mei 19, 2024 45
Foto Credit: Doctors4covidethics.org
In de context van de
COVID-19 “pandemie” zijn veel mensen gaan inzien dat politieke en
wetenschappelijke autoriteiten systematisch hebben gelogen over de oorsprong
van de ziekteverwekker en over de noodzaak en de veiligheid van verplichte
tegenmaatregelen, zoals lock-downs, maskers en vaccins. Sommige sceptici zijn
nog verder gegaan en beginnen te twijfelen aan het bestaan van het virus dat
verantwoordelijk is voor COVID-19, of zelfs aan het bestaan van virussen en
ziekteverwekkende kiemen in het algemeen. Hier plaatsen we deze vragen in
perspectief, schrijven Dr.
Michael Palmer en Dr. Sucharit Bhakdi.
Voordat we specifiek ingaan op ziektekiemen en virussen, moeten we erkennen dat het publiek voldoende reden heeft om niet alleen politici, ambtenaren en de media te wantrouwen, maar ook de “wetenschappelijke gemeenschap.” Zelfs vóór de COVID-19 pandemie hadden verschillende hooggeplaatste leden van die gemeenschap de aandacht gevestigd op de betreurenswaardige staat van wetenschappelijke integriteit in medisch onderzoek. Bijzonder schrijnend is dit citaat van een voormalige hoofdredacteur van een van ’s werelds toonaangevende medische tijdschriften, Marcia Agnell [1]:
Het is gewoon niet langer mogelijk om
veel van het klinisch onderzoek dat gepubliceerd wordt te geloven, of om te
vertrouwen op het oordeel van betrouwbare artsen of gezaghebbende medische richtlijnen.
Ik heb geen plezier in deze conclusie, die ik langzaam en met tegenzin heb
bereikt gedurende mijn twintig jaar als redacteur van The New England Journal
of Medicine.
Agnell’s
beoordeling wordt herhaald door The Lancet’s redacteur Richard Horton [1], vooraanstaand
epidemioloog John Ioannidis [2] en Bruce Charlton, voormalig
redacteur van Medical Hypotheses [3]. En, absiluut, deze toch al
hachelijke toestand verslechterde nog verder tijdens de COVID-19 “pandemie.”
Hier zijn enkele van de leugens over COVID-19 die door politici en hun
wetenschappelijke hofnarren over de hele wereld werden verteld:
·
het SARS-CoV-2 virus is van natuurlijke oorsprong, en sprong spontaan
over van vleermuizen of schubdieren naar mensen;
·
PCR-testen van asymptomatische patiënten is een geschikt middel om de
verspreiding van COVID-19 op te sporen;
·
de eerste COVID-19 golven dreigden het gezondheidszorgsysteem zodanig te
overbelasten dat het noodzakelijk werd om de economie te vernietigen om “de
curve af te vlakken”;
·
algemene vaccinatie noodzakelijk was om de pandemie te overwinnen;
·
ook al waren de vaccins “veilig en effectief”, gevaccineerde personen
liepen nog steeds het risico besmet te worden door niet-gevaccineerde personen
(maar niet door andere gevaccineerden).
Deze absurde en
schaamteloze leugens zijn elders behandeld, bijvoorbeeld door cardioloog Dr.
Thomas Binder [4]. We halen ze hier
alleen aan om duidelijk te maken dat we in principe sympathiseren met de
radicaal sceptische houding van een groot deel van het publiek. Toch denken we
dat dit radicale scepticisme in sommige gevallen te ver is doorgeschoten en dat
het spreekwoordelijke kind met het badwater is weggegooid. Om ons standpunt te
onderbouwen, geven we een overzicht van de geschiedenis van de “kiemtheorie”
van infectieziekten.
1. De opkomst van
de kiemtheorie in de 19e eeuw
Het idee dat
microben overdraagbare ziekten veroorzaken, werd aan het eind van de 19e eeuw
geaccepteerd. De grootste pionier was Robert Koch, een Pruisische arts, die de
bacteriële agentia ontdekte die miltvuur, cholera en tuberculose veroorzaken.
Deze ontdekkingen maakten de weg vrij voor de preventie van dergelijke ziekten
door hygiëne en toezicht.
Nog voor de
ontdekkingen van Koch had de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis ontdekt dat artsen
de overdracht van puerperale sepsis van overleden op levende moeders konden
voorkomen door antiseptisch handen wassen; maar omdat zijn empirische procedure
geen theoretische basis had, werd deze uiteindelijk verlaten, ondanks het
aantoonbare succes. Semmelweis zelf werd opgenomen in een psychiatrisch
ziekenhuis, waar hij werd mishandeld en kort daarna overleed.
Semmelweis’
persoonlijke lot illustreert dat het publiek en de medische gemeenschap in die
tijd zeker nog niet klaar waren voor de “kiemtheorie”, d.w.z. voor het idee dat
ziekten werden veroorzaakt door tastbare kiemen die van de ene persoon op de
andere konden worden overgedragen, maar die ook konden worden geïdentificeerd
en bestreden. Het is daarom opmerkelijk dat de ontdekkingen van Koch binnen
vrij korte tijd werden erkend en geaccepteerd. Al snel sloten andere
onderzoekers zich aan bij de jacht op nog meer ziekteverwekkende bacteriën.
