Huisarts Rob Elens gaf een kleine honderd coronapatiënten hydroxychloroquine (HCQ). Eén van zijn patiënten zat binnen vier dagen weer aan de ontbijttafel.
Bij hem is niemand overleden. Aan een reuma- of malariabehandeling met HCQ is nog nooit iemand doodgegaan, zei Elens in de uitzending van Blckbx.
In de media verschenen afgelopen week berichten dat bijwerkingen van hydroxychloroquine ‘honderden’ Nederlanders het leven hebben gekost.
Ze gaven heel veel HCQ aan zieke mensen
“Het is, als je het dramatisch wilt stellen, een vliegtuig vol mensen,” zei arts-microbioloog Marc Bonten van de Universiteit Utrecht in de Volkskrant.
Zelf coördineerde Bonten een studie waarbij in coronatijd gekeken werd hoe ic-patiënten met een longinfectie behandeld konden worden. Eén tak was HCQ: patiënten kregen 6,4 gram in 10 dagen.
“Dus ze gaven heel veel HCQ aan zieke mensen en dat heeft tot de sterfte geleid,” zei Elens.
Kans op sterfte doen laten toenemen
Kleine hoeveelheden, vijf dagen twee keer per dag 200 mg samen met zink en azitromycine, bleken juist effectief. “Waarom? Omdat de ziekte bestaat uit drie fases, de virusreplicatiefase, de ontstekingsstoffenfase en trombosefase. Als je HCQ geeft in de ontstekingsfase of in de trombosefase, dan werkt het niet,” lichtte de huisarts toe.
Je moet dit tussen dag 1 en dag 10 na infectie starten, anders werkt het niet, benadrukte hij.
“De ziekenhuizen die HCQ in hoge dosering aan zieke mensen hebben gegeven, hebben de kans op sterfte doen laten toenemen.”
Over de auteur: Robin de Boer is economisch geograaf. Volg hem hier op Substack.
