Gideon van Meijeren (FVD) hield dinsdag in de Tweede Kamer een minutenlange tirade tegen minister Hugo de Jonge, die sinds vorige maand de scepter zwaait op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Van Meijeren gaf aan dat je minister kunt worden op een bepaald beleidsterrein zonder ook maar enige kennis van zaken te hebben op dat gebied. “We weten dat ministers op een ministerie überhaupt niet méér zijn dan passanten die gewoon moeten uitvoeren wat in internationale gremia, in achterkamertjes en door de topambtenarij wordt besloten.”
“Maar toch, dat uitgerekend Hugo de Jonge wordt gekozen als minister van Binnenlandse Zaken, vind ik wel heel ironisch. Op papier is de minister van Binnenlandse Zaken namelijk verantwoordelijk voor de bescherming van onze grondrechten en voor de democratie. Laten we het er vandaag in ieder geval over eens zijn dat deze nieuwe minister niet bepaald iemand is die er in het verleden blijk van heeft gegeven pal voor onze grondrechten te staan. En ik druk me nu heel voorzichtig uit,” vervolgde Van Meijeren.
(Video verwijderd? Klik hier...)
Groot risico
Zeker sinds het coronaschandaal is hij voor velen zelfs het gezicht geworden van de meest vergaande en buitensporige grondrechtbeperkingen die ons land in de afgelopen decennia heeft gekend, aldus het Kamerlid.
De minister wil desinformatie bestrijden, wat er in de praktijk steeds weer op neerkomt dat onwelgevallige meningen die indruisen tegen de narratieven van de overheid worden weggedrukt uit het maatschappelijk debat.
Van Meijeren zei zich ook zorgen te maken over de aangekondigde Wet op de politieke partijen, op grond waarvan het mogelijk wordt om politieke partijen te verbieden. “Ik denk dat er een groot risico is dat die nieuwe verbodsgrond misbruikt zal worden om politieke partijen te verbieden die een bedreiging vormen voor die zittende macht.”
Veel ernstiger dan dat
Het Kamerlid kan deze zorgen niet met de minister bespreken in de Kamer. Een inhoudelijk debat ‘is onmogelijk gebleken’. Eerder wuifde De Jonge zijn inbreng gemakzuchtig weg als ‘complotretoriek’. Toen hij de minister expliciet vroeg om een inhoudelijke reactie, bleek hij daar niet toe in staat.
“Dit is niet zomaar een onschuldig debattrucje; dit is veel ernstiger dan dat. Het is de ultieme bevestiging van mijn zorgen over het gebrek aan democratie. Het is juist de systeemcorruptie waar ik voor waarschuw.”
Maar liefst 10 keer gebruikte minister De Jonge termen als ‘complotretoriek’, ‘complotterig’, ‘complotdenker’ of andere, soortgelijke termen.
Manipulatietechnieken
Van Meijeren zei dat de minister deze manipulatietechnieken heel bewust gebruikt om maar niet in te hoeven gaan op de feiten.
“Hoewel de minister mogelijk ook deze inbreng weer gemakzuchtig naast zich neerlegt als een complottheorie en nergens inhoudelijk op ingaat, kan ik de minister een aantal zaken verzekeren. De pijn en het verdriet bij al die mensen die uitgesloten werden, zijn echt. Het toenemende wantrouwen in de instituties, en de spanningen en polarisatie in de maatschappij zijn ook echt. De groep Nederlanders die totaal afgehaakt is en niet meer meedoet, is ook echt. De vrees voor maatregelen die nog gaan komen, is ook echt.”
Van Meijeren zei dat hij zal blijven komen, om ongemakkelijke waarheden te blijven benoemen en de systeemcorruptie ter sprake te blijven brengen.