Andere soorten ziekteverwekkers volgden al snel; zo ontdekte de Britse arts
Ronald Ross in 1898 dat de parasiet die malaria veroorzaakt zich
vermenigvuldigt in en wordt overgebracht door Anopheles muggen.
Wat was de oorzaak
van deze snelle triomf van de kiemtheorie? Het lijkt redelijk om te zeggen dat
zowel de betrokken wetenschappers als hun publiek ervoor zorgden dat het
gebeurde. Robert Koch zelf was een ingenieus en nauwgezet experimentator. Hij
legde zichzelf een strenge norm op om aan te tonen dat een bepaalde
infectieziekte werd veroorzaakt door een specifieke microbe, de bekende “postulaten
van Koch” [5]:
1. Het gegeven
organisme moet regelmatig worden aangetroffen in het zieke weefsel van de
besmette persoon of het besmette dier.
2. Het organisme moet
in het laboratorium in een reincultuur kunnen worden gekweekt.
3. De reincultuur moet
de ziekte produceren wanneer deze wordt toegediend aan proefdieren.
4. De organismen
moeten worden aangetroffen in de experimenteel veroorzaakte ziekte en opnieuw
kunnen worden teruggevonden in een zuivere kweek.
Hoewel het
uitgebreide bewijs van Koch zeker overtuigend was, zou zijn snelle succes niet
mogelijk zijn geweest zonder zijn publiek. Ook al was dit publiek aanvankelijk
sceptisch, het was ook goed opgeleid en ruimdenkend. Het was nog niet
afgestompt, cynisch en gedesoriënteerd door de voortdurende aanvallen van
nepnieuws en rommelwetenschap.
Bewijs
dat het vaccin veel meer doodt dan het redt
De grote
wetenschappers van de 19e eeuw waren vaak hobbyisten die hun eigen grillen en
passies uitprobeerden. Ze waren dus onafhankelijk van externe belangen, vooral
van financiële belangen. Ook academische onderzoekers waren meer afgeschermd
van externe belangen dan de “hoge pieten” van de huidige geïnstitutionaliseerde
wetenschap. Maar in de loop van de 20e eeuw werden wetenschappelijke
onderzoeksinstellingen steeds afhankelijker van externe financiering, vaak
gecontroleerd door machtige speciale belangen. Dit heeft de wetenschappelijke
integriteit ernstig aangetast en ondermijnd. We kunnen ons alleen maar afvragen
wat Robert Koch zou vinden van mensen als Christian Drosten en Tony Fauci. Wat
te denken van het Berlijnse “volksgezondheidsinstituut” dat zijn naam draagt?
2. Succesvolle
toepassingen van de kiemtheorie
Als een theorie met
succes kan worden toegepast in de praktijk, suggereert dit dat deze waar is, of
op zijn minst een goede benadering van de waarheid. De kiemtheorie kent vele
nuttige toepassingen; ter illustratie geven we hier slechts enkele vroege
voorbeelden.
Minder dan tien
jaar na Kochs ontdekking van de miltvuurbacil isoleerde Friedrich Klein
Streptococcus pyogenes, de bacterie die kraamvrouwenkoorts, roodvonk en
verschillende soorten huidinfecties veroorzaakt. Deze ontdekking zou het
eerdere succes kunnen verklaren van Semmelweis’ empirisch ontwikkelde
procedures voor handdesinfectie om kraamvrouwenkoorts te voorkomen. Hygiëne,
toezicht en verbeteringen aan de sanitaire voorzieningen maakten het mogelijk
om uitbraken van darmziekten zoals cholera te voorkomen. De stad Hamburg, die
aanvankelijk weigerde om dergelijke voorzorgsmaatregelen te nemen, werd in 1882
prompt getroffen door een uitbraak van cholera die duizenden levens eiste [6]. Robert Koch werd
zelf belast met het toezicht op de invoering van hygiënische tegenmaatregelen,
waardoor de uitbraak snel onder controle was.
Het was vooral
dankzij dergelijke preventieve maatregelen dat infectieziekten werden
overwonnen, zelfs voordat er specifieke behandelingen voor manifeste infecties
beschikbaar waren. Dit wordt geïllustreerd voor tuberculose in Figuur 1.
Malcolm Watson, een arts in de koloniale dienst van het Britse Rijk, bedacht
succesvolle methoden om malaria onder controle te krijgen. Zijn werk, dat
slechts een paar jaar begon nadat Ross had ontdekt dat de malariaparasiet door
Anopheles-muggen werd verspreid, was voornamelijk gebaseerd op grondige en
nauwgezette drainage van watergebieden en regulering van beken en stromen,
waarbij kinineprofylaxe en behandeling van infecties slechts een secundaire rol
speelden [7].
3. Kiemtheorie
versus “terreintheorie” – een valse dichotomie
Tegenstanders van
de kiemtheorie wijzen graag op de beslissende rol van de algemene
gezondheidstoestand van de patiënt in de vatbaarheid voor infectieziekten. Dit
principe wordt in feite geaccepteerd door de reguliere geneeskunde. Het belang
van leeftijd en algemene gezondheid bij de prognose van longontsteking werd
bijvoorbeeld als volgt samengevat door de beroemde Canadese arts William Osler:
Bij kinderen en gezonde volwassenen
zijn de vooruitzichten goed. Bij verzwakte mensen, dronkaards en bejaarden zijn
de kansen op herstel tegengesteld. In de laatste groep is het zo fataal dat het
het natuurlijke einde van de oude man wordt genoemd.
