24 januari 2023DOOR Nadine MaarhuisGroenLEESTIJD: 5 MIN
We hebben het óf over natuur óf over landbouw. Deze scheiding heeft tot
veel problemen geleid, waaronder de stikstofcrisis, ziet Wouter van Eck. Daarom
brengt de voedselbosboer landbouw en natuur samen op één kavel: “Het is
tijd dat we de schijntegenstelling tussen ecologie en de agrarische sector
loslaten. Dan kunnen we een compleet ander voedselsysteem neerzetten.”
“Er wordt beweerd dat boeren rondom kwetsbare natuurgebieden moeten
verdwijnen, maar dat hoeft helemaal niet. Het type landbouw dat ze bedrijven
zal alleen moeten gaan passen bij die natuur”, vertelt ecoloog en
voedselbosboer Wouter van Eck. Hij verbaast zich over hoe de politiek de stikstofcrisis aanpakt:
“Voedselbossen worden compleet vergeten … Terwijl ze een fantastisch
alternatief voor melkveehouders vormen, omdat ze nul emissies hebben en
kwetsbare natuur ondersteunen, in plaats van belasten. Dan hoeven we boeren
niet van hun grond te onteigenen en hebben we de kans om 170.000 hectare
landbouwgrond in te zetten als voedselbos.”
In de jaren negentig komt Wouter voor het eerst in aanraking met
een voedselbos, terwijl hij
voor onderzoek in Kenia is. “Er stonden hoge mango- en avocadobomen en in de
beschutte laag daaronder kleinere papajabomen. Aan de randen groeiden koffie,
thee en andere liefhebbers van de luwte. De plek was paradijselijk mooi, heel
weelderig en vol lawaai van alle vogels en insecten die daar ook verbleven”,
vertelt hij. “Ik liep daar rond en wist meteen: dit ecosysteem functioneert als
een natuurlijk bos, maar het ís het niet. Want de avocado komt oorspronkelijk
uit Midden-Amerika en de mango stamt uit India en Bangladesh. Dus hier is door
mensen gepuzzeld met een polycultuur. Dat zette me aan het denken over hoe
voedselbossen in Nederland zouden kunnen werken.”
Wouter van Eck in zijn voedselbos. Foto door: Sabine Rovers (We Are the
Regeneration)
Voedselbos Ketelbroek
Uiteindelijk duurt het nog jaren voordat Wouter met zijn voedselbos-plannen
aan de slag gaat. Na lange tijd bij Milieudefensie tegen de vee-industrie
en bestrijdingsmiddelen te
hebben gestreden, besluit hij in 2009 dat hij een positief puzzelstukje wil
bijdragen. Dus koopt hij samen met zijn compagnon Pieter Jansen tweeënhalve
hectare landbouwgrond in Groesbeek, waar ze op een dag voorbij fietsen. Wouter:
“Het was een kaal veld vol snijmaïs, dat gebruikt wordt voor veevoer. We hebben
de taxatieprijs betaald en zijn vervolgens aan de slag gegaan met het
aanplanten van bomen, hagen en struiken. Ook hebben we op de kavel
hoogteverschil aangebracht en een meanderende beek voor padden en kikkers
gecreëerd.”
“Het is fantastisch om de natuur te zien terugkomen, dat herstellend
vermogen is onvoorstelbaar”, deelt Wouter. Zo herbergt voedselbos Ketelbroek
inmiddels meer nachtvlindersoorten dan
in het nabijgelegen Natura-2000 gebied en vind je er ruim dertig vogelsoorten,
wezels, vuurvliegjes, ringslangen en bevers. Ook staan er bomen die nu al ruim
vijftien meter hoog zijn. “Het is een soort Ark van Noah vol dieren die in het
lege akkerlandschap een plekje hebben gevonden en allemaal meeliften. En de
oogsten nemen ieder jaar toe. Dat is het fascinerende: de natuur wil gul zijn,
als we haar de kans geven.”
Foto door: We Are the Regeneration
Van melkveebedrijf naar voedselbos
Een voedselbos vergt vanwege het aanplanten vooral aan de voorkant een
investering. Maar als je eenmaal de opstartfase voorbij bent, rendeert het
prima, blijkt onder andere uit dit onderzoek van de HAS.
“Dat komt omdat je als voedselbosboer geen kosten hebt voor bemesting,
bestrijdingsmiddelen, fossiele brandstoffen of machines. En je hoeft ook niet
elk jaar opnieuw te zaaien en te planten, zoals bij eenjarige gewassen wel het
geval is”, legt Wouter uit. “Wel is het zo dat je pas na een jaar of zeven
fatsoenlijke oogsten uit het bos haalt. Je kunt als reguliere boer dus prima
overstappen, maar dan wel geleidelijk, door geregeld een paar nieuwe
hectaren aan je voedselbos toe te voegen.”
Met Stichting Voedselbosbouw begeleidt Wouter agrariërs bij deze
omschakeling. “We werken samen met boerenbedrijven die minimaal vijf hectare
voor minimaal twintig jaar als voedselbos willen inrichten”, legt hij uit.
“Samen vragen we de benodigde vergunningen aan en maken we een ontwerp. Sommige
boeren willen bijvoorbeeld inzetten op combinaties met ecologisch toerisme, dan
is het leuk om veel zomerfruit te hebben. Anderen zien daar minder in, maar
willen wel hun eigen appelcider of walnotenolie maken. In totaal zijn er zo’n
honderd soorten die winterhard en ziekteresistent zijn, een goede oogst geven,
lekker smaken en in een Nederlands voedselbos floreren, zo hebben wij op
Ketelbroek ontdekt. Dus wat je ook wil, er zijn altijd genoeg mogelijkheden.”
We Are the Regeneration
Dit is een ingekorte en aangepaste versie van dit verhaal. De
originele versie vind je op We Are the Regeneration:
hét platform over regeneratieve landbouw. Op hun website vind je onder andere
verhalen over regeneratieve pioniers en inspirerende evenementen.
Headerbeeld door: Tim van de Griend
Oorspronkelijk
gepubliceerd op 29 augustus 2022. Laatste update: 24 januari 2023.
Nadine Maarhuis
Als journalist, schrijver en videograaf probeer ik de verhalen van Aardebeschermers en maatschappijvernieuwers zo goed mogelijk te vertellen. Mijn favoriete thema’s: Het herstellen van ecosystemen, ‘alternatieve’ woonvormen, regeneratieve voeding, de welzijnseconomie en het (her)ontdekken van onze connectie met elkaar én Moeder Aarde.