mei 24, 2025 22
Wat als alle aardolie en aardgas in de diepten van onze planeet helemaal niet van organische oorsprong is, maar het resultaat is van abiogene processen? Deze theorie zet het idee van eindige en uitputtende reserves, die ons dwingen af te stappen van fossiele brandstoffen, op zijn kop.
Decennialang dachten we dat we de oorsprong van aardolie en aardgas begrepen hadden. Dode planten, afgestorven micro-organismen, miljoenen jaren onder druk – zo ontstaan fossiele brandstoffen, zo werd gezegd. De aarde als een enorme opslagplaats van gestorven levensvormen, die we met booreilanden en pompen aanboren. Maar misschien klopt dit beeld helemaal niet. Misschien is er daar beneden, diep onder onze voeten, een heel andere oorsprong voor de stoffen die onze auto’s aandrijven en onze huizen verwarmen. Een theorie die steeds meer wetenschappelijke aandacht krijgt, zet onze eerdere aannames op zijn kop: de abiogene vorming van koolwaterstoffen – dat wil zeggen de vorming van aardolie en aardgas zonder enige biologische voorlopers, schrijft Heinz Steiner.

Onderzoekers over de hele wereld hebben in laboratoria de extreme omstandigheden van de aardmantel nagebootst – temperaturen van ver boven 1000 graden Celsius, een druk die tien keer zo hoog is als die van een vliegtuigband. En onder deze omstandigheden gebeurde er iets verrassends: uit ogenschijnlijk eenvoudige, anorganische stoffen zoals water, kalk en ijzeroxide ontstonden plotseling methaan, ethaan en zelfs complexere koolwaterstoffen. De reactie heeft geen verrot leven of fossielen nodig, alleen tijd, druk, hitte en de juiste ingrediënten. Vooral water speelt een belangrijke rol. Het reageert met bepaalde gesteenten diep in de aarde en produceert waterstof, dat zich op zijn beurt met koolstofverbindingen verbindt tot methaan – een proces dat bekend staat als serpentinisatie en misschien wel een van de meest oorspronkelijke chemische processen op onze planeet is.
Sporen in de diepste gesteenten van de aarde
Deze theorie klinkt gewaagd, maar is niet uit de lucht gegrepen. In de afgelopen decennia hebben geologen koolwaterstoffen gevonden op plaatsen waar ze eigenlijk niet zouden mogen voorkomen. In ultradiepe gesteenten zoals serpentiniet of peridotiet – materialen die ontstaan onder omstandigheden waarin elk organisch materiaal al lang vernietigd zou zijn – doken plotseling gassen op die we tot nu toe alleen kenden uit sedimentlagen. Ook in tektonische breukzones, waar de aardkorst splijt, komen methaan en andere koolwaterstoffen vrij, hoewel daar geen fossiele resten aanwezig zijn. Bijzonder fascinerend: in het Lost City-hydrothermale veld, een bizar onderwaterlandschap midden in de Atlantische Oceaan, ontsnappen grote hoeveelheden methaan zonder enige biologische oorsprong.

Ook diepe boringen geven het idee nieuwe voeding. Het Russische Kola-boorproject, dat tot meer dan twaalf kilometer diep ging, stuitte bijvoorbeeld op methaan in kristallijn gesteente – ver onder alle sedimentlagen. Soortgelijke vondsten werden gedaan in Beieren tijdens het Duitse continentale diepteboorprogramma (KTB). En keer op keer blijkt: deze gesteenten bevatten geen spoor van leven zoals wij dat kennen – en toch zitten ze vol energie.
Kijk naar de ruimte – en terug naar de aarde
Het meest overtuigende bewijs voor abiogene koolwaterstoffen komt echter van ver buiten de aarde: uit de ruimte. Op Titan, een maan van Saturnus, zijn bijvoorbeeld hele meren en rivieren van vloeibaar methaan. De NASA-missie Cassini-Huygens heeft ze in kaart gebracht. En op Mars zijn de afgelopen jaren herhaaldelijk methaanpluimen ontdekt die geen biologische oorsprong kunnen hebben – vermoedelijk door soortgelijke gesteentereacties als die welke ook bij de serpentinisatie op aarde plaatsvinden. Als koolwaterstoffen dus kunnen ontstaan op planeten waar nooit leven heeft bestaan, waarom dan niet ook bij ons?
Ook vulkanen spreken duidelijke taal. De Etna, de Kīlauea of hydrothermale bronnen in de diepten van de oceanen geven methaan vrij dat afkomstig is uit gebieden waar nooit biomateriaal is binnengedrongen. En dan is er nog een ander element dat op het eerste gezicht nogal onopvallend is: helium. Het ontstaat door radioactief verval diep in de aarde en komt vaak samen met aardgas voor. Het bijzondere hieraan is dat de verhouding tussen de heliumisotopen erop wijst dat het gas afkomstig is uit de aardmantel – en daarmee ook zijn koolwaterstofhoudende metgezellen.
Wat als aardoliebronnen zichzelf aanvullen?
Een bijzonder spannende gedachte houdt momenteel niet alleen onderzoekers bezig, maar ook de energiesector: sommige aardolie- en aardgasvelden lijken zich na verloop van tijd weer aan te vullen. In regio’s als de Golf van Mexico en het Midden-Oosten zijn drukstijgingen gemeten nadat velden als uitgeput werden beschouwd. Dit is moeilijk te verklaren met klassieke modellen, maar wel met het idee dat diep in de aarde voortdurend nieuwe koolwaterstoffen ontstaan en door scheuren en breuken naar boven migreren.
Tot nu toe blijft de abiogene theorie omstreden. Het overgrote deel van de aardolievelden die we vandaag de dag economisch exploiteren, is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van biologisch materiaal. Maar het groeiende aantal vondsten en experimenten suggereert dat er misschien twee manieren zijn waarop koolwaterstoffen ontstaan: via het leven en via de chemische dynamiek van de planeet zelf. En misschien is het binnenste van de aarde niet alleen een schatkamer uit het verleden, maar een actieve, bruisende generator die nog veel verrassingen in petto heeft.
Copyright © 2025 vertaling door Frontnieuws.
https://www.frontnieuws.com/koolwaterstoffen-uit-de-diepte-wat-als-aardolie-helemaal-niet-afkomstig-is-van-dode-dinosaurussen/
Er zijn
twee basistheorieën voor de oorsprong van ruwe olie: biotisch en
abiotisch. De oorsprong van aardolie of aardgas lijkt misschien een vreemd
debat, maar het is belangrijk om te bepalen of deze brandstoffen fossiele
brandstoffen zijn of niet. Als deze brandstoffen echt fossiele brandstoffen
zijn, dan zijn ze beperkt in voorraad en moeten er op … Meer lezen overHet Grote Oliecomplot: Het is al sinds het
einde van WWII bekend dat olie geen fossiele brandstof is; het is abiotisch
Er zijn
twee basistheorieën voor de oorsprong van ruwe olie: biotisch en
abiotisch. De oorsprong van aardolie of aardgas lijkt misschien een vreemd
debat, maar het is belangrijk om te bepalen of deze brandstoffen fossiele
brandstoffen zijn of niet. Als deze brandstoffen echt fossiele brandstoffen
zijn, dan zijn ze beperkt in voorraad en moeten er op … Meer lezen overHet Grote Oliecomplot: Het is al sinds het
einde van WWII bekend dat olie geen fossiele brandstof is; het is abiotisch