Osler’s woorden,
geschreven in 1892, zijn vandaag de dag nog steeds waar, grotendeels ongeacht
de kiem in kwestie. Het maakt niet uit of de longontsteking wordt veroorzaakt
door pneumokokken, het influenzavirus of SARS-CoV-2. Over het algemeen is het
begrip “opportunistische” infecties die voorkomen bij mensen met een slechte
algemene gezondheid en in een staat van immunosuppressie terug te vinden in de
medische handboeken. Maar aan de andere kant, zonder een van deze
opportunistische pathogenen zouden zelfs vatbare individuen geen infectieziekte
oplopen.
Figuur 1 laat zien
hoe, onmiddellijk na Kochs ontdekking van de tuberkelbacil, het sterftecijfer
als gevolg van tuberculose sterk en langdurig daalde. Waarschijnlijk droegen
zowel hygiëne als verbeteringen in voeding en algemene gezondheid bij aan deze
verandering ten goede. Merk echter op dat er geen waarneembare omkering van
deze trend is in de jaren 1930, d.w.z. tijdens de Grote Depressie. In dit
tijdperk werden veel mensen plotseling in armoede gestort, wat waarschijnlijk
ook de kwaliteit van hun voeding en hun weerstand tegen tuberculose zou hebben
verlaagd. De voortdurende daling van de tuberculosesterfte in die jaren was
waarschijnlijk te danken aan de voortdurende surveillancemaatregelen.
Figuur 1: Sterfte aan tuberculose in de Verenigde
Staten per jaar (uit [8]). Streptomycine
was het eerste antibioticum dat werkzaam was tegen tuberculose.
4. Niet alle
besmettelijke pathogenen voldoen aan de postulaten van Koch
Af en toe lees je
dat een pathogeen virus of andere microbe niet voldoet aan de postulaten van
Koch, wat dan wordt geïnterpreteerd als bewijs dat het niet de ziekte
veroorzaakt waarvoor het bekend is. Dit is misleidend. De postulaten van Koch
vormen geen soort wiskundig axioma; ze moeten in hun historische context worden
gezien.
Koch moest een
publiek overtuigen dat aanvankelijk radicaal sceptisch was; dus hoe
uitgebreider en rigoureuzer zijn bewijs, hoe gemakkelijker het voor hem zou
zijn om te slagen. Het was dus heel logisch dat hij zich concentreerde op
ziekteverwekkers die in een zuivere kweek konden worden gekweekt – in
afwezigheid van andere levende wezens – en die vervolgens bij proefdieren
konden worden geënt en zo vaak als hij wilde opnieuw konden worden geïsoleerd.
Maar toen het idee van infectieuze ziekteverwekkers eenmaal in principe was
doorgedrongen, werd het al snel duidelijk dat ze niet allemaal voldeden aan elk
afzonderlijk postulaat in de canon. Rickettsia prowazekii en Treponema pallidum
– de bacteriële agentia die respectievelijk tyfus en syfilis veroorzaken –
kunnen bijvoorbeeld niet in zuivere kweek worden gekweekt en voldoen daarom
niet aan het tweede, derde en vierde postulaat. Ze kunnen echter wel worden
gekweekt in proefdieren en Rickettsia prowazekii ook in celkweek.
Virussen kunnen
zich van nature alleen vermenigvuldigen in levende cellen, maar niet in een
zuivere kweek. Daarom kan geen enkel virus aan de postulaten van Koch voldoen.
We herhalen echter dat deze postulaten geen logische noodzaak zijn. Als er niet
aan wordt voldaan, moet de vraag naar de oorzaak van de ziekte op een andere
manier worden beantwoord.
5. Wat betekent het
om een virus te isoleren?
Verschillende
mensen hebben zeer vergaande kritiek geuit op de virologie als discipline. Zo
publiceerden twintig artsen en onderzoekers onlangs een memorandum getiteld
“Settling the Virus Debate” [9]. Daarin lezen we:
Misschien wel het belangrijkste
bewijs dat de pathogene virale theorie problematisch is, is dat geen enkel
gepubliceerd wetenschappelijk artikel ooit heeft aangetoond dat deeltjes die
voldoen aan de definitie van virussen direct zijn geïsoleerd en gezuiverd uit
weefsels of lichaamsvloeistoffen van een ziek mens of dier. Als we de algemeen
aanvaarde definitie van “isolatie” gebruiken, wat het scheiden van één ding van
alle andere dingen is, is men het er algemeen over eens dat dit nog nooit is
gedaan in de geschiedenis van de virologie. Van deeltjes die met succes door
middel van zuivering zijn geïsoleerd, is niet aangetoond dat ze
replicatiecompetent, besmettelijk en ziekteverwekkend zijn.
