Vlaams Belang vraagt dat Vlaamse regering lidmaatschap World Economic Forum opzegt
In 2022 betaalt de
Vlaamse regering 175.763,87 euro lidmaatschapsbijdrage aan het World Economic Forum (WEF) en
27.000 Zwitserse Frank (ongeveer 27.300 euro) als
deelnameprijs aan de jaarlijkse bijeenkomst van het WEF in Davos. Dat blijkt
uit het antwoord van Vlaams minister-president Jan Jambon
op een parlementaire vraag van Vlaams
volksvertegenwoordiger Sam van Rooy. “De Vlaamse Regering legitimeert
en subsidieert dus een wereldwijde
lobby-organisatie die overduidelijk een welbepaalde ideologische agenda
nastreeft, namelijk die van het globalisme”, reageert van Rooy.
Het World Economic
Forum (WEF) van de Duitse econoom Klaus Schwab werd de voorbije jaren steeds
meer onder de loep genomen. Het WEF zou naar eigen zeggen louter een forum voor
de uitwisseling van ideeën en het leggen van netwerken zijn, maar op zijn minst
is de perceptie ontstaan dat heel wat overheidsbeslissingen samenhangen met de
ideologische doelstellingen van het WEF en voortkomen uit afspraken die binnen
het WEF werden gemaakt. Alleszins streeft deze internationale lobby-organisatie
openlijk een globalistische toekomstagenda na waarbij tal van overheden zijn
betrokken. Deze agenda lijkt recent te zijn uitgekristalliseerd in de
zogenaamde ‘The Great Reset’, die als doel ”een veiligere, gelijkere en
stabielere wereld” heeft, door “gezamenlijk en snel op te treden om alle
aspecten van onze samenlevingen en economieën te vernieuwen, van onderwijs tot
sociale contracten en arbeidsvoorwaarden” (dixit Klaus Schwab van het WEF).
Omdat de burger in
een democratische rechtsstaat recht heeft op transparantie inzake het gevoerde
beleid, stelde van Rooy aan Vlaams minister-president Jambon vragen over de
banden en samenwerking van de Vlaamse regering met het WEF.
In zijn antwoord
stelt Jambon dat de Vlaamse regering “buiten de deelname aan de WEF-bijeenkomst
in Davos geen structurele contacten met het WEF heeft”, maar dat er “op het
niveau van de Vlaamse overheid wel regelmatigere contacten zijn”. Die contacten
hebben volgens de minister-president ook als doel om de verschillende
activiteiten en projecten op te volgen die jaarlijks plaatsvinden, ook buitenom
de Davos-bijeenkomst.
“Vlaamse regering
is onvoldoende transparant over lidmaatschap WEF en invloed op beleid”
Tot en met 2020
betaalde de Vlaamse overheid jaarlijks 55.000 euro lidgeld aan het WEF. Sinds
2022 is Vlaanderen echter ‘gepromoveerd’ tot ‘associate partner’ van het WEF,
waarvoor een lidmaatschapsbijdrage van liefst 175.763,87 euro per jaar betaald
moet worden. Voor 2022 werd deze bijdrage al betaald en voor 2023 wordt
eenzelfde factuur verwacht. Over dat ‘associate partnership’ stelt Jambon het
volgende: “Het associate partnership biedt het voordeel dat Vlaanderen doorheen
het jaar aan meer activiteiten kan deelnemen en bovendien wordt er binnen een
thematisch platform ‘Shaping the Future of Trade and Investment’ gewerkt aan
projecten. Die activiteiten en projecten leveren extra zichtbaarheid op en
bieden de kans om beleidsmatig bij te leren en bij te dragen.” De
verstrengeling tussen de Vlaamse regering en het WEF neemt dus toe.
De
minister-president beweert dat het WEF een meerwaarde zou hebben voor
Vlaanderen omdat die organisatie hem in staat zou stellen op korte tijd te
kunnen spreken met beslissingnemers van internationale bedrijven die voor
Vlaanderen belangrijk zijn. “Het WEF biedt de omkadering die deze gesprekken
faciliteert”, aldus Jambon, die het WEF-lidmaatschap verder ook “een
beleidsinstrument van de Vlaamse Regering” noemt “om doelstellingen uit het
Regeerakkoord te realiseren”. Jambon kondigt ook aan dat hij de samenwerking
met het WEF de komende tijd verder wil versterken.
Volgens Jambon is
het “de missie van het World Economic Forum om de staat van de wereld te
verbeteren”, maar die missie blijkt politiek correct en woke te zijn: het WEF
heeft een ideologische agenda van inclusie, diversiteit, open grenzen en
klimaat- en CO2-hysterie. Jambon beweert dan wel dat “het WEF ons niet vraagt
om een specifieke agenda na te streven”, maar hij voegt er wel aan toe dat zijn
“deelname aan de Davos-bijeenkomst kan resulteren in beleidsinitiatieven”. Het
lijkt er dan ook sterk op dat de Vlaamse regering de globalistische
doelstelling van het WEF zoveel mogelijk volgt in ruil voor toegang tot het
WEF-netwerk van multinationals, banken, journalisten en ngo’s.
Van Rooy vindt dat de antwoorden van
Jambon veelzeggend zijn in hun vaagheid en bijkomende vragen oproepen. Hij
vraagt dan ook dat de Vlaamse regering het Vlaamse betalend WEF-lidmaatschap
opzegt: “Het uitwisselen van ideeën en het aantrekken van investeringen zijn op
zich uiteraard lovenswaardige ambities, maar dat moet niet gebeuren in de
context en onder auspiciën van het WEF, een lobbygroep die een globalistische
agenda nastreeft en dus geenszins kan beschouwd worden als een neutraal forum
daarvoor”, aldus van Rooy.