mei 26, 2024 9
Ongekozen
bureaucratische globalisten hebben een nieuwe aanval gelanceerd in de
escalerende War on Food, een zet die de wereldwijde landbouwindustrie met
vernietiging bedreigt.
Ze willen boeren dwingen om te voldoen aan de steeds onhaalbaardere doelen van de “netto-nul” agenda van het World Economic Forum (WEF), schrijft Frank Bergman.
Het WEF, de
Verenigde Naties (VN) en andere globalistische belangengroepen beweren dat de
“uitstoot” van de landbouw bijdraagt aan de vermeende “klimaatcrisis.”
Als gevolg daarvan
willen ze de wereldwijde landbouwindustrie decimeren, waardoor de wereldwijde
voedselvoorziening in gevaar komt.
Ondertussen eisen
het WEF en zijn bondgenoten dat regeringen traditionele vlees- en zuivelproducten verbieden en
vervangen door synthetisch, plantaardig en op insecten gebaseerd “voedsel.”
De nieuwste aanval
op de voedselvoorziening werd onthuld in een recent rapport van de Wereldbank
met de titel: “Recipe for a Livable Planet: Achieving Net Zero Emissions in
the Agrifood System.”
Het rapport van het
bureaucratische wereldagentschap prijst de mogelijkheid om aanzienlijke
reducties te realiseren in de wereldwijde “agrifood emissies” door middel van
een verscheidenheid aan prescriptieve maatregelen.
De historische
staat van dienst van zulke gecentraliseerde initiatieven
suggereert een grote waarschijnlijkheid van onbedoelde en vaak nadelige
gevolgen.
Het rapport beweert:
Het wereldwijde agrovoedselsysteem
biedt een enorme kans om bijna een derde van de wereldwijde uitstoot van
broeikasgassen te verminderen door middel van betaalbare en direct beschikbare
maatregelen, terwijl de groeiende bevolking gevoed kan blijven worden.
Deze uitspraak
maskeert de complexiteit en de potentiële gevaren van het radicaal veranderen
van de voedselproductie en het landgebruik, vooral in de kwetsbare regio’s van
de wereld.
De bewering dat
zulke veranderingen kunnen worden doorgevoerd zonder de voedselzekerheid in
gevaar te brengen is op zijn best optimistisch en op zijn slechtst roekeloos
naïef.
Axel van
Trotsenburg van de Wereldbank is verder een voorstander van deze veranderingen:
“Het eten op tafel mag dan wel lekker
smaken, het is ook een flink stuk van de taart voor de uitstoot van
klimaatverandering.
Het goede nieuws is dat het
wereldwijde voedselsysteem de planeet kan helen – door bodems, ecosystemen en
mensen gezonder te maken en tegelijkertijd koolstof in de grond te houden.
Dit is binnen handbereik in onze
levens, maar landen moeten nu handelen: alleen al het veranderen van de manier
waarop landen met een middeninkomen land, zoals bossen en ecosystemen,
gebruiken voor de productie van voedsel kan de uitstoot van agro-voedsel tegen
2030 met een derde verminderen.”
Dit narratief
bevordert een verontrustend vertrouwen in de effectiviteit van ingrijpende
veranderingen in de regelgeving.
Het negeert de
diverse landbouwpraktijken die eeuwenlang door lokale boeren zijn verfijnd.
De veronderstelling
dat dergelijke van bovenaf opgelegde mandaten kunnen leiden tot positieve
resultaten zonder verstorende neveneffecten, weerspiegelt een verkeerd begrip
van de ecologische, sociale en economische onderlinge afhankelijkheid.
Het plan van de
Wereldbank omvat een breed scala aan acties:
Er moet in alle landen actie worden
ondernomen om netto-nul te bereiken, door middel van een alomvattende aanpak om
de uitstoot in voedselsystemen te verminderen, waaronder in meststoffen en
energie, gewas- en veeteelt, en verpakking en distributie in de hele
waardeketen van boerderij tot tafel.
Dit voorstel om
landbouwpraktijken te standaardiseren in enorm verschillende regio’s en
culturen riekt naar overreaching.
Het onderschat ook
de complexiteit van lokale ecosystemen en het aanpassingsvermogen dat nodig is
om ze effectief te beheren.
Het raamwerk stelt
dat hoge investeringskosten aanzienlijke opbrengsten zullen opleveren:
“Jaarlijkse investeringen moeten
toenemen tot 260 miljard dollar per jaar om de uitstoot van agro-voedsel tegen
2030 te halveren en tegen 2050 een uitstoot van nul te bereiken.
Het doen van deze investeringen zou
leiden tot meer dan $ 4 biljoen aan voordelen, van verbeteringen in de
menselijke gezondheid, voedsel en voedingszekerheid, betere banen en winsten
voor boeren, tot meer koolstof die wordt vastgehouden in bossen en bodems.”
De focus op
monetaire investeringen en verwachte opbrengsten gaat echter voorbij aan de
werkelijke complexiteit van de landbouweconomie.
Zo’n massale
herschikking van fondsen dreigt nieuwe economische onevenwichtigheden te
creëren.
Het zal
hoogstwaarschijnlijk leiden tot hogere voedselprijzen en een verminderde
toegang tot noodzakelijke hulpbronnen voor de armste bevolkingsgroepen ter
wereld.
Uiteindelijk
onderschat het ambitieuze project van de Wereldbank om de wereldwijde landbouw
te herstructureren de risico’s van onbedoelde gevolgen, waaronder
voedseltekorten, economische ontwrichting en meer ontberingen voor de meest
kwetsbaren.
De
geschiedenis leert dat
gecentraliseerde interventies in complexe systemen zoals de mondiale landbouw
vaak leiden tot resultaten die tegengesteld zijn aan wat de bedoeling was.
Ze worden gedreven
doordat er geen rekening wordt gehouden met de organische en geëvolueerde aard
van deze systemen.
Het afschilderen
van deze interventies als laag risico en hoog rendement is niet alleen
misleidend, maar ook potentieel gevaarlijk.
Dit maakt de weg
vrij voor een toekomst waarin de wereldwijde voedselvoorziening minder zeker is
en vatbaarder voor de grillen van bureaucratisch wanbeheer.
Het nastreven van
deze globalistische plannen moet op zijn minst met scepsis en voorzichtigheid
worden bekeken.
De geschiedenis
heeft herhaaldelijk aangetoond dat de weg naar rampspoed vaak geplaveid is met
goedbedoelde mondiale initiatieven.
Copyright ©
2024 vertaling door Frontnieuws.