Verder maken de
auteurs duidelijk dat ze het niet eens zijn met het gebruik van celculturen als
onderdeel van de isolatieprocedure. Volgens hen kunnen celculturen op zichzelf
brokstukken opleveren die voor virusdeeltjes kunnen worden aangezien, en daarom
dringen ze erop aan dat een virus rechtstreeks moet worden geïsoleerd uit
weefsels of lichaamsvloeistoffen van geïnfecteerde mensen of dieren. Dit
bezwaar kan als volgt worden weerlegd:
1. De deeltjes van
veel virussen hebben zeer karakteristieke vormen die waarschijnlijk niet
verward kunnen worden met deeltjes die door levende cellen worden geproduceerd,
of met resten die door dode cellen worden achtergelaten.
2. Er zijn veel
biochemische methoden om virusdeeltjes te karakteriseren en bovendien om vast
te stellen dat ze genetische informatie bevatten die kenmerkend is voor het
virus en niet voor de gastheercelcultuur.
3. Niet alle virussen
kunnen gemakkelijk in celculturen worden gekweekt. De virussen die dat niet
kunnen, worden routinematig gekweekt in en rechtstreeks geïsoleerd uit
proefdieren.
Een goed voorbeeld
van zo’n dierstudie is gepubliceerd door Theil et al. [10]. Het betrof de
isolatie van een nieuw virus uit gnotobiotische, d.w.z. verder kiemvrije
varkens. De samenvatting van de studie luidt als volgt:
Een rotavirusachtig virus (RVLV) werd
geïsoleerd uit de diarree van een varken uit een varkensbeslag in Ohio. Dit
virus infecteerde enterocyten in de dunne darm van gnotobiotische varkens en
induceerde een acute, voorbijgaande diarree. Complete virionen [virale
deeltjes] werden zelden waargenomen in de darminhoud van geïnfecteerde dieren …
Het genoom van het RVLV-varkens was samengesteld uit 11 discrete segmenten van
dubbelstrengs RNA …
De studie toont
zowel elektronenmicroscopische foto’s van de virusdeeltjes als het resultaat
van een elektroforese-experiment dat het genetisch materiaal in deze deeltjes
vergelijkt met dat van bekende virussen met een vergelijkbare morfologie (zie
figuur 2). Het nieuwe virus kon in serie door meerdere varkens worden geleid
zonder “verdund” te raken of helemaal verloren te gaan; het vermenigvuldigde
zich dus duidelijk binnen die varkens. De infectie was aantoonbaar in de
darmcellen van de varkens en veroorzaakte diarree. We zien geen redelijke
bezwaren tegen de conclusie van de auteurs dat ze in feite het bestaan van een
nieuw virus hadden vastgesteld dat darmziekte veroorzaakt bij varkens.
Figuur 2: Figuren 3 en 4 uit de studie van
Theil et al. [10], met de
karakterisering van een nieuw virus uit de darminhoud van proefdieren door
elektronenmicroscopie (links) en door RNA-elektroforese (rechts). Zie de tekst
voor meer informatie.
Hoewel directe isolatie vaak wordt gebruikt voor de eerste
karakterisering van een nieuw virus, vergemakkelijkt het gebruik van
celculturen de gevoelige en snelle routinedetectie van reeds bekende virussen
aanzienlijk. Het is niet realistisch om te verwachten dat praktiserende
virologen afzien van het gebruik van dit hulpmiddel om de radicale
leunstoel-sceptici tegemoet te komen. Het is niet redelijk om virologen te
verwijten dat ze hun werk op de meest efficiënte manier doen.
6. Virussen zijn
divers
Virusdeeltjes
verschillen aanzienlijk in grootte en vorm. Dit wordt geïllustreerd in figuur
3. Het elektroferogram in figuur 2 laat zien dat zelfs virussen met een
vergelijkbare morfologie van elkaar kunnen worden onderscheiden met behulp van
biochemische methoden. Tegenwoordig is het gebruikelijk geworden om de
nucleotidesequenties van virusisolaten te bepalen, wat een nog fijnmazigere
differentiatie oplevert. De kunstmatige aard van SARS-CoV-2 kan overtuigend
worden aangetoond op basis van niets meer dan de nucleotidesequentie van het
genoom [11].
Figuur 3: Virusdeeltjes van verschillende
families onder de elektronenmicroscoop. Afbeeldingen overgenomen van
referentie [12]. A:
influenzavirus; B: poliovirus; C: adenovirus; D: pokkenvirus; E: Nipahvirus.
Alle virale deeltjes werden afgebeeld bij dezelfde vergroting, dat wil zeggen
de schijnbare grootte verschillen zijn echt. Panelen A-C tonen elk meerdere
virusdeeltjes. Het pokkenvirusdeeltje in paneel D is ongeveer 250 nanometer
lang.
De allereerste elektronenmicroscopische afbeelding van een virus – in
dit specifieke geval het tabaksmozaïekvirus, dat tabaksplanten infecteert –
werd in 1939 gemaakt door een team onderzoekers waartoe ook Helmut Ruska
behoorde, de uitvinder van de elektronenmicroscoop [13]. Maar zelfs twee jaar
eerder had Thomas Rivers alle reden om te schrijven, in zijn essay “Virussen en
Koch’s postulaten” [14]:
De veroorzakers van pokken, vaccinia, poliomyelitis, gele koorts, vogelpest en tabaksmozaïek zijn bekend; ze kunnen op verschillende manieren worden herkend of geïdentificeerd; ze kunnen van elkaar en van andere soorten infectieuze agentia worden gescheiden; ze kunnen worden gebruikt voor uitgebreide experimenten die in vivo of in vitro worden uitgevoerd.
