Het
narratief van een ‘nog nooit eerder voorgekomen hitte’ en een ‘nog
nooit eerder vertoonde snelle verandering van het klimaat’ is nauwelijks
meer te ontlopen. In elk TV programma, in elk klaslokaal, elke
nieuwsuitzending, elk verkiezingsprogramma en elk businessmodel klinkt
deze bijna vanzelfsprekende ‘waarheid’ door.
Maar is het ook echt waar?
Op 22 mei 2018, presenteerde Ed Hawkins de grafiek
die de wereldwijde temperatuursverandering vanaf 1850 visualiseerde.
Een alarmerend overzicht van ‘cool blue’ in 1850 naar ‘boiling hot red’
in de 21ste eeuw. Hawkins, lead author voor het 6e Assessment Report
(AR6) van het IPCC, ontving daarvoor in datzelfde jaar de Kavli Medal
van de Royal Society, "voor het actief communiceren van
klimaatwetenschap en de verschillende implicaties ervan aan een breed
publiek".
De dramatische grafiek werd al snel The Warming Stripes
genoemd. En is sindsdien wereldwijd ingezet als schijnbaar
onweerlegbaar en visueel sterk bewijs van de ongekende – en dus door
mensen veroorzaakte – opwarming van de aarde. In 2022 prijkte de grafiek
nog op de cover van het ‘The Climate Book’ van Greta Thunberg.
In de video van Climate Discussion NEXUS wordt het beeld dat de ‘Warming Stripes’ oproept, ondubbelzinnig ontmaskerd als een goedkope truuk.
Alleen
door het eind van de Kleine IJstijd (ca 1850) als begin en referentie
van een grafiek te kiezen, kan je het beeld creëren van een
ongeëvenaarde en ongekende antropomorfe opwarming. Kijk je echter niet
naar de laatste 170 jaar, maar naar bijvoorbeeld de laatste 2000 jaar,
dan ontstaat een heel ander beeld. Namelijk dat van een periode waarin
de temperaturen het grootste deel van de tijd minstens zo warm waren als
de afgelopen 170 jaar. En ruim 1000 jaar geleden – in de zogenaamde
Medieval Warm Period – duidelijk warmer dan nu. Zonder menselijke CO2
daar invloed op had kunnen hebben.
En
op een schaal die voor planeet Aarde iets relevanter is, ontstaat een
nog verrassender beeld. Kijken we bijvoorbeeld 400 miljoen jaar terug.
En proberen de temperaturen in te schatten aan de hand van ‘proxies’
(indicatoren die een redelijke indicatie van de temperatuur op aarde
gaven in de tijd voordat we, slechts ongeveer 150 jaar geleden, begonnen
om, met thermometers de temperatuur te meten en vast te leggen, proxies
waarover de makers van de video verfrissend transparant zijn). Dan
ontstaat een beeld van de werkelijke klimaatveranderingen op aarde. Een
aarde die meestal ijskoud is. Waarin grote ijstijden telkens ongeveer
100 miljoen jaar de aarde beheersen. Koud. Onherbergzaam. En waarin
dikke ijskappen het grootste deel van de aarde bedekken.
Slechts
in enkele relatie korte tussenperiodes, de zogenaamde ‘interglacialen’
is de temperatuur vergelijkbaar als nu (250 en 400 miljoen jaar geleden)
of duidelijk warmer (100 en 300 miljoen jaar geleden). Temperaturen die
duidelijk niet tot catastrofes of uitsterving van ‘de wereld’ of 'de
natuur’ hebben geleid. Interglacialen die de warme, vruchtbare en
gezonde adempauzes in een vooral heel ijselijke wereldgeschiedenis zijn.
Kijk
de video. Probeer te snappen wat de makers ermee bedoelen. Hoe
gemakkelijk een boodschap kan worden gemanipuleerd. Door je referenties
slim te kiezen. De tijdsperiode. De (onwetenschappelijke) keuze van
temperatuur proxies. Of een handige referentie jaar. En zie hoe groot de
natuurlijke variabiliteit in het klimaat is. Een ongekend complex,
chaotisch en interdependent dynamisch systeem, dat klimaat. Die we maar
zeer beperkt begrijpen. Maar waar in elk geval allerlei geologische
krachten als de wisselende hoek van de rotatie-as van de aarde en de
excentriciteit van de aardbaan om de zon de zogenaamde
Milankovitch-cycli van zo’n 100.000 jaar per cyclus veroorzaken. Maar
ook multi-decadal oceaanstroming-cycli, wisselende zonne-activiteit,
(onderzees) vulkanisme, wolken (albedo) een grote rol spelen.
En
besef daarbij dan ook dat de aarde al ongeveer 4,6 miljard jaar oud is.
En dat als we nu ‘maar liefst’ 170 jaar terugkijken in die geschiedenis
en daarin de temperatuur proberen te meten van de aarde, dat die 170
jaar vergelijkbaar is met maar liefst 47 seconden in het leven van een
40-jarige. En dat wij op basis van die 47 seconden heel zeker schijnen
te weten dat de 40-jarige doodziek is en over 10 seconden morsdood is
als we niet ingrijpen. Reken maar na:
(170/4.600.000.000) * (60*60*24*365*40) = ± 47
Weten we het heel zeker?