WWF:
"Aangeplante sparrenbossen hebben de overstromingen in Wallonië
verergerd"
Wim Schepens - 25/09/2021
De overstromingen die in juli Wallonië hebben
getroffen, zijn mee in de hand gewerkt door menselijk ingrijpen in de natuur,
zegt natuurorganisatie WWF. In de loop der jaren zijn er op de hoogvlakten
sparrenbossen aangeplant die het water minder goed vasthouden. Gevolg: bij de
zware regenval van juli kon het water ongehinderd van de hellingen stromen, en
zo bijdragen tot de zware overstromingen in de Vesdervallei.
De Hoge Venen in de Oostkantons kregen het in juli
zwaar te verduren. In het aanpalende dorpje Jalhay viel in 48 uur tijd meer dan
270 millimeter neerslag, ruim twee keer zoveel als het maandgemiddelde. Normaal
gezien houden venen een groot deel van dat water vast. Maar omdat de Hoge Venen
ingesloten zijn door fijnsparren (Epicea), stroomde het water er in grote
hoeveelheden de hellingen af.
Fijnsparren behoren niet tot de natuurlijke
plantengroei op de Hoge Venen. Ze zijn in de loop der tijden aangeplant om
onder meer hout op te leveren voor de bouw. Fijnsparren kunnen maar weinig
water verdragen. Daarom zijn er tussen de bomen afvoerkanalen gegraven om
regenwater zo snel mogelijk af te voeren. Op die manier heeft het weinig tijd
om in de bodem te dringen.
Weggespoelde afvoerkanalen
Medewerkers van het WWF hebben na de grote
overstromingen in juli vastgesteld dat heel wat van de afvoerkanalen waren
weggespoeld. Waar ze vroeger als smalle sleuven nauwelijks zichtbaar waren,
sprongen ze nu als brede grachten meteen in het oog. Het water moet er met
grote kracht doorheen zijn geraasd, en alles op zijn weg hebben
meegesleurd.
Een groot deel van dat water is terechtgekomen in
bijrivieren van de Vesder, die bijna over heel haar loop uit de oevers trad.
Met gigantische schade tot gevolg.
© Corentin Rousseau/WWF Het overvloedige regenwater heeft de afvoerkanalen in de fijnsparbossen op de Hoge Venen helemaal uitgehold, waardoor het water nog sneller kon wegstromen.
Volgens het WWF had de ellende een stuk minder
groot kunnen zijn als er op en rond de Hoge Venen nooit sparrenbossen waren
aangeplant. De venen en loofbossen die er van nature voorkomen, zijn veel beter
in staat water vast te houden. Loofbomen verliezen hun bladeren die op de bodem
een rijke humuslaag vormen, waarop paddestoelen en andere planten kunnen
groeien. Een dichtbegroeide bodem absorbeert meer water dan een schrale bodem
die typisch is voor naaldboombossen.
Een nuttige les
De les die we uit de overstromingen van juli moeten
trekken, is dat we van de natuur beter afblijven, aldus het WWF. In plaats van
gronden te ontwateren om naaldbossen aan te leggen of aan landbouw te kunnen
doen, zouden we beter de oorspronkelijke natuur beschermen. Want die is het
best in staat om ons tegen overstromingen, maar ook droogte, te
beschermen.
Met die boodschap richt het WWF zich ook tot onze
overheden. Niet alleen de Waalse maar ook de Vlaamse. Want uit een studie van
de Universiteit Antwerpen blijkt dat nog maar 5 procent van Vlaanderen
waterrijk gebied is. In 1950 was dat nog 19 procent.
Het WWF heeft deze maand een rapport
uitgebracht over hoe de natuur ons tegen droogte en overstromingen kan
beschermen. Het rapport "Powering Nature:
Creating the Conditions to Enable Nature-Based Solutions" kan u hier lezen.