot eenvoudige faciliteiten, zoals zelfgebakken pannenkoeken en koffie uit een kan.

Op 3 december 2025 ontving Holtrop een formele brief van de gemeente De Fryske Marren, waarin hij per direct bevel werd gegeven te stoppen met de nevenactiviteiten.

De reden: de activiteiten voldoen niet meer aan de voorwaarden van de 2020-vergunning. Volgens de gemeente zijn de restaurant, winkel en speeltuin nu niet langer "ondergeschikt" aan de agrarische kern – ze vormen juist het centrum van het bedrijf en genereren meer dan tien procent van de inkomsten.

Bovendien overtreden ze regels over openingstijden (activiteiten mogen alleen van maart tot september) en veroorzaken ze overlast, zoals parkeren in de berm (hoewel Holtrop claimt dat dit probleem al is opgelost door parkeergelegenheid op eigen terrein).

Er valt op geen enkele manier met de gemeente te praten om gezamenlijk een oplossing te zoeken, want ook de top van de ambtenarij waaronder burgemeesters zitten vooraan in de vrijmetselaarsloges en daar zal hen ongetwijfeld in het oor gefluisterd zijn, dat het bedrijf van Holtrop moet verdwijnen omdat het de burgers weghaalt bij controle door de autoriteiten en ze daardoor ook niet langer zwaar bewerkt voedsel kopen in de supermarkten en zo ook nog eens verzuimen om tijdig dood te gaan.

 
De sluiting raakt Holtrop en zijn gezin diep in het hart. Holtrop vreest faillissement, omdat de nevenactiviteiten zijn gefinancierd met leningen en obligaties van investeerders. "Dan ben ik failliet, want dit is allemaal inmiddels opgebouwd en er zijn verschillende leningen voor afgesloten," zegt hij.

Daarnaast heeft hij personeel in dienst, en hij worstelt met de vraag: "Wat moet daar dan mee gebeuren?" Het gezin voelt zich "kapot" door de beslissing, vooral omdat de brief arriveerde op een dag dat ambtenaren uit andere provincies het bedrijf juist bezochten als inspirerend voorbeeld voor Nederland.

Holtrop beschrijft de nevenactiviteiten als essentieel voor de toekomst van zijn boerderij: ze boden niet alleen inkomsten, maar ook een manier om de biologische producten direct aan consumenten te verkopen en de gemeenschap te betrekken.

Zonder deze componenten dreigt het bedrijf terug te vallen op puur agrarische inkomsten, wat in de huidige markt (met uitdagingen zoals stikstofregels) onhoudbaar is.