Zelfs zonder deze
structurele en biochemische verschillen is de diversiteit van virussen al
duidelijk uit klinische observaties alleen. Geen enkele arts of verpleegkundige
zal poliomyelitis verwarren met pokken of gele koorts met mazelen. Ook zal geen
viroloog de virussen die deze ziekten veroorzaken met elkaar verwarren.
Virussen hebben een overvloed aan goed gedefinieerde eigenschappen die hen
ondubbelzinnig van elkaar onderscheiden, evenals van alle deeltjes die
vrijkomen uit levende of stervende cellen die niet met een virus geïnfecteerd
zijn.
7. Is het
SARS-CoV-2 virus ooit geïsoleerd?
Ja, talloze keren.
Een overzicht van dergelijke studies is gegeven door Jefferson et al. [15]. Een solide studie
die een verband legt tussen virusisolatie, PCR en klinische bevindingen bij een
serie gehospitaliseerde COVID-19-patiënten is gepubliceerd door Wölfel et
al. [16]. Het is ook
mogelijk om monsters van het gezuiverde virus te kopen bij de American Type
Culture Collection. Deze zijn hitte-geïnactiveerd, maar ze zouden onderzoekers
met de vereiste expertise en apparatuur toch in staat moeten stellen om de
identiteit van het virus te bevestigen.
De legende dat
SARS-CoV-2 nooit geïsoleerd is, is uitsluitend gebaseerd op de starre eis dat
een dergelijke isolatie zonder gebruik van celculturen moet worden uitgevoerd.
Zoals eerder opgemerkt, is de kans groot dat praktiserende virologen deze eis
negeren en dat kunnen we ze niet kwalijk nemen.
8. Maar is COVID-19
niet gewoon de griep in een nieuw jasje?
Het was inderdaad
opvallend dat gelijktijdig met de stijging van het aantal COVID-19-gevallen,
het aantal griepgevallen een duikvlucht nam. Dit kan als volgt worden begrepen:
1. Het komt vaak voor
dat infecties van de luchtwegen door meer dan één virus worden veroorzaakt. Als
de tests niet uitgebreid zijn, zullen de gekozen tests de resultaten
vertekenen.
2. De hysterie rond
COVID-19 zorgde ervoor dat artsen selectief diagnostische tests uitvoerden voor
COVID-19, met uitsluiting van andere ziekteverwekkers van de luchtwegen.
3. Er werden extreem
soepele criteria gebruikt voor het diagnosticeren van COVID-19 infecties. Je
hebt waarschijnlijk gehoord van de wijdverspreide problemen met fout-positieve
PCR-tests.
De gebrekkige
laboratoriummethoden konden alleen maar leiden tot veel valse diagnoses van
COVID-19. De aldus gediagnosticeerde patiënten werden vervolgens meestal niet
verder getest op griep, waardoor het aantal gediagnosticeerde griepgevallen
daalde. Het niet testen op bacteriële ziekteverwekkers zorgde ervoor dat
patiënten met bacteriële longontsteking niet herkend werden en niet de
noodzakelijke behandeling met antibiotica kregen. Dit was slechts één van de
vele vormen van medische wanpraktijken in het COVID-19 tijdperk die de echte
oorzaken waren van de overmatige sterfte [17,18].
Conclusie
Hoewel we alle
reden hebben om het huidige medische en wetenschappelijke establishment te
wantrouwen en aan te klagen, mag dit er niet toe leiden dat we solide wetenschappelijk
bewijs negeren waar het bestaat. De kiemtheorie in het algemeen en ook de
virologie zijn zeer rijk aan dergelijk bewijs, ondanks hun recente
verdraaiingen en misbruiken, die dringend moeten worden geïdentificeerd en
gecorrigeerd. De remedie ligt echter niet in radicaal scepticisme dat grenst
aan nihilisme. In plaats daarvan moeten we de geest van rigoureuze maar
onbevooroordeelde debatten, die de medische wetenschap ooit groot maakte,
heroveren en nieuw leven inblazen.
Referenties
1. Gyles, C. (2015) Skeptical
of medical science reports?. Can.
Vet. J. 56:1011-2
2. Ioannidis,
J.P.A. (2005) Why Most Published Research Findings Are False. PLoS
Med. 2:e124
3. Charlton, B. (2012) Not Even Trying: the
corruption of real science (University of Buckingham Press).
4. Binder, T. (2021) The
Prevailing Corona Nonsense Narrative, Debunked in 10 or 26 Minutes.
5. Grange, J.M.
and Bishop, P.J. (1982) `Über Tuberkulose.’ A tribute to Robert
Koch’s discovery of the tubercle bacillus, 1882. Tubercle 63:3-17
6. Tárnok, A. (2020) The
Cholera Epidemics in Hamburg and What to Learn for COVID-19 (SARS-CoV-2). Cytometry
A 97:337-339
7. Watson, M. (1915) Rural
sanitation in the tropics (John Murray).
8. Wikipedia (2024) History of tuberculosis.
9. Cowan, T. et
al. (2022) Settling
the Virus Debate.
