30 MEI 2022 Redactie blckbx
Coronavaccins kunnen het vermogen van het lichaam
aantasten om een belangrijk type antilichaam te produceren, waardoor de afweer
van het immuunsysteem tegen gemuteerde virusstammen mogelijk wordt beperkt, zo
suggereert een recente studie.
De studie is gebaseerd op gegevens die zijn verzameld tijdens een gerandomiseerde controlestudie van Moderna voor zijn mRNA-vaccin tegen het coronavirus, die liep van juli 2020 tot maart 2021. Onderzoekers keken naar deelnemers die positief testten op het coronavirus tijdens de controlestudie, en vergeleken hoeveelheden van specifieke soorten antilichamen, uitgesplitst naar vaccinatiestatus en virale lading. Zij analyseerden gegevens van 1.789 personen, van wie 1.298 een placebo toegediend hadden gekregen en 491 het Moderna-vaccin. Een belangrijk type antilichaam werd veel vaker aangetroffen bij ongevaccineerden dan bij gevaccineerden.
Respons
tegen nucleocapsideproteïne
De studie kijkt vooral naar de antilichaamrespons tegen de kern van het zogenaamde nucleocapsideproteïne van het virus, in plaats van naar de meer beperkte reactie op het spike-eiwit. Virusvarianten met gemuteerde spike-eiwitten zijn een punt van zorg geweest, omdat de immuniteit van gevaccineerden afhankelijk is van antilichamen die gericht zijn tegen het spike-eiwit van de oorspronkelijke variant.
Zoals verwacht varieerden de aangetroffen hoeveelheden anti-nucleocapside antilichamen op basis van de gemeten virale lading bij zowel de gevaccineerden als de ongevaccineerden: deelnemers met een hogere virale lading hadden ook hogere niveaus van neutraliserende anti-nucleocapside antilichamen
Ongevaccineerden
hebben meer antilichamen
Onderzoekers vonden echter ook een duidelijk verschil in de niveaus van anti-nucleocapside antilichamen tussen gevaccineerde en ongevaccineerde deelnemers, zelfs wanneer bij hen dezelfde hoeveelheid virale lading werd gemeten. Ongevaccineerde deelnemers die tijdens de studie besmet raakten, bleken aanzienlijk hogere niveaus van neutraliserende anti-nucleocapside antilichamen te hebben dan gevaccineerde deelnemers met een vergelijkbare virale lading.
Ongeveer 60 procent van de ongevaccineerde deelnemers die een zeer milde infectie doormaakten, met lage virale belasting, bleken anti-nucleocapside antilichamen te hebben, vergeleken met ongeveer 10 procent van de gevaccineerde proefpersonen.
Van de de deelnemers met een hogere virale lading ontwikkelde 71 procent van de ongevaccineerden anti-nucleocapside antilichamen, vergeleken met 15 procent van de gevaccineerden.
Van alle
ongevaccineerden bij wie tijdens de proef het virus werd vastgesteld, had 93
procent meetbare niveaus van anti-nucleocapside antilichamen, vergeleken met
slechts 40 procent van de gevaccineerden.
Deze studie lijkt een belangrijk argument te ontkrachten van voorstanders van de coronavaccins. Zij zeggen dat een corona-infectie dankzij vaccinatie minder ernstig verloopt. Het immuunsysteem zou de infectie sneller bestrijden, waardoor de virale lading laag blijft. Doordat de virale lading laag blijft, zou er minder noodzaak zijn om antilichamen tegen de nucleocapside aan te maken. Uit de studie blijkt echter dat gevaccineerden ook bij vergelijkbare virale ladingen minder antilichamen hebben dan ongevaccineerden.