In september komen wereldleiders bijeen in New York om het ‘Pact for the Future’ te ondertekenen. Onderdeel daarvan is het zogeheten ‘Global Digital Compact’, wat volgens onderzoeker en academicus Jacob Nordangard een plan van de elite is om een digitaal wereldbrein in te richten, waarmee ze de wereldbevolking hoopt te controleren.
In 2022 stelde miljardair Bill Gates een slordige 200 miljoen dollar beschikbaar voor dit Global Digital Compact, met een digitale identiteit voor iedere wereldburger.
In april publiceerde Nordangard zijn boek ‘Rockefeller – Controlling the Game’, waarin hij uit de doeken doet hoe de Rockefellers de wereldpolitiek beïnvloeden. “Die invloed gaat veel verder dan de meeste mensen beseffen,” zei hij in een interview met De Andere Krant.
Machtsgreep
Hij deed diepgaand onderzoek naar allerlei besluitvormingsprocessen, ook in de EU. “Als je dat gaat uitpluizen, kom je steeds weer uit bij de Rockefellers.”
We zijn nu op een punt aangekomen waarop de globalisten een allesbeslissende, wereldwijde machtsgreep trachten te plegen, stelt Nordangard. Daarvoor willen ze volgens hem de bijeenkomst gebruiken die in september in New York plaatsvindt.
De plannen sluiten naadloos aan op de Great Reset en Vierde Industriële Revolutie, aangekondigd door Klaus Schwab.
Krankzinnig plan
In 2019 sloot het World Economic Forum een overeenkomst met de VN om Agenda 2030 sneller uit te voeren. Schwab claimde dat we op een tweesprong staan. Er zijn volgens hem twee mogelijkheden: of we kiezen voor een ‘betere wereld’ en dan moet er een flinke schep bij, of we kiezen voor de oude wereld, maar dan wacht ons ‘rampspoed’.
Nordangard merkte op dat ook Rusland en China betrokken zijn bij het Pact for the Future. Hij denkt echter dat de globalisten niet in hun opzet zullen slagen en dat we niet in een globalistische totalitaire dictatuur terechtkomen. “Dit is zo’n krankzinnig plan. Ik denk niet dat het gaat werken,” zei hij tegen De Andere Krant.
Over de auteur: Robin de Boer is economisch geograaf. Volg hem hier op Substack.