10. Theil, K.W.
et al. (1985) Porcine rotavirus-like virus (group B rotavirus):
characterization and pathogenicity for gnotobiotic pigs. Journal
of clinical microbiology 21:340-5
11. Yan, L. et
al. (2020) Unusual Features of the SARS-CoV-2 Genome Suggesting
Sophisticated Laboratory Modification Rather Than Natural Evolution and
Delineation of Its Probable Synthetic Route. Preprint DOI:10.5281/zenodo.4028830
12. Goldsmith,
C.S. and Miller, S.E. (2009) Modern uses of electron microscopy for
detection of viruses. Clin.
Microbiol. Rev. 22:552-63
13. Kausche, G.A.
et al. (1939) Die Sichtbarmachung von pflanzlichem Virus im
Übermikroskop. Naturwissenschaften 27:292-299
14. Rivers, T.M. (1937) Viruses
and Koch’s Postulates. J.
Bacteriol. 33:1-12
15. Jefferson, T.
et al. (2020) Viral cultures for COVID-19 infectivity assessment.
Systematic review. Clin.
Infect. Dis. ciaa1764
16. Wölfel, R. et
al. (2020) Virological assessment of hospitalized patients with
COVID-2019. Nature 581:465-469
17. Rancourt,
D.G. et al. (2021) Nature of the COVID-era public
health disaster in the USA, from all-cause mortality and socio-geo-economicand
climatic data.
18. Rancourt,
D.G. et al. (2022) COVID-Period Mass Vaccination Campaign and Public
Health Disaster in the USA. ResearchGate DOI:10.13140/RG.2.2.12688.28164
Copyright ©
2024 vertaling door Frontnieuws. https://www.frontnieuws.com/bestaan-virussen/
--------
Als er geen virussen bestaan, hoe worden mensen dan ziek?
Hoewel volgens de geldende wetenschap het bestaan van een virus nooit is bewezen is men er ook van overtuigd dat mensen elkaar kunnen besmetten.
Een lezer stuurt ons het volgende bericht:
Ik lees met veel interesse dagelijks jullie site en vandaag dus jullie artikel over de MAM en virussen.
Jullie hebben diverse keren uitgelegd dat er geen virussen bestaan. Alhoewel de uitleg helder is, blijven er toch hiaten achter waarop jullie niet afdoende antwoord c.q. verklaringen voor kunnen geven.
Hierdoor blijf ik (en ik denk anderen met mij) toch met een halfslachtig gevoel achter. Ik noem enkele voorbeelden:
In mijn gezin van 6 gezonde mensen (2+4) komt er een dochter thuis van school met een ‘verkoudheidsvirus’. Na bijna een week (incubatietijd) lopen ze allemaal te snotteren bij ons thuis. Hoe kan dit als er geen virus bestaat?
Hetzelfde heb ik meegemaakt met corona. Ik kwam van mijn werk (waar enkelen positief getest waren) en een week later testte ik ook positief en even later bijna allen binnen het gezin.
De ‘oude’ vaccinaties die decennialang toch goed ‘hun werk’ hebben gedaan (ook prikken voor exotische oorden) hebben in de basis toch ‘dood virus’ in zich.
Misschien kunnen jullie toch nog een keer duidelijker uitleggen waarom mensen binnen een groep (bijna) allemaal ziek worden. Vroeger ook al (toen er nog geen 5G of andere moderne methodes beschikbaar waren). En wat wij ertegen kunnen doen.
Voor mij is corona een biologisch wapen. Idem de vaccinaties. Dat is mij wel helder. Maar het ‘virus-verhaal’ en de ‘overdracht’ blijft onduidelijk voor mij wanneer er geen virus bestaat.
Hoop van jullie te mogen horen.
Tot zover de lezer.
Het zou mooi zijn als er voor alle gestelde vragen kant en klare antwoorden zouden zijn, maar dat is helaas niet het geval.
Wij pretenderen dan ook niet de kennis te hebben om mensen te vertellen hoe ze nooit ziek kunnen worden.
Wat wij wel kunnen doen is informatie aandragen voor zover wij daarover beschikken.
Iemand die zich heel veel met bovenstaande materie heeft bezig gehouden is Erick van Dijk. Deze heeft inmiddels talloze video’s in het Nederlands ondertiteld die betrekking hebben op dit onderwerp.
Wij hebben dan ook aan Erick gevraagd of hij zijn kennis met ons wil delen en gelukkig heeft hij dat gedaan.
Het resultaat is het volgende artikel waar wij heel blij mee zijn en dat kan dienen als een naslagwerk voor iedereen die met vragen rondloopt aangaande het bestaan van virussen en besmettingen.
Hier volgt het artikel van Erick:
Ik wil zeker niet pretenderen alle antwoorden te hebben. Ik kan alleen maar doorgeven wat ik zelf begrijp. En in hoeverre een ontvanger van wat ik doorgeef die informatie kan verwerken is afhankelijk van zijn of haar kennis, achtergrond en vermogen.
Bestaan virussen? Oorspronkelijk betekent het woord “virus” vergif. Daar kun je ziek van worden. Dus ja. Ook in de zin van de nieuwere betekenis, “ziekteverwekker,” is het antwoord ja. Maar dat is te breed. Er zijn vele stoffen die ziek kunnen maken.
