De centrale banken staan voor een mission impossible.
Ze moeten én de inflatie onder controle krijgen, én genoeg geld
printen om de overheden te financieren én de rentelasten laag houden.
Wel, ik zou zeggen veel succes daarmee.
We weten allemaal dat centrale banken geen strakker monetair
beleid kunnen voeren zonder overheden en bedrijven in het faillissement
te duwen.
Het enige wat rest, zijn praatjes. Perceptiemanagement.
Door nu de indruk te geven dat ze flink op de rem gaan staan,
gaan we met z’n allen in risk off en kan de boel een beetje
afkoelen waardoor de inflatie afneemt.
Dat is de gok die centrale banken nu wagen.
Veel ruimte is er echter niet. De lange termijn rente in de VS
is nu reeds boven de 3% gestegen en dat op zich zorgt al voor
behoorlijk wat stress.
Een rente van 3% op $30 biljoen aan overheidsschulden betekent
namelijk dat je straks $900 miljard per jaar aan interesten mag
betalen.
Dat is ruwweg één vijfde van de totale fiscale ontvangsten.
Tot hoever mag de rente oplopen vooraleer de overheid “stop”
roept?
De inflatie bedraagt nu 8%. Om goed te zijn, zou de rente dus
naar 9% moeten stijgen. Dat zou een rentelast van $2.700 miljard
inhouden, of 61% van de $4.400 miljard aan overheidsinkomsten.
Ik hoef je wellicht niet uit te leggen dat dit natuurlijk niet
realistisch is en dat het in de praktijk dan ook geen optie zal zijn
voor de centrale banken.
En dan is er nog de issue van financiering. De Amerikaanse
overheid verwacht voor dit jaar een overheidstekort van $850 miljard en
dat tekort moet gedekt worden via de uitgifte van nieuwe obligaties.
Wie gaat deze obligaties kopen?
De Federal Reserve wil ons laten geloven dat ze in de toekomst
de balans gaan afbouwen waardoor ze obligaties gaan verkopen.
De Amerikaanse banken hebben hun aankopen van
overheidsobligaties het voorbije jaar flink opgevoerd maar hebben hun
limiet bereikt.
Door de stijgende rentes
dalen namelijk de prijzen van obligaties en dat zorgt voor oplopende
verliezen in hun portefeuille:
|