Een meerderheid van de constructeurs investeert in de verdere
uitbreiding van het bereik van hun elektrische wagens. – Foto: Pixabay
Door Marc
Horckmans
Gepubliceerd op Zaterdag 14 mei 2022 om 12:33 • 2
dagen geleden
4 min lezen
De meeste constructeurs van
elektrische voertuigen zijn meer gericht op de uitbreiding van het bereik van
hun voertuigen en het verlagen van de kosten dan op de vermindering van de
ecologische voetafdruk van de auto’s, ondanks het toenemende onderzoek naar hun
verborgen milieu-impact.
Dit blijkt uit een rapport van het
technologiebedrijf Hexagon, Wards Intelligence en de Informa Tech Automotive
Group (ITAG), op basis van een wereldwijde enquête bij meer dan vierhonderd
specialisten in elektrische mobiliteit.
Vervuiling
De inzet van elektrische voertuigen
elimineert de uitstoot van uitlaatgassen. Tegelijkertijd versterken deze wagens
echter de vraag naar fossiele brandstoffen. Ze moeten immers beroep doen op
elektriciteit die vaak door fossiele brandstoffen wordt opgewekt.
Daarnaast wordt bij hun productie
beroep gedaan op materialen en processen die de inzet van bijzonder veel
energie vergen. Ook hier komen daarbij vaak fossiele brandstoffen in het spel.
Deze stelling wordt ook bevestigd
door een rapport van autobouwer Volvo. Daaruit blijkt immers dat elektrische
voertuigen onverwacht vervuilend zijn. “De ontginning van hulpbronnen voor een
elektrische aandrijflijn veroorzaakt een grote uitstoot van broeikasgassen”,
voert die studie aan.
“Om die negatieve impact ongedaan te
maken, moeten elektrische voertuigen bijna dubbel zoveel kilometers afleggen
dan benzinewagens.”
Ondanks de toenemende aandacht voor
de impact op het leefmilieu, blijkt volgens de nieuwe studie momenteel amper 38
procent van de autofabrikanten te investeren in een
duurzamer ontwerp van hun elektrische voertuigen.
Daarmee genieten deze eigenschappen
veel minder prioriteit dan de kenmerken die bij de consument op een grotere
interesse zouden kunnen rekenen. Uit het onderzoek bleek immers dat 84 procent
van de fabrikanten gewag maakt van investeringen in de verbetering van de
actieradius van de wagens.
Daarnaast zegt 60 procent te
investeren in ontwerpen die de productiekosten van de wagen verlagen, zodat aan
de klant een goedkoper product kan worden aangeboden. Verder richt 58 procent
zich ook op investeringen die de prestaties van de auto moeten verbeteren.
Aardmetalen
“Al deze factoren verbeteren de
ecologische voetafdruk van een elektrisch voertuig in
vergelijking met een benzinewagen, maar de studie toonde dat de fabrikanten bij
het streven naar duurzame doelstellingen op een reeks andere obstakels botsen”,
stippen de onderzoekers aan.
Gevraagd naar hun uitdagingen bij de
ontwikkeling van elektrische voertuigen, verwijst 56 procent van de fabrikanten
naar een gebrek aan alternatieven voor de zeldzame aardmetalen die in de
batterijen moeten worden gebruikt. Tevens maakt 49 procent zich zorgen over het
gebrek aan recycleerbare batterijmaterialen, terwijl 47 procent gewag maakt van
problemen rond de infrastructuur.
“De studie maakt duidelijk dat de
autofabrikanten beseffen dat duurzaamheid meer
inhoudt dan het elimineren van de uitstoot in het verkeer”,
merken de onderzoekers op.
“Tegelijkertijd wordt duidelijk dat
de autofabrikanten ondanks deze kennis, meer druk voelen om de verwachtingen
van de consument in te vullen dan zich volop op de kerndoelstellingen van de
elektrische auto – het verminderen van de ecologische impact van het
autoverkeer – te richten.”
Ignazio Dentici, vice-president
elektrische mobiliteit bij Hexagon, wijst er daarbij op dat
de fabrikanten met een complexe uitdaging worden geconfronteerd. Enerzijds is
er de vraag naar duurzame mobiliteit, maar daarbij moet tevens een commercieel
product worden aangeboden dat de belangstelling van de consument kan wekken.
Op datzelfde ogenblik moet echter ook
worden afgerekend met knelpunten zoals een tekort aan grondstoffen en een
gebrekkige aanvoer van componenten.
“Alleen door het ontwerpen toe te
spitsen op een circulaire economie – van fabriek tot consument – kan de
volgende jaren de vraag naar energie en materialen worden verminderd”, voert
Dentici aan. “Daarmee moet de sector zich toespitsen op het gebruik van
lichtere en recycleerbare materialen en processen met een hogere efficiëntie.”