Als we kijken naar de gulden standaard om aan te tonen dat iets een bepaald ziektebeeld veroorzaakt, de Postulaten van Koch, volgens deze is het bestaan van een virus in de moderne zin van het woord nooit aangetoond. Dan moet het antwoord “nee” zijn. Velen hebben allerlei overheden en instellingen aangeschreven (link is naar deel 1, het interview beslaat twee delen) met de vraag voor bewijs van het bestaan van het vermeende coroana-virus. Niemand kon hieraan voldoen.
Dr. Stefan Lanka loofde een beloning uit van 100.000 euro voor degene die het bestaan van het mazelenvirus kon aantonen. Iemand meende recht te hebben op de beloning, Lanka meende van niet. De eiser daagde hem voor de rechter die in het voordeel van deze eiser besloot. Lanka tekende hoger beroep aan, dat hij won. De rechter oordeelde dat het bestaan van het mazelenvirus inderdaad niet was aangetoond.
We zagen in allerlei programma’s mooie gekleurde afbeeldingen van het virus. Deze waren echter niet van een daadwerkelijk bestaand virus maar iemands idee van hoe het er mogelijk uit zou kunnen zien, een computertekening gebaseerd op wazige foto’s onder een elektronenmicroscoop. En het “virus” in die foto’s lijkt dan qua uiterlijk en afmeting weer verdacht veel op exosomen, die een bepaalde boodschapperfunctie hebben en uit een cel vrijkomen, maar geen ziekte veroorzaken.
Gesuggereerd wordt dat wat je op die foto’s ziet virusdeeltjes zijn die een cel binnendringen. Ik herinner me een foto van een man bij een voordeur met een sleutel in de hand in de buurt van het slot. De vraag erbij is of de man net weggaat of net thuis aankomt. Dat is uit de foto niet op te maken. Net zomin of de deeltjes op die foto’s de cel binnengaan of eruit komen. Dan kun je speculeren dat ze naar binnen gaan, maar dat is geen wetenschap.
Om aan te tonen dat een bepaald deeltje ziek maakt dien je het te isoleren uit een zieke en het te zuiveren van al het andere. In tegenstelling tot bacteriën en parasieten kan een verondersteld virus zich niet voortplanten. Het zou een gastcel nodig hebben om zich te kunnen kopiëren.
Bij het opkweken van het veronderstelde virus worden vaak niercellen van apen gebruikt als gastcel, met eigen DNA. Daar worden nog allerlei stoffen aan toegevoegd, waaronder serum uit een ongeboren kalf, met eigen DNA. Dan nog antibiotica en een stof die niercellen afbreekt. Wanneer ze dan schade aan cellen zien optreden zeggen ze dat dit kwam door “het virus.”
Stefan Lanka toonde met experimenten echter aan dat dezelfde celafbraak plaatsvindt wanneer precies dezelfde methode wordt gebruikt, maar dan zonder toevoeging van enig vermeend virus bevattend materiaal. Met andere woorden, het is de gebruikte methode die de schade aan de cellen veroorzaakt, niet enig “virus.”
Een uitgebreide uitleg hierover vind je in de documentaireserie Het einde van de ziektekiemtheorie.
In dezelfde serie wordt ook korte metten gemaakt met de theorie van besmetting. Bij experimenten in 1918 werden slijm, snot en speeksel afgenomen bij patiënten met “Spaanse griep.” Gezonde proefpersonen werden in direct contact gebracht met de patiënten. De proef personen werden ieder door tien zieken in het gezicht gehoest, de afgenomen monsters van patiënten werden op allerlei manieren ingebracht bij de gezonde proefpersonen, gespoten in neus, keel en ogen, geïnjecteerd, opgedronken …
Maar niemand werd ziek …
Toch worden mensen in groten getale ziek. Hoe zit dat dan?
Het spijtige is dat het medisch systeem begin 20ste eeuw in een bepaalde richting is gestuurd. Chirurgie, medicijnen en bestraling. Ook wel “snijden, vergifitigen en verbranden” genoemd. Dit groeide uit tot wat we nu betitelen als “Big Farma,” of de medische industrie waar jaarlijks honderden miljarden, zo niet meer, in omgaat.
Voor deze omwenteling richtte men zich bij ziekte al duizenden jaren tot de natuur, tot geneeskrachtige planten en kruiden. Bekend hierin is de Ayur Veda uit India. Probleem in het huidige systeem is dat natuurlijk voorkomende producten niet gepatenteerd kunnen worden. Daar zien we het motief doorschijnen. En daarmee een vreselijke waarheid. Het doel is om geld te verdienen. Dat werkt het best met “medicijnen” die niet genezen maar symptomen onderdrukken. Je wordt niet beter en bent veroordeeld tot hun vaak peperdure “geneesmiddelen” of andere behandelingen. Voor het leven. Geld in het laatje. Het doel is niet om beter te maken. Aan gezonde mensen kun je geen medicijnen slijten.
