Een deel van het befaamde Reinhardswald in Noord-Hessen is gekapt om 20 windmolens van elk 241 meter hoog te plaatsen. Dit ‘sprookjesbos van de gebroeders Grimm’ was het grootste aaneengesloten bos van Hessen in het hart van Duitsland.
Op de hoogste punten in het woud zijn circa 120.000 bomen gekapt, want daar waait de meeste wind. Sommige bomen waren meer dan 200 jaar oud. De deelstaatregering heeft afgesproken dat 2 procent van het totale landoppervlakte in Hessen wordt vrijgemaakt voor windmolens.
Volgens tegenstanders is het windmolenpark catastrofaal voor het unieke natuurgebied. Beschermde diersoorten zoals de hazelmuis moesten de verwoesting ontvluchten, net als de Euraziatische lynx en vele zeldzame beschermde vogels en vleermuizen.
Energietransitie
Burgemeester van buurgemeente Wesertal Cornelius Turrey zei dat het de Groenen zijn die windmolens in het bos willen, zonde rijm of reden. “Wij maken ons zorgen over brandgevaar, vervuiling van drinkwater en geluidsoverlast,” zei hij tegen Bild.
Priska Hinz (Groenen), tot voor kort minister van Milieu in Hessen, zei dat windenergie een ‘belangrijke bijdrage levert’ aan de energietransitie en natuurbehoud. “Het is de enige manier om bossen en belangrijke ecosystemen te behouden.”
Schatkamer
Klimaatactivisten hebben niet gedemonstreerd tegen de ontbossing en verwoesting van de habitat van zeldzame diersoorten.
Voor natuurbeschermer Hermann-Josef Rapp, die al zo’n 1000 rondleidingen organiseerde, is het project een ramp. Hij werkt al sinds 1972 in het bos en wordt gezien als de ‘stem van het Reinhardswald’. “Het is de schatkamer van de Europese bossen. Een klasse apart. Zoiets mag je niet opofferen aan de geldzuchtige windlobby.”
Over de auteur: Robin de Boer is economisch geograaf. Volg hem hier op Substack.