De regering-De Wever broedt op een plan om radicale bewegingen te verbieden. Hopelijk mislukt dat
Bron Eva Beeusaert - Photo News
Bart Eeckhout is hoofdcommentator. Zelfs verwerpelijke ideeën verdienen
bescherming, zolang er geen geweld mee gemoeid is, stelt hij. Wat met verbieden
weet je nooit waar je eindigt.
Gepubliceerd
op 4
augustus 2025, 18:00
Er is een opmerkelijke gelijkenis tussen centrumlinkse regeringen, zoals
Vivaldi er een was, en centrumrechtse, zoals Arizona er een is. Beide coalities
delen de politieke wil om radicale andersdenkenden te ‘cancelen’ en te
straffen.
In de vorige regeerperiode zocht de PS een meerderheid om de wet op
milities uit te breiden, zodat ook extreemrechtse organisaties als Schild &
Vrienden eronder zouden vallen. Dat mislukte. Nu keurde de regering-De Wever
vlak voor haar zomervakantie een eerste voorontwerp goed van een wet die de
regering in staat moet stellen om radicale organisaties te ontbinden. Volgens
de premier zelf viseert de wet vooral radicaal-islamistische verenigingen,
zoals de pro-Hamas-beweging Samidoun. Hopelijk mislukt ook dat plan.
Die hoop op mislukking is een standpunt dat sommigen gretig zullen
vertalen als steun aan de Samidouns van deze wereld. Het tegendeel is het
geval. De extreme, verregaande standpunten van Samidoun over onder meer Israël
en Hamas zijn verwerpelijk en verdienen volmondige afkeuring. Het is een goede
zaak dat veiligheidsdiensten zulke bewegingen controleren op het risico op
geweldpleging.
Het punt is principieel: ook en misschien zelfs vooral verwerpelijke
ideeën verdienen bescherming, zolang er geen geweld mee gemoeid is. Dat is niet
louter een abstracte kwestie. Het risico met dit soort wettelijke initiatieven
is dat de definitie van ‘gevaarlijk’ en ‘radicaal’ nogal eens durft te
verschuiven. Je begint bij een jubelende tweet over het verbieden van Samidoun,
maar je weet nooit waar je eindigt.