Ik weet het, het is een uitermate cynische kijk. Helaas lijkt toch alles erop te wijzen dat dit gaande is. Maar natuurlijke, dus niet patenteerbare middelen als bijvoorbeeld cannabis, met tal van medische kwaliteiten (anekdotisch bewijs lijkt zelfs te laten zien dat het vormen van kanker kan genezen), of natuurlijke psychedelica als psilocybine en ayahuasca (die zeer behulpzaam blijken bij bepaalde psychische problemen) waren lange tijd verboden en werden gedemoniseerd, ten gunste van de farmaceutische industrie en hun patenteerbare “medicijnen.”
Van één van hun producten, de zogenaamde vaccins, wordt beweerd dat deze ziekten hebben uitgeroeid, zoals bijvoorbeeld polio. Statistieken laten echter zien dat deze ziekten al op hun retour waren voor de vaccins in beeld kwamen door betere hygiëne en leefomstandigheden. Ook ben ik wel eens ergens tegengekomen dat de oude vaccins slechts een aantal jaren zouden werken en niet voor het leven zouden beschermen, zoals wordt beweerd.
Terug naar de vraag waar we dan wel ziek van worden. Daar ligt het probleem. Er zijn vele mogelijke oorzaken. Maar de afgelopen eeuw heeft de medische wereld zich gericht op de “nieuwe geneeskunde” waar veel ziekmakers werden benoemd als “virussen.” Maar als die niet bestaan, wat maakt ons dan wel ziek? Hierop proberen Dawn Lester en David Parker (link naar deel 1, interview in twee delen) een antwoord te geven in hun lijvige boek met een karrenvracht aan referenties, What Really Makes You Ill? dat verkrijgbaar is in een Nederlandse vertaling.
Samengevat kan het gaan om gifstoffen in de lucht of in de leefomgeving, een slecht leefpatroon, alle “hulpstoffen” die, met toestemming van overheden, let wel, in bewerkt voedsel worden gestopt, chemicaliën in de kleding die we op onze huid dragen, producten voor persoonlijke hygiëne, luchtvervuiling, schimmels en sporen in de lucht die we inademen. Angst die een “nocebo-effect” teweegbrengt. Mensen kunnen zelfs ziek worden uit empathie voor een ander op energetisch niveau. Ook kan er sprake zijn van een zuiveringsproces dat, afhankelijk van de fysieke staat en eventuele onderliggende kwalen, kan variëren van niet of nauwelijks merkbaar tot doodziek. Waarom de één wel ziek wordt en de ander niet zou je op het hoogste, het spirituele niveau nog kunnen zien als wat moest gebeuren, karma.
Omdat we een eeuw hebben verspeeld door ons te richten op de verkeerde dader is er nog veel onderzoek nodig om uit te zoeken hoe het dan in elk specifiek geval zit. Het is voor mij ook allemaal nog vrij nieuw, en het was en is een steile leercurve, ik heb daar zeker geen passend antwoord op.
Tot slot nog even over “corona.” De vermeende crisis was gebaseerd op het onrustbarend aantal “besmettingen” die werden aangetoond met de PCR-test, de stok diep in de neus.
Om te beginnen, en dit kun je gewoon zelf terugkijken, zegt de bedenker van de PCR-methode Kary Mullis, die hiervoor een Nobelprijs won, en je mag denken dat hij het wel zal weten, dat deze test niet is bedoeld om een diagnose van een ziekte te stellen of te bepalen of iemand ook daadwerkelijk ziek zou zijn geworden van wat werd aangetroffen.
PCR kopieert een bepaald stukje DNA tot een hoeveelheid die kan worden geanalyseerd. Kary Mullis zegt echter dat iedereen wel één molecuul in zich draagt van wat dan ook. En als je een PCR goed doet kun je elke ziekte bij iedereen “aantonen.” Bekend is echter dat boven een bepaald aantal cycli van kopiëren de resultaten onbetrouwbaar worden. Afhankelijk van het aantal cycli kan het percentage vals positieven oplopen tot 97%. Gezien bijna overal ter wereld een veel te hoog aantal cycli werd gedraaid kwam het “grote aantal besmettingen” neer op grotendeels vals positieve uitslagen.
Al met al is de materie uitermate complex omdat we heel veel niet weten. De krachten achter de farmaceutische industrie zullen hun macht en melkkoe niet op willen geven. De ontwikkeling van een werkbaar alternatief medisch systeem zal lange tijd nodig hebben, en dappere zielen die hierin het voortouw nemen, zoals Andrew Kaufman, Stefan Lanka, Tom Cowan en Samatha en Mark Bailey, om er maar een paar te noemen.
Uitgebreide informatie, naast de links in deze tekst, is te zien in de volgende video’s op mijn kanaal op BitChute:
Ziektekiem-theorie voor beginners, door dr. Andrew Kaufman
De 5-delige serie, verdeeld over zeven video’s: Het Virale Bedrog (link is naar de eerste video)
Een gratis cursus Germaanse geneeskunde
In het artikel vind je de links naar vijf gethematiseerde Nederlandstalige video’s door Brecht Arnaert met na elke video een vraag-en-antwoord. Vooral Hoe verklaren we besmettelijke ziektes is in het kader van dit artikel interessant. Dit is het derde deel van vijf. Er worden nogal een aantal termen gebruikt die zijn uitgelegd in de eerste twee delen. Wellicht is het raadzaam ze in volgorde te kijken. Het boek De giftige naald: verborgen feiten over vaccinatie
Ik hoop dat dit helpt.
Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl