Gezichtsherkenning op openbare camera’s op komst
De Europese AI Act, die vorig jaar werd goedgekeurd, verbiedt het gebruik van gezichtsherkenning, omdat die technologie een “onaanvaardbaar risico” zou meebrengen. Toch laat de verordening een achterpoortje, onder meer voor het voorkomen van zware misdrijven, en België lijkt van plan die mogelijkheid maximaal te exploiteren, blijkt uit het regeerakkoord.
De federale overheid wil “proeftuinen” opzetten, staat er in de tekst, bijvoorbeeld voor “de inzet van gezichtsherkenningstechnologie voor de opsporing van veroordeelden en verdachten”. Bovendien wordt de camera-wetgeving verruimd “om meer toepassingen mogelijk te maken van (slimme) camerabewaking”. Daarbij zal een afweging worden gemaakt “tussen het recht op veiligheid en het recht op privacy”.
“Eigenlijk is dit geen verrassing, de EU heeft de deur hiervoor geopend”, zegt Sofie Royer, onderzoeker aan het Citip (KU Leuven). “Ik hoop dat ze niet alleen een afweging maken tussen veiligheid en privacy, want met gezichtsherkenning staan nog andere fundamentele rechten op het spel, zoals vrije meningsuiting en gelijkheid.” Zo kan het gebruik van camera’s met gezichtsherkenning tijdens betogingen mensen ontmoedigen om voor hun mening uit te komen en zullen sommige wijken meer camera’s hebben dan andere, zegt Royer.
De politie zal ook AI kunnen gebruiken om teksten te dicteren (“speech-to-text”) en om illegale geldstromen in kaart te brengen. Ook voor het leger zal worden geïnvesteerd in AI en “middelen voor elektronische oorlogsvoering”.
Virtuele identiteitskaart
Doorheen het regeerakkoord galmt optimisme dat artificiële intelligentie kan helpen om de overheid efficiënter te maken. Zo komt er een “integraal beleid inzake het gebruik van AI zodat de werking van de overheid kan verbeteren met efficiëntiewinsten tot gevolg”.
In dezelfde passage wordt trouwens ook het initiatief aangekondigd voor “een elektronische, virtuele identiteitskaart, die ook kan worden gebruikt als reisdocument en dezelfde waarde zal genieten als de fysieke kaart”. De federale regering hoopt verder dat AI zal helpen om op zoek te gaan naar besparingen in “spending reviews”.
Elders in het regeerakkoord staat: “We erkennen het belang van exclusieve (auteurs)rechten, ook bij gebruik door artificiële intelligentie.” Dat de grote AI-bedrijven, waaronder OpenAI en Google, de auteursrechten zouden respecteren, ook op teksten die vrij toegankelijk op het internet staan, is een grote zorg van onder meer de uitgevers.
België wil aandringen op “internationale samenwerking” rond het reguleren van technologie, met “bijzonder oog voor de uitdaging van artificiële intelligentie en de marktmacht van de grote digitale spelers”. Daarbij wil België dat de Europese regels “in lijn liggen met internationale standaarden”, “zodat het gelijke speelveld voor onze economische actoren behouden blijft en de veiligheid van onze burgers en hun data gegarandeerd”.
Om de macht van de grote – vooral Amerikaanse – technologie-bedrijven te beteugelen, hoopt het regeerakkoord, misschien wat dromerig, op “brede internationale samenwerking, waaronder in de eerste plaats op het trans-Atlantische vlak”.
Bron: https://www.standaard.be/cnt/dmf20250204_95518631