De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in de meest recente versie van het internationale pandemieverdrag een ‘inlegvelletje’ toegevoegd.
Onderzoeksjournalist Marc van der Vegt waarschuwt dat dit inlegvelletje misleidend is.
Het gaat om artikel 13a van de gewijzigde Internationale Gezondheidsregeling (IHR). De amendementen op de IHR staan los van het pandemieverdrag, het zijn twee parallelle hervormingsprocessen, licht Van der Vegt toe.
Teken beide verdragen niet
Artikel 13a stelt dat landen ten tijde van een (mogelijke) gezondheidscrisis de aanbevelingen van de WHO moeten opvolgen.
Daarmee zijn de nog steeds niet geëvalueerde coronamaatregelen genormaliseerd en een blauwdruk geworden voor een volgende ‘gezondheidsnoodtoestand’, merkt Van der Vegt op.
Hij roept op: schrap onder andere artikel 13a, of beter, teken beide verdragen niet.
Belangrijke wijziging
In het ‘inlegvelletje’, artikel 24.3 van het nieuwe pandemieverdrag, valt te lezen: ‘Niets in de WHO-pandemieovereenkomst mag worden geïnterpreteerd als een bevoegdheid van het secretariaat van de WHO, inclusief de directeur-generaal, om de nationale wetgeving of beleidsmaatregelen van een partij te sturen, te bevelen, te wijzigen of anderszins te verplichten, of een partij op te leggen of te eisen dat zij bepaalde maatregelen nemen, zoals het accepteren of afwijzen van reizigers, het opleggen van vaccinatievoorschriften of therapeutische of diagnostische maatregelen of lockdowns’.
In de IHR wordt echter een belangrijke wijziging voorgesteld. Er wordt namelijk een bepaling toegevoegd waarin staat dat landen die partij zijn de WHO erkennen als leidinggever en coördinator ten aanzien van internationale gezondheidscrises en zich verbinden tot het uitvoeren van de aanbevelingen die de WHO doet.
Over de auteur: Robin de Boer is economisch geograaf. Volg hem hier op